7 april 19 94
omdat niet alles even goed voorbereid was, beter voorbereid had kunnen
worden. Maar het zij zo. Voorzitter, mag ik u namens alle raadsleden hier
bedanken voor de goede leiding die u gegeven hebt aan de raadsvergaderingen?
Ikzelf heb er altijd versteld van gestaan hoe u in alle evenwicht en in alle
rust de vergaderingen leidde, hoe hectisch het af en toe ook was. Het
reglement van orde hanteerde u gewoon punctueel en ik denk dat dat een hele
goede zaak is geweest en dat toch de nodige rust op die manier in de
vergaderingen is gebleven. Rest mij om ook de secretaris te bedanken voor de
enorme steun en toeverlaat die hij voor alle fracties is geweest en nog
steeds is. Je hoeft maar te bellen voor een afspraak en je bent altijd
welkom. In hem ook zijn heel ambtelijk apparaat, dat altijd -inclusief de
bodes, de secretaresses en de notuliste, iedereen in dit huis onder leiding
van de secretaris- tot enorme steun van de fracties en de raadsleden is
geweest. Ik denk dat dat een van de zaken is waardoor wij hier zo prettig
hebben kunnen werken. Deze steun maakt ook het raadswerk in Soest tot een
plezierig werk dat wij allemaal graag doen. Ik dank u hartelijk daarvoor.
VOORZITTER: Hartelijk dank, mijnheer Blaauw voor de woorden die u gesproken
hebt. Dan, dames en heren, geef ik nu het woord aan wethouder Menne
Wethouder MENNEBurgemeester, dames en heren, geachte raadsleden. Dank voor
uw komst van zo ver, ik heb gezien uit vele andere gemeenten beneden de
Moerdijk, zoals Berkel-Enschot, Tilburg, Roermond, Maassluis, Arnhem, Gouda,
Rotterdam, Utrecht, enzovoorts. Dank ook voor de goede woorden. De
burgemeester en ook de nestor die met zoveel waardering voor de wethouders
spreken, dat kan nooit kwaad.
Toch is het betrekkelijk, het wethouderschap. Elke vier jaar ontstaat er in
honderden gemeente een run op de wethouderszetel. Maar toch is het
betrekkelijk, deze heerlijke hondebaan. Een kennis van me van vroeger -die
het overigens goed kan doen- vatte het onlangs als volgt samen. Het ging
ongeveer zo: "Zo Jan, ben jij in dit dorp al die tijd wethouder geweest?" Ik
zeg nog enthousiast: "Ja hoor, zestien jaar." Waarop hij zegt: Tja, ook wat,
zeg. Toch kon je vroeger redelijk goed leren."
Ik dank ieder met wie ik in deze periode mocht samenwerken. Het ging wel
aardig goed, meestal. Er was wel eens een keertje wat. Wel eens. Het
toenmalige hoofd van de afdeling financiën vatte dat zo'n zeven jaar geleden
subtiel samen. Eerst moet ik even zeggen, een hoofd financiën, dat is
natuurlijk een hoge. Hoofd van de afdeling financiën is zo'n hoge ambtenaar,
hoger dan een hoofd financiën kan je eigenlijk niet wezen. Ik zie daar ook
het hoofd financiën van de gemeente Amersfoort zitten. Hoger kan eigenlijk
niet. Ja, behalve dan natuurlijk de wethouder financiën. Een béétje hoofd
financiën is tevens secretaris van die raadscommissie. Er was eens een
belangrijke commissievergadering. Dat is voorgekomen. Een lange agenda, vele
zaken. Wij lopen -die secretaris van destijds en ik- naar de commissiekamer
en vlak voor de deur vraag ik nog aan de secretaris, de heer Van Dongen: zijn
er nog berichten van verhindering? We staan zo voor die deur in het oude
gemeentehuis en hij kijkt nog even zo naar binnen, de raadsleden zaten er al,
het was nog anderhalve minuut, ze zaten dus te wachten en ik vroeg dus: zijn
er nog berichten van verhindering? Toen keek hij naar binnen en zei: "Helaas
niet, wethouder."
Dames en heren, wij doen bijna alles in dit mooie gebouw, het is zojuist ook
al gememoreerd en allemaal voor de Soester inwoners. Dat betekent op de
eerste plaats luisteren en nog eens luisteren. Het spreekuur dat wij houden,
dat heet wel spreekuur, maar het is vooral luisteren. Dat uur, dat klopt ook
zelden. Af en toe kreeg ik van thuis brood mee. We hebben een mooie kantine
boven, dat weten we allemaal, daar is het goedkoop. Maar af en toe brood uit
de la is nog goedkoper. Bij enkele topambtenaren is dat bekend dat ik wel
eens een keertje niet in de kantine kom omdat ik dan uit de la eet, om tijd
te winnen, zodat ik er dan een schepje bovenop kan doen. Nu had zich ongeveer
een jaar geleden een Soester inwoner aangekondigd voor het spreekuur, van wie
bekend was bovendien dat hij lang van stof was. Nu is het zo dat de heer
Reumerman, hoofd van de afdeling grondzaken, zei: "Tja, we hebben eigenlijk
niet zoveel tijd om daar allemaal bij te zijn, weet je wat, wethouder, u zegt
gewoon tegen hem dat u maar voor één keer brood bij u heeft
Burgemeester, dames en heren, ik had nog gauw even willen zeggen dat Soest zo
onbeschrijflijk mooi en de moeite waard blijft om ook bij de bezuinigingen en