- 30 - 16 december 19 93 - 31 - dat et r de ina 4, en dat se- en in ug te niet it wel ft ieren uist .ar als .an het Le raad ■enZo :je ijken i we niet if i m.e.r even in het Ir komt in weer Maar irom- ineens ;abene bouwen doen altijd illen mee nodig .n iwijkt Het U ïeeft jmarkt slijk lat het leze ïks spelen. Lncie Llen we eerst eens even kijken in hoeverre het echt reëel een rol speelt op de Soester woningmarkt alvorens we consequenties verbinden aan dat aantal woningen in Soesterberg. Ik denk dat die redenering volstrekt terecht is. Toch nog een opmerking naar de heer Witte, die zegt: waarom maken we eigenlijk bezwaar? Het is jammer dat hij er even niet is, hij wil het blijkbaar niet horen. Waarom maken we eigenlijk bezwaar, want die beperkingen richting Soest ten aanzien van bouwmogelijkheden, is toch eigenlijk prima. Nou, we kennen zijn standpunt ten aanzien van de structuurvisie en in dat opzicht is het misschien begrijpelijk, maar de heer Meilof zei al terecht dat we in de afwegingen bij de structuurvisie al hebben moeten concluderen dat de ruimtelijke mogelijkheden ons al tot pakweg ongeveer 50% van het voldoen aan de woningmarktbehoefte brengen tot 50% en niet tot 100%. Dat geeft al een probleem weer. Tegelijkertijd denk ik dat het van heel groot belang is dat in ons bezwaarschrift heel nadrukkelijk is aangegeven dat er een volstrekte tegenspraak zit in het verhaal van de provincie door aan de ene kant tot 2005 zeer beperkend -nog beperkender dan we zelf al zijn- op te treden en tegelij kertijd te zeggen: maar u behoort wel tot een stadsgewestelijk verstedelij- kingsgebied en na 2005 behoort u tot een zogenaamde zoeklocatie, dan gaan we zoeken naar nieuwe locaties voor woningbouw en werken. Nou, dat is volstrekt met elkaar in tegenspraak. Ik denk dat wij terecht vanuit onze besluitvorming over de structuurvisie met ons afrondingsscenario aankaarten dat de provincie tegenstrijdig handelt in dat opzicht en ons nadrukkelijk in dat opzicht zou kunnen helpen in de zin van de besluitvorming ten aanzien van de structuur visie, om zich daaraan te conformeren en tegelijkertijd zich in het streek plan ook te conformeren aan onze besluitvorming om het daarbij als afronding voor Soest te laten en ons niet tot zoeklocatie te benoemen na 2005 De heer Plomp heeft nog gezegd: Jachthuislaan en Soesterbergse woningen zouden mogelijk uitwisselbaar zijn. Ik denk dat ik in mijn reactie duidelijk heb aangegeven hoe de situatie ten aanzien van de Soesterbergse woningen gezien zou moeten worden. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, ik heb een voorstel wat betreft hetgeen de heer Plomp zegt. Als ik een groot deel van de raad hoor, dan is die plek van de Jachthuislaan toch wel een wat dubieus gegeven. Of we daar zo enthousiast op inspringen om dat te gaan bestrijden, die gedachte van de provincie. Ik ben zeer bereid om te zeggen: oké, dat Soesterbergse, laat dat dan maar staan en dat zie ik dan als een soort ruilobject. Met andere woorden, het mij om de hoeveelheid woningen. Dat is ook wat de heer Plomp zegt. Dus als wij op een gegeven moment duidelijker minder dingen aanvoeren waar we tegen protesteren, dan is de kans ook groter dat datgene waar we tegen protesteren door de provincie overgenomen wordt. Als we tegen alle dingen protesteren waar zij net iets afwijken van onze voorstellen, dan suggereert dat toch een beetje dat we er niet over nagedacht hebben en dan heb ik het idee dat het ook wat riskant is. Dus ik zou er veel voor voelen om een voorstel in die richting hier met elkaar aan te nemen dat we bijvoorbeeld de Jachthuislaan inleveren in de zin zoals de provincie dat voorstelt. Dat is ook niet het minst onbelangrijke gebied. Heer VAN DEN BREEMER (CDA) Voorzitter, als ik de wethouder goed heb beluisterd, is hij dus bereid om die brief uit te laten gaan naar het gewest ter verduidelijking van ons bezwaarschrift wat betreft de Richelleweg en het golfgebeuren Wethouder VISSER: Als u maar de helft gehoord hebt van wat ik gezegd Ik heb er nog een heel verhaal omheen gehouden, is dat ook bij u overgekomen? VOORZITTER: Goed, dan bent u het samen eens. Heer JANSEN (D66)Voorzitter ik heb een aantal mensen gehoord om de restcapaciteit wat te verkleinen, het verhaal van de heer Plomp en ook het antwoord van de heer Kingma. Ik dacht toch dat wij twee afspraken hadden voor de toekomst, namelijk een maximum-bouwplan per jaar en een maximaal inwoner tal. Ik kan niet aan de indruk ontkomen de laatste tijd, zeker ook als gevolg van het vertrek van de Amerikanen, dat het inwonertal veel harder zal stijgen dan onze afspraak toelaat. We hoeven dus niet zo bang te zijn dat een aantal woningen inderdaad niet doorgaan, bijvoorbeeld aan de Jachthuislaan. Dat zal

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1993 | | pagina 468