12 april 1994 - 5 - begrip voor elkaar en dat het de pijn van het slikken wat zal verzachten voor de partij van de heer Zwaanenburg. Dan wordt het onbehagen misschien echt een mythe en schrijven raadsleden voortaan in een receptenrubriek in de Soester Courant Terug naar het beleidsprogramma, dat uiteindelijk het eindprodukt is geworden van naar ons idee schijnbaar open onderhandelingen. In veel zaken hebben wij inbreng kunnen hebben. Het programma biedt op veel onderdelen ruimte voor verschillende invullingen, is geschreven, zou ik haast zeggen, met het oog op een breed draagvlak in de raad, uitmondend in een zo breed mogelijk college. Dat het dat niet werd, werd ons gaandeweg de onderhandelingen duidelijk, vandaar dat wij besloten op de één na laatste bijeenkomst onze deelname te beëindigen. Niet uit wrok of woede, maar omdat onze kiezers ons niet kozen om een toneelspel op te voeren. Wij hadden helderheid beloofd. Dat betekent, voorzitter, concreet dat wij het beleidsprogramma als richting gevend voor het beleid op delen kunnen ondersteunen Voorstellen, voort vloeiend uit het programma waar wij ons verkiezingsprogramma in kunnen herkennen, zullen we dan ook steunen. Het programma is op onderdelen zó open dat er nog alle kanten mee op gegaan kan worden. Als de uitkomst van deze verkiezingen leidt tot het verstevigen van partijposities die op grond van de uitslag twijfelachtig zijn, geeft dat bij ons twijfels over de concrete uitwerking van het beleidsprogramma. Het zal de taak van de komende coalitie worden te laten zien in een democratie dat er ruimte is voor daadwerkelijke invloed van de minderheid. Samen werken aan een leefbaar Soest, daar staan we tenslotte allemaal voor. Afsluitend, voorzitter, zal het u niet verbazen dat wijop grond van wat ik hiervoor heb opgemerkt, het programma zoals dat voor ons ligt op dit moment niet steunen. VOORZITTER: Dank u wel. Is er iemand anders die het woord wenst? De heer Krijger heeft het woord. Heer KRIJGER (WD)Mijnheer de voorzitter, wat korter als de heer Baks, twee reacties. Allereerst, geboren uit enig onbehagen -laat ik het zo maar netjes noemen- van de heer Baks, begrijp ik dat hij nu al denkt dat bijna de hele raad BAM wil laten afslanken. Nou, daar zullen we vier jaar de tijd voor moeten nemen, hij zelf ook. Een tweede punt, wat zakelijker. Als we kijken naar het beleidsprogramma, zoals nu aan ons voorgelegd, dan herken je er veel in en een aantal dingen ook niet. Het heeft ook te maken met als we kijken vanavond naar wat hier zit. We hebben te maken met een pluriforme samenleving. Die samenleving vindt zijn vertegenwoordiging hier in deze raadzaal, nu in maar liefst acht -en één groepering vertegenwoordigt eigenlijk al drie groeperingen- partijen. Een pluriforme samenleving, veel onderscheid je van de ander. Daar kun je vier jaar naar zoeken, naar wat je onderscheidt. Maar wat constructiever vinden is nu voor ons neergelegd. Wij zoeken naar overeenstemming. Natuurlijk, wat de heer Baks zegt, de overeenstemming is niet zo dat alles tot op de letter al geregeld is. Dat is juist ook weer die samenleving: die verandert. Dus je kunt nu niet al een spoorboekje neerleggen voor vier jaar. Het beleids programma, daar waar wij ons kunnen vinden in de afspraken die met andere partijen zijn gemaakt -als iedereen zo meteen het programma dus accordeert- wordt door mijn fractie volledig ondersteund. Een opmerking daarbij. De wijze waarop het verwoord is doet mij denken aan een eerder raadsbesluit. Niet een raadsbesluit dat unaniem was -dat hadden sommigen onthouden- maar een raadsbesluit dat soms heel ver kan strekken voor wat betreft zijn werking. Wij hebben jaren geleden als gemeenteraad één ambtenaar aangesteld. Je mag er ook niet meer aanstellen: onze enige eigen ambtenaar is de gemeentesecretaris. Het is al gezegd, hij spreekt ook soms als Thomasvaer met Pieternel, maar dat zijn andermans teksten. Wij vinden dat deze teksten zijn verwoord op een manier die mijn fractie graag onderstreept voor de komende vier jaar. VOORZITTERDank u wel. Wie mag ik verder het woord geven? De heer Meilof. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF) .- Dank u, voorzitter. Sinds deze verkiezingen ben ik niet als de allergrootste partij in de raad terecht gekomen. Ik wil dan ook melden dat de discussie rond het hele beleidsprogramma mij in zekere mate wel

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1994 | | pagina 152