18 november 1993
- 28 -
een soort toezegging waarvan ik denk dat het gewoon in zo'n contract niet
kan. Ik denk ook dat het slecht is met het oog op de toekomst, dat daar een
precedentwerking van uit kan gaan, dat mensen kunnen gaan denken van: we
kunnen daar aan de gemeente van alles vragen en dan krijgen we dat wel. Ik
denk dat het een slechte zaak is om zo'n contract goed te keuren. Onze
fractie zal daar tegen zijn.
Mevrouw TOMASSEN (PS)Ook Progressief Soest is tegen de koppeling via
artikel 14. Wij vinden dat deze twee zaken onafhankelijk van elkaar
beoordeeld moeten worden, dus wij zullen tegen dit voorstel stemmen.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, voor ons geldt hetzelfde als al is
verwoord door D66. Het feit dat je een koppeling maakt in dit soort
contracten betekent dat de prijsbepaling een stukje objectiviteit verliest,
want je gaat dingen elkaar laten beïnvloeden, maar je weet niet hoe groot en
wat de beïnvloedende factor is. Tegelijkertijd ga je, omdat je iets graag
wilt, je wilt die grond graag hebben, misschien dingen toezeggen waar je niet
dat beoordelingscriterium op loslaat dat zou moeten. Het betekent: twee
subjectieve gegevens die insluipen, die ik gevaarlijk vind. Ik vind dat er
een andere wijze van overleg gepleegd moet worden, ik vind ook dat er tot
grondverwerving gekomen moet worden. Het is niet zo dat wij tegen deze
planvorming zijn. Anders moet het maar onteigening worden, als het niet
anders lukt
Heer EBBERS (WD)Voorzitter, wij hebben in de commissievergadering
nadrukkelijk een voorbehoud gemaakt. Wij vonden ook dat het hebben van die
koppeling die erin zit, die in de koopovereenkomst is opgenomen, eigenlijk
een onjuiste zaak was. We hebben er uitvoerig over gesproken en in het kader
van het algemeen belang willen wij wel met dit voorstel meegaan, mits wij van
de wethouder de toezegging krijgen dat dit soort koppelingen in het verleden
alsjeblieft eens een keer op een andere manier, althans niet op deze wijze,
aan ons overgebracht wordt, want het is een krankzinnige manier dat je het
planologische koppelt aan een stuk grondaankoop die op deze wijze aan ons
voorgelegd wordt. Wij zullen het voorstel dus steunen, maar wij willen graag
de precedentwerking die hiervan uitgaat voorkomen door te zorgen dat het niet
meer voorkomt
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Mag ik even interrumperen? Mag ik de heer Ebbers
vragen of hij het zo formuleert dat als het overgenomen wordt, dat het ook
nut afwerpt in de toekomst en niet alleen naar het verleden? Oftewel, wilt u
B&W vragen of ze over de toekomst beloven dat deze koppelingen niet meer
voorkomen en niet dat het in het verleden niet voorgekomen zou hoeven zijn?
VOORZITTER: Ik denk dat het een verspreking was, de heer Ebbers zei
"verleden" en ik denk dat hij de toekomst bedoelde. Dat bevestigt de heer
Ebbers
Heer VAN LOGTENSTEIN (CDA)Voorzitter, ik had eigenlijk willen wachten tot
agendapunt 14, omdat in 12, 13 en 14 een soort opbouw zit. Het is louter
toeval dat we ze achter elkaar behandelen, maar 12 is een normale, reguliere
aankoopsom met condities, 13 is er één met planologische condities en 14
wordt er één met een tegemoetkoming in een wens tot het kopen van een perceel
grond van de gemeente in de toekomst. Inderdaad, we hebben er in de commissie
uitvoerig over gesproken, het was een toch wel geladen discussie, kunt zich
dat voorstellen, nadat we net in dezelfde commissie de hele affaire Taphoorn
hadden behandeld en de contracten die daaraan ten grondslag lagen, de
duidelijkheid en onduidelijkheid. In principe is er toen een stemming
ontstaan in de financiële commissie van: eigenlijk, gemeente, zouden we ons
wat terughoudender moeten opstellen ten aanzien van het tegemoet komen aan
ongerede, zelfs ongerelateerde wensen, want bij 14 is er naar onze mening een
niet-gerelateerde wens. Toen hebben we ook gezegd: we zijn daar tegen, we
zijn tegen die gedragslijn. Dat wil niet zeggen dat u helemaal niets mag
doen, dat wil alleen maar zeggen dat we erkennen dat het heel moeilijk is in
dat gebied. Dat is ook al eens eerder gezegd, dat in onze nieuwe ontwikke
lingsgebieden de grondverkrijging een probleem zal zijn. Daar lopen we elk
moment tegenaan. Alleen, hoe meer wij ingeven bij incidentele situaties, hoe
