13 oktober 1993 - 2 - VOORZITTER: Ja. Dus in motie 30A zetten we achter 200.00 nog een nul. Mevrouw BLOMMERS (VVD)Voorzitter, ik had gevraagd of ik nog iets mocht vragen naar aanleiding van de brief die het college heeft gestuurd. Het is ons namelijk niet duidelijk. Er zijn veertig moties ingediend, waarvan elf door de vier partijen die het college vormen. Dan vragen wij ons toch een paar dingen af. Het college stelt in die brief dat het college liever geen verdere stijging van uitgaven wil. Ten tweede stelt het college dat het college deze verdere stijging toch accepteert, omdat de raad dekking aangeeft en met name de fracties die het collegebeleid steunen. Dan hebben wij daar vijf vragen over. Vraag 1: Betekent dit dat de B&W-partij -misschien betekent dat wel: beloven en niet waar maken- wordt teruggefloten door de overige leden van de CDA- PvdA-, D66- en Progressief Soest-fracties? Zo ja, had er dan geen overleg vóór de begrotingsbehandeling kunnen plaatsvinden? Vraag 2: Is het college wellicht van mening dat het bijdraagt aan de duidelijkheid voor de burgers als eerst met veel tam-tam wordt aangekondigd dat de OZB niet verhoogd zal worden -iets dat overigens behoorlijk zal tegenvallen als de aanslagen werkelijk in de bus vallen- terwijl vervolgens, via de omweg van de motie, de partijen met collegeverantwoordelijkheid de OZB wél verhogen. Vraag 3: Wat denkt het college te bereiken met deze handelwijze? Vraag 4Betekent dit dat het college de andere in de raad vertegenwoordigde partijen als een te verwaarlozen deel van deze raad beschouwt? Zie de reactie van het college op de motie van de WD, nummer 29 over de investering ten behoeve van de uitbreiding van de atletiek, waar uitsluitend wordt gezegd: "afwijzen", terwijl bij motie 5 in het lijstje rustig gezegd had kunnen worden dat die twee moties elkaar overlappen. Vraag 5: Is het college bereid om, voorafgaande aan de behandeling per motie, aan te geven welke collegeleden steun zullen geven, zodat duidelijk wordt wat het college verstaat onder "steun geven in het algemeen". VOORZITTER: Laat ik de laatste vraag beantwoorden. Dat blijkt, net zoals dat bij uw en andere fracties zal blijken, tijdens de stemming wel. Hoe er gestemd zal worden, dat zien we dan wel. De overige vragen lijken mij meer op het terrein liggen van de partijen die het college Heer WITTE (GGS)Voorzitter, misschien nog een aanvulling, mevrouw Blommers is niet uitputtend geweest, wat dat betreft. Het is ons opgevallen dat u bij alle moties van de collegepartijen inderdaad een nogal welwillende houding aanneemt, terwijl bijvoorbeeld bij motie 30, daar zegt u opeens iets verstandigs: "het college wil zowel herschikkingsdiscussie welzijn als discussie over rente van fondsen afwachten"Daar kunnen we het mee eens zijn, maar we vinden het hoogst merkwaardig dat zo'n reactie wel past op een motie van de WD, terwijl een heel groot aantal andere moties van de college partijen van precies hetzelfde laken een pak zijn en in feite, verstandig gesproken, ook die reactie zouden hebben moeten uitlokken. VOORZITTER: Dank u wel voor deze aanvulling. De partijen die het college steunen, het lijkt mij dat beantwoording van de vragen die de WD gesteld heeft, meer op uw terrein ligt dan dat ik dat ga doen. Heer WITTE (GGS)Dit is een antwoord van het college, niet van de college partijen. Dus ik denk dat het verstandig is dat u als college antwoordt. VOORZITTER: Ja, maar het is gebruikelijk dat voordat het college gaat antwoorden, ik eerst vraag of er nog anderen zijn in de raad die het woord wensen Heer VAN LOGTENSTEIN (CDA)Het gaat om financiële aspecten en wij wachten graag uw antwoord af. We kunnen we dan alsnog reageren. Heer BOERKOEL (PvdA)Omdat ik niet zo gauw alle vragen bij de hand heb die de WD gesteld heeft, wil ik wel één vraag proberen te beantwoorden, dat is over de verhoging van de OZB. U hebt als college van mij een brief gekregen en de raad heeft die ook gelezen, met betrekking tot een herschikking van de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1993 | | pagina 224