13 oktober 1993
- 13
VOORZITTER: Ik wil de discussie beëindigen, we hebben twee termijnen gehad.
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, bij interruptie, voordat er misverstanden
ontstaan. Uiteraard streeft Gemeentebelangen Groen Soest naar het optimale,
maar als nu blijkt dat in deze raad geen meerderheid voor het optimale is te
halen, dan zijn wij in tegenstelling tot de WD er niet van overtuigd dat we
dan ook maar meteen terug moeten gaan naar het traditionele. Wij sluiten ons
dan wel degelijk aan bij het collegevoorstel. Ik dacht dat dat voor de andere
fracties ook gold.
VOORZITTERAls dat zo is, dan constateer ik dat er een meerderheid voor het
collegevoorstel is.
Het voorstel (RV 93-147) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, met de
aantekening dat de WD-fractie en de heer Heilof geacht willen worden tegen
te hebben gestemd.
Voorstel betreffende de gebiedsindeling o.g.v. de Wet Gemeenschappelijke
Regelingen.
Heer VAN LOGTENSTEIN (CDA)Voorzitter, in de turbulente wereld van
herindelingen en regiosamenstellingen is er nu een voorstel. Ik moet eerlijk
zeggen, dat voorstel is denk ik heel acceptabel, voor onze fractie in ieder
geval wel. We kunnen daar heel uitvoerig over discussiëren, maar de bedoeling
is om te blijven streven naar en te blijven uitgaan van een Gewest Eemland
zoals wij dat altijd hebben voorgestaan. Mocht dat absoluut niet haalbaar
zijn, alleen maar dan, dan, dan -dus eerst twee keer het eigen gewest en dan
pas- de optie zoals die hier is verwoord. Ik wil er twee dingen bij zeggen.
De voorwaarden op pagina 1 zijn zeer bepalend, R.B.U. mag niet afscheiden,
dat moet uitdrukkelijk ook binnen de gewestsfeer blijven.
In de tweede plaats heb ik een vraag. Er is ergens in de stukken een datum
genoemd, een datum van ingang, dat is 1 januari 1994. Dat leek ons wat snel,
kunt u daar eens op reageren?
Heer JANSEN (D66)Voorzitter, waar ik mee zit is niet het raadsvoorstel,
maar inderdaad met het stuk van de gewestraadsvergadering, waarin een
voorstel staat met a, b, c en d. Ik moet zeggen dat ik het helemaal eens ben
met de notitie van de secretaris daarover, die in feite dezelfde strekking
heeft als ik in mijn algemene beschouwingen gezegd heb. Dan kom ik tot de
conclusie dat wij als Soest zouden moeten voorstellen dat gewestvoorstel wat
punt d. betreft aan te scherpen en daar die voorwaarde in te verwerken. Want
wat daar staat is veel ruimer dan wat in de notitie van de secretaris staat.
Ik zou ervoor willen pleiten dat het voorstel van de gewestraad straks door
Soest geamendeerd wordt in de geest van die notitie.
VOORZITTERDat is dus wat het college u voorstelt.
Mevrouw GERRITSE (CDA) Dat is niet waar hoor, want het college stelt voor om
het stukje West Veluwe en Gelderse Vallei te schrappen en die zin veel ruimer
te maken. De heer Jansen stelt nu voor om de R.B.U. erbij te noemen. Dat is
een ander voorstel
VOORZITTER: Ten aanzien van dat onderdeel hebt u gelijk.
Als ik dan de heer Van Logtenstein antwoord mag geven? Ik denk dat u doelt op
de Kaderwet, dat daarin een ingangsdatum werd genoemd van 1 januari 1994.
Maar alles wijst erop dat die datum niet gehaald wordt.
Mag ik constateren dat de raad met het collegevoorstel kan instemmen?
Mevrouw GERRITSE (CDA)Nee, ik wil het nu even precies weten. U hebt hier
dus gezegd: wij willen die zin veranderen.
VOORZITTERHet collegevoorstel is u duidelijk en de heer Jansen heeft het
wat anders verwoord, maar dat is zijn zienswijze. Het gaat nu om het
collegevoorstel en daarvan heb ik geconstateerd dat de raad daarmee instemt.
Mevrouw GERRITSE (CDA)En praten we dan niet meer over zijn voorstel, of we