16 december 1993
- 26 -
op de agenda. Het is behoorlijk jammer om te horen dat er verschillende
fracties zijn die eraan twijfelen, die duidelijk zeggen dat ze een negatief
besluit moeten nemen voor de Van Weedestraat, vanwege formele zaken die
eerder zijn voorgevallen. Het is heel vreemd om te merken dat, terwijl die
partijen zich zo druk maken over de Van Weedestraat en wat er allemaal moet
gebeuren, het oog voor een architectonische kwaliteit die daar zou moeten
worden gerealiseerd, zo scheel is als het vanavond blijkt te zijn. Dat is een
trieste zaak. Wij zijn van mening dat de Van Weedestraat, wat je daar ook
wilt, of je er een hoofdwinkelcentrum wilt of wat dan ook, gebaat is bij een
betere inrichting waarbij de Lindenhof het uitgangspunt is, de villa. We
moeten dan ook tot onze spijt zien dat er een meerderheid in deze raad is die
vanwege formele regels zo'n cruciaal punt van Soest toch menen dat daar
dingen moeten gebeuren waarvan we zeggen: het is jammer. Mijn fractie stelt
nog steeds dat naar onze mening de urgentie niet aanwezig is en dat er ook
geen artikel 19 procedure moet worden gestart. Wij vragen om een hoofdelijke
stemming
VOORZITTER: Dan heb ik alle fracties gehad en geef ik eerst het woord aan
wethouder Swinkels
Wethouder SWINKELSVoorzitter, voor de goede orde, op de een na laatste
alinea op pagina 2 van het raadsvoorstel ziet u staan: "Alles overwegende kan
wethouder Swinkels zich niet met dit voorstel verenigen, vanwege de verkeers-
aspecten." Voorzitter, ik moet u zeggen, nu ik de duidelijke politieke
toezegging heb van CDA en PvdA dat zij attent zullen zijn op de aspecten van
het verkeer doordat zij toestemming toezeggen over het herinrichten van de
Van Weedestraat, het beter begaanbaar maken van het traject -wat bemoeilijkt
wordt door ieder bouwplan dat we hier starten-, nu deze partijen en het
GPV/SGP/RPF daar instemmend over geantwoord hebben, kan ik mij op dit moment
dit minderheidsstandpunt niet meer permitteren. Ik zal dat intrekken.
Wethouder VISSER: Ik constateer, voorzitter, dat de meerderheid van de raad
dit voorstel steunt.
VOORZITTER: Wenst iemand in tweede termijn het woord? We gaan over tot
hoofdelijke stemming. De stemmingen vangen aan bij nummer 24, dat is de heer
Krijger. Ik breng het voorstel van het college nu in stemming.
De heer Boerkoel is tijdens de stemmingen niet in de raadzaal aanwezig,
(notuliste)
de heer Krijger, tegen; de heer Van Wuijckhuijse, tegen; de heer
Witte, tegen; mevrouw Swinkels, voor; de heer Van den Deijssel, tegen;
de heer Zwaanenburg, voor; mevrouw Gerritse, voor; mevrouw
Stekelenburg, voor; de heer Lokker, voor; de heer Van den Breemer,
voor; de heer Verheus, voor; de heer Krol, voor; de heer Menne, voor;
mevrouw Blommers, tegen; de heer Kingma, voor; de heer Ebbers, tegen;
mevrouw Van Eek, voor; de heer Meilof, voor; mevrouw Spijk, tegen;
mevrouw Van Gorkum, tegen; de heer Van Logtenstein, voor; de heer
Plomp, tegen; mevrouw Tomassen, tegen; de heer Visser, voor; de heer
Jansen, voor; de heer Blaauw, tegen.
VOORZITTER: Dan constateer ik dat het voorstel van het college is aangenomen
met 15 stemmen voor en 11 stemmen tegen.
Het voorstel (RV 93-194) wordt, na hoofdelijke stemming, aangenomen.
7. Voorstel tot het vaststellen van een bezwaarschrift tegen het ontwerp-
streekplan.
Heer VAN DEN BREEMER (CDA) Voorzitter, toen wij dit bezwaarschrift in de
commissie ruimtelijke ordening besproken hebben, zou het logisch geweest zijn
als we ook het bezwaarschrift van het gewest daarbij betrokken zouden hebben,
omdat dat op één lijn dient te liggen eigenlijk. Dat was op dat moment niet
mogelijk, omdat we er niet over konden beschikken op dat moment. Daarna
hebben we dat uiteraard wel gekregen en bekeken en op de eerste plaats zijn
we het met ons bezwaarschrift naar de provincie toe eens, maar met het