13 oktober 1993 - 51 - discussie over sociale raadslieden ja of nee. Dat lijkt me ook wat dat betreft eenvoudig en we hadden met elkaar afgesproken dat daarop gereageerd zou worden. Als de motie van CDA, D66 en PS betekent dat als de raad zegt: geen sociale raadslieden, er dan doelen met een hogere prioriteit in discussie komen. Eén daarvan is of binnen bijzondere bijstand bijvoorbeeld aan datgene wat ik genoemd heb dat begrip hogere prioriteit pastDan kan dat de conclusie zijn, maar het kan misschien ook een andere conclusie zijn als we die discussie hebben voorbereid en goed hebben kunnen voeren. Heer WITTE (GGS)Voorzitter, ik wil nog een aanvulling geven op mijn opmerkingen net. Wel is duidelijk dat we wel één rechte lijn blijven volgen wat betreft het niet vergroten van de tekorten in de begroting. In dit geval halen we het dus weg bij iets anders waar al dekking voor was aangegeven. Dus dat wel duidelijk is dat we wat dat betreft recht in de lijn zijn. VOORZITTER: Goed, ik denk dat iedereen voldoende stof heeft om nu een beslissing te kunnen nemen over het amendement van de WD, zoals dat door de heer Krijger is ingediend. Ik breng dat nu in stemming. CDA: 8 stemmen tegen. WD: 6 stemmen voor. GGS: 2 stemmen voor, want er ontbreekt een raadslid. PvdA: 2 stemmen voor, 1 stem tegen. D66: 3 stemmen tegen. PS2 stemmen voor. GPV/SGP/RPF: 1 stem tegen. Het amendement is met 12 stemmen voor en 13 stemmen tegen verworpen. We keren terug naar de motie zelf, motie nummer 31. Ik neem aan dat daarover geen discussie meer nodig is. We gaan over tot stemming. CDA: 8 stemmen voor. WD: 6 stemmen voor. GGS: 2 stemmen voor. PvdA: 3 stemmen voor. D66: 3 stemmen voor. PS2 stemmen voor. GPV/SGP/RPF: 1 stem voor. Deze motie is raadsbreed aanvaard. Dan kom ik aan motie nummer 32 van D66, PS en PvdA, ruimte nieuw beleid. Motie nummer 32. De raad van de gemeente Soest, in vergadering bijeen in oktober 1993, gelezen de beleidsbegroting 1994 en meerjarenbegroting 1994 t/m 1997; overwegende dat onder andere als gevolg van de bezuinigings- en het decentralisatiebeleid van de rijksoverheid de taken voor de gemeente sneller stijgen dan de middelen; dat de ruimte voor "nieuw" beleid toch al grotendeels wordt gebruikt voor de dekking van vervangingsinvesteringen en dus voor continuering van oud beleid; besluit de ruimte voor nieuw beleid te handhaven en daartoe de in de tweede nota van wijzigingen opgenomen post "minder lasten nieuw beleid vanaf 1995" ad 50.000,= te schrappen; en gaat over tot de orde van de dag. Namens de fracties D66: L. Jansen, PSL. Tomassen en PvdA: C. Boerkoel. VOORZITTER: Het college stelt voor deze motie af te wijzen. Wil iemand nog het woord? Heer WITTE (GGS)Voorzitter, wij zijn het in grote lijnen met de strekking eens dat we heel kritisch moeten gaan kijken naar de middelen die we in de toekomst kunnen vinden voor nieuw beleid, alleen, wij vinden dat aan zoiets een discussie over de kerntaken van de gemeente vooraf moet gaan. Vandaar dat wij deze motie op dit moment niet kunnen steunen. VOORZITTER: Dan gaan we over tot stemming. CDA? Heer KROL (CDA)Voorzitter, juist vanwege onze financiële situatie, zullen wij tegen deze motie stemmen. VOORZITTER: 8 stemmen tegen. WD: 6 stemmen tegen. GGS: 2 stemmen tegen. PvdA: 2 stemmen voor, 1 stem tegen. D66: 2 stemmen voor, 1 stem tegen. PS2 stemmen voor. GPV/SGP/RPF: 1 stem tegen. Deze motie is met 19 stemmen tegen en 6 stemmen voor verworpen. Aan de orde is motie nummer 33 van CDA, D66 en PvdA, handhaving regels.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1993 | | pagina 322