nr05
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest
op dinsdag 12 april 1994, aanvang 19.30 uur.
voorzitter: de heer J. de Widt, burgemeester;
Secretaris: de heer W.P. de Kam.
Aanwezig de leden: B.D. Anderson, J.A. Baks, W.A. Blaauw, mevr. A.
Blommers - Biezeno, C. Boerkoel, A.W. van den Breemer, S.H. Brunekreef,
mevr. B.M. Gerritse - van Ee, T. Glastra, mevr. L. Hartering - van den
Broek, P.V. ten Hove, mevr. E. Huberts, F.L. Jansen, R. Joustra, A.F.M.
Krijger, R.W. Krol, R.A. van Logtenstein, J.P.J. Lokker, W.R. Meilof,
G.A.W.G.A. Plomp, mevr. W.A.A. Stekelenburg -Ruitenburg, mevr. J.M.
Swinkels, mevr. A.D. Tomassen - Holsheimer, J. Visser, H.L. Witte, J.B.
van Wuijckhuijse en J.A. Zwaanenburg.
VOORZITTER: Met deze hamerslag open ik deze openbare raadsvergadering, de
eerste in een nieuwe periode van vier jaar. Ik wil alle gekozen en toegelaten
27 raadsleden van harte welkom heten, in het bijzonder degenen die hier
vanavond voor het eerst zijn. Het is een feestelijke avond, want zo is het
toch, te zien aan alle bloemen. Ik heb de indruk dat iedereen blij is en dat
is een start die je je altijd wenst. Ik hoop dat we dat de komende vier jaar
ook zo zullen houden met elkaar, dat we in dezelfde goede geest sportief met
elkaar zullen omgaan, hier in deze prachtige raadzaal. Kijkend naar de
tribune, zowel boven als beneden, denk ik dat we een helemaal vol huis hebben
vanavond, dus ik wil ook in het bijzonder al degenen begroeten die er
vanavond zijn om de installatie van de nieuwe gemeenteraad van Soest mee te
maken en door uw aanwezigheid daar extra luister bij te zetten. Hartelijk
welkom u allen.
1. Beëdiging leden van de raad.
VOORZITTER: Wij gaan nu over tot de installatie van de raadsleden. In zoverre
is er een novum, dat u voor het eerst een eed of een belofte aflegt in het
kader van de nieuwe GemeentewetIn de oude gemeentewet moest u twee eden of
beloften afleggen, eerst een zuiveringseed en vervolgens een ambtseed. Daar
wordt nu niet meer over gesproken, er is nu één eed of belofte en de tekst
zal ik zo voorlezen. Er wordt niet meer gesproken over het voorstaan en
bevorderen van de belangen van- de gemeente, maar over "het naar eer en
geweten vervullen van de plichten als lid van het gemeentebestuur"Het leek
me goed, voordat u tot de eedsaflegging of de verklaring en de belofte
overgaat, dat u eerst een stukje historie weet, zodat u goed beseft wat u nu
gaat doen.
Ik wou het zo doen dat ik de kring rechtsom ga. Ik zal eerst de tekst
voorlezen van de eed en de verklaring en belofte zoals die in de Gemeentewet
staat. Dan zal ik de naam van het raadslid noemen en er even bij vermelden
zoals u het aan mij hebt opgegeven of u de eed of de belofte aflegt. Als u de
eed aflegt, dan zegt u, nadat ik de tekst heb voorgelezen en bij u kom om uw
naam te noemen: "Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!". Heeft u kenbaar
gemaakt dat u de belofte wilt afleggen, dan zegt u, nadat ik u daartoe heb
uitgenodigd: "Dat verklaar en beloof ik!". Ik neem aan dat het zo duidelijk
is
Mag ik u dan uitnodigen allen te gaan staan? Hetzelfde geldt voor de publieke
tribune voor zover u fysiek in staat bent daartoe.
Alvorens uw functie te kunnen uitoefenen, leden van de raad, leggen de leden
van de raad in handen van de voorzitter de volgende eed (verklaring en
belofte) af.
"Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden.