18 november 1993
- 26
zaak waarvan ik zeg: nou, dat is geen gemeentelijke taak, mijns inziens. Wij
hebben wel de gemeentelijke taak om, als er beschadigingen optreden aan
gemeentelijke monumenten, die te repareren.
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, ik ben verbaasd over het feit
dat de heer Menne, onze wethouder financiën, altijd heel erg op de letter en
op de penning, geen voorbehoud gemaakt heeft met betrekking tot de dekking.
De dekking wordt onder het hoofdstuk drie O's gedaan. Dat betekent dat we het
hele jaar door, als we maar drie O's kunnen vinden, dat ook naar voren kunnen
brengen en daar dan de dekking voor hebben. Ik vind het toch een beetje
vreemd. Dat neemt niet weg dat, vanwege het feit dat het een monument is, ik
vind dat het door moet gaan. Alleen, met de dekking heb ik toch wat
problemen.
VOORZITTER: Wat stelt u dan voor als dekking?
Heer BOERKOEL (PvdA)Ik ben niet met het voorstel gekomen, dus ik hoef ook
de dekking niet aan te geven. Het college komt met het voorstel, dus u geeft
de dekking aan.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Ja, maar voorzitter, we hebben toch een post
onvoorzien op de begroting om juist dit soort zaken te ondervangen?
Overigens, ja, het dreigt natuurlijk na datgene wat er bij agendapunt 4
besproken is een beetje flauw te worden om op deze manier met elkaar over en
weer in de clinch te gaan. Komt het college met zoiets, dan zeggen we als
raad: ja, college, dit is niet helemaal volgens de procedure en doen we dat
als raad, dan zegt het college dat tegen de raad. Ik denk dat we hier gewoon
heel nuchter in moeten zijn en dat we moeten zeggen: het is volkomen
onvoorzien en we moeten voorkomen dat het nog erger wordt dan het al is, dus
we moeten gewoon het geld beschikbaar stellen.
Wethouder VISSER: Mijnheer Meilof, we zullen de redactie voortaan heel
zorgvuldig op papier zetten.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Bij de volgende roestpartijwant dat duurt wel
weer even, natuurlijk. Wilt u het vastleggen voor over een halve eeuw?
Wethouder VISSER: Dat beleven wij niet meer, mijnheer Meilof.
VOORZITTER: We hopen dat u het allebei nog kunt meemaken.
Wethouder MENNE: Als we over onvoorzien praten, dan is dit denk ik wel een
voorbeeld. U zou bij het betreden van de kerk, mijnheer Boerkoel, hetgeen ik
u natuurlijk graag toewens, de klok op uw hoofd krijgen.
Heer BOERKOEL (PvdA)Ik ben al getrouwd.
Wethouder MENNE: Dat willen wij dus voorkomen. Het is volstrekt onverwacht en
zeer nodig om geen ongelukken te krijgen.
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, maar dat voorkomt de voorzienigheid toch, dat
zoiets gebeurt?
Heer LOKKER (CDA)De heer Witte heeft de klok horen luiden, maar weet niet
waar de klepel hangt.
VOORZITTER: Mag ik constateren dat de raad met het voorstel kan instemmen?
Het voorstel (RV 93-152) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Voorstel tot het nemen van een besluit artikel 70 Wet op het basisonderwijs
inzake een voor blijvend gebruik bestemde voorziening ten behoeve van de
Protestants Christelijke Basisschool "De Werveling".
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, het is misschien wel bijna een formele
opmerking. Wij hebben een alinea 'milieu-aspecten' onderaan staan. Het is