7 april 1994
- 2 -
gemeente Soest. Kennis, kunde, kwaliteit gaat verloren. Jongeren staan echter
klaar om het over te nemen. Bij elkaar opgeteld gaan er 104 jaren uit deze
raad weg: de heer Menne 18 jaar, de heer Kingma 14 jaar, de heer Verheus 32
jaar, de heer Ebbers 28 jaar, mevrouw Van Gorkum 4 jaar, mevrouw Van Eek 4
jaar en de heer Van den Deijssel 4 jaar. Bij elkaar kom je dan op 104 jaar,
dat is niet gering.
Ik wil dan nu beginnen met als eerste toe te spreken wethouder Menne.
Jan Laurens Menne is geboren -voor zover u dat nog niet wist- op 12 augustus
1936 te Venhorst. Dat is Noord-Brabant, dacht ik. Dat zeg ik er even bij,
want tegenwoordig is de aardrijkskunde ook niet meer wat het was. Wij leerden
dat nog, waar Venhorst lag, maar de jongeren waarschijnlijk niet meer. Ik zal
over zijn jeugdjaren niet te veel vertellen, wel is mij opgevallen -dat houdt
ook verband met zijn huidige functie- dat hij in zijn studententijd het
stadhuis in Tilburg met een aantal studenten heeft bestormd. Kennelijk is dat
zo'n succes geweest, dat daar de kiem is gelegd voor zijn huidige wethouder
schap. Maar daar zit nog een heleboel tussen. Hij heeft zijn studie doctoraal
economie gehaald in 1965, is in dienst getreden bij de Nederlandse baksteen
industrie, dat kwam later ook weer van pas toen hij het gemeentehuis mocht
bouwen, althans daar toezicht op hield. Hij was daar directie-assistent tot
1966. Van 1966 tot 1969 was hij werkzaam bij het Ministerie van economische
zaken als wetenschappelijk medewerker. Ik heb begrepen dat hij bij het
ministerie de huidige minister-president Ruud Lubbers voor het eerst heeft
ontmoet. Dames en heren, ik verklap u geen geheim, want als u op zijn kamer
komt, dan ziet u een groot portret van de grote leider, de heer Lubbers
staan. Maar de heer Menne zorgt ook voor het nodige evenwicht, want vóór dat
portret staat sedert een aantal weken het boek «Honderd jaar Drees». De
relatie daartussen, daar ben ik nog niet helemaal achter, maar dat zal de
heer Menne ons straks misschien uitleggen. Ik sla even een stukje over, bij
het Ministerie van financiën heeft hij nog een tijdje gewerkt, dat is hem
hier natuurlijk ook goed van pas gekomen. Vanaf 19 76 -inmiddels woont hij dus
in Soest- maakt hij deel uit van onze gemeenteraad, in 1978 al als wethouder.
Vanaf dat moment tot volgende week heeft de heer Menne vrijwel alle
portefeuilles in de verschillende perioden mogen beheren. Ik zal ze niet
allemaal noemen, want we hebben zoveel portefeuilles. Vanaf 1990 was u mijn
vervanger en in het bijzonder daarvoor wil ik u ook heel hartelijk dank
zeggen. Terugkijkend op uw periode, mijnheer Menne, vallen een aantal dingen
op. Ik heb in het bijzonder de laatste viereneenhalfjaar ervan mogen
meemaken, maar een aantal vat ik maar samen in termen, trefwoorden:
werkgelegenheid, geld, financiën, werkloosheidsbestrijding, allochtonen aan
het werk helpen, dat allochtonen zich eigen maken met de Nederlandse taal en
volwasseneneducatie. Dat zijn een aantal zaken die er steeds uitspringen. U
was zeer nauw betrokken bij alles wat er in onze gemeente heeft plaats
gevonden. U kende velen in Soest, hoewel u niet geboren bent in Soest. Dat
heeft u steeds goed weten te benutten, had aan de andere kant, als ik u
toch mag typeren, groot gevoel voor details. Daar -dan verklap ik een beetje
uit het college, dat mag dan één keer, het blijft ook bij één keer- hadden de
andere collegeleden soms wel wat moeite mee, want wij wilden doorgaan. Ik kan
u zeggen, soms was ik vijf agendapunten verder en dan kwam de heer Menne nog
even weer terug op een detail van wat wij al besloten hadden. Gisteravond
tijdens een bijeenkomst van het college, werd gezegd dat het niet tijdens
dezelfde vergadering was, maar soms vier weken later. Maar we zijn eruit
gekomen en we hebben deze vier jaar met elkaar volbracht en uitgezeten zonder
brokken. Dat is ook mede aan de heer Menne te danken.
Een paar hoogtepunten uit uw loopbaan hier, ik zal ze niet allemaal noemen.
U hebt Soest financieel gezond gemaakt, uiteraard met behulp van onze
medewerkers, maar u was toch de politiek verantwoordelijke daarvoor.
Hetzelfde geldt voor de bouw van dit prachtige raadhuis, waarvan sommigen
misschien hier voor het eerst zijn. Wij zitten nu ruim drie jaar in het
nieuwe gemeentehuis en we zijn er bijzonder gelukkig mee. U ziet het hoe
fraai het is, ook voor een avond als vandaag.
Mijnheer Menne, u staat bekend om uw gevoel voor humor, ze noemen dat wel
«droge humor». U hebt de bijnaam «ijzeren wethouder». Daar heb ik aan zitten,
denken, hoe komt u nou daaraan? Nou, ik heb dat gevonden bij de Chinezen,
want als u het boek Yanti Lun leest, dat is een dispuut over het zout en het
ijzer, de kunst van het regeren, het dispuut tussen politici, wijzen en
geleerden, zo'n 2000 jaar geleden in China. Als je dan weet dat ijzer en zout