12 april 1994
we de grote lijnen moeten volgen, meen ik toch dat die commissievergaderinge;
alleen maar langer en zwaarder gaan worden. Niet alleen voor de raadsleden,
maar ook voor de insprekers die we kunnen verwachten. Ik denk ook dat verder
diepgaande, inhoudelijke discussies nauwelijks mogelijk worden, vooral als
ernaar streven om om half elf te stoppen. Het is nu al gebleken de laatste
tijd dat de klok van twaalf dichterbij kwam. En dan heb ik het nog maar over
een commissie die helemaal niet zo breed was qua portefeuille.
Ik denk ook, voorzitter, door -wat ik begrepen heb- u een aantal taken toe ts
dienen, zoals informatiebeleid, voorlichting, mediabeleid, onderwijs, gezond'
heidszorg, maatschappelijke dienstverlening en coördinatie veiligheidszorg,
opgeteld bij wat u de laatste tijd al gedaan hebt, dat die ik net noemde in
ieder geval politiek dakloos worden en dat het niet meer mogelijk is om
politici daarop aan te spreken, omdat u dat niet bent, u staat eigenlijk
boven de partijen. En dat zal ook de komende jaren heel moeilijk worden,
vermoed ik.
Als ik dan zie hoe de portefeuilleverdeling is, waarvan op de agenda staat
dat die straks nog wordt bekokstoofd, maar waarvan ik het vermoeden heb dat
het al geregeld is, dan is het eigenlijk een ratjetoe. Als ik zie wat er
allemaal gecombineerd is en wat er uit elkaar getrokken is, dan denk ik dat
dat geen goede zaak is. Het zal dan ook vooral voor de burgers, maar ook vooj
de werkzaamheid van de raad een onmogelijke taak worden om dat straks
allemaal op een goede manier te doen, terwijl we toch altijd gezegd hebben
dat we per afdeling eigenlijk naar één wethouder moeten streven. Als ik dan
nu zie dat welzijn over alles verdeeld is, dan denk ik dat het niet goed is.
Behalve dan voor die bedreigde gehandicapte Surinaamse bijstandsmoeder, die
nu kan rekenen op de steun van drie wethouders en één burgemeester. Ik denk
ook dat het programma WELzijn zal ons een ZORG zijn, dat volgens het
beleidsprogramma 1994 - 1998 .met voortvarendheid zal moeten geschieden",
de uitwerking daarvan op deze manier niet goed gaat. Ook in de raadsperiode
van 1986 - 1990 is gebleken dat bijvoorbeeld het verkeer eigenlijk in
dezelfde portefeuille moet zitten als het regelen van de wegen, de maatrege
len die genomen moeten worden om de wegen en straten in te richten. Nu wordt
het toch weer uit elkaar getrokken. Daar hebben we geen goede ervaring mee.
Voorzitter, de voorbeeldfunctie, de heer Boerkoel noemde dat woord toen hij
dacht dat het een bezuiniging was om in plaats van vier wethouders er maar
drie te benoemen, dat het nogal wat scheelde. Maar ik kan u vertellen dat,
gezien de wachtgeldregelingen, dat marginaal is. Trouwens, een voorbeeld
functie, mijnheer Boerkoel, wie geeft er eigenlijk het voorbeeld? Niet
natuurlijk de Partij van de Arbeid, die straks gewoon het volle salaris
krijgt, tenminste, zijn wethouder. Ook niet het CDA, ook niet de WD, maar
het zijn de overige partijen die dus kennelijk die bezuiniging toepassen.
Kortom, voorzitter, we moeten het niet over geld hebben, ook niet over
getallen, ik denk dat het geheel wat ons te wachten staat niet in verhouding
is met de te verwachten schade die we straks gaan oplopen in de komende vier
jaar. Namens vijf partijen dien ik dan ook een motie in. Dat doe ik namens
GPV/SGP/RPF, de partij van de heer Meilof, ik doe dat namens D66, mevrouw
Swinkels heeft het ondertekend, namens Gemeentebelangen Groen Soest, de heer
Witte en namens Burgers met een Andere Mening, de heer Baks en uiteraard
mezelf, om alsnog straks in de pauze verstandig te zijn -want anders gaat het
echt verkeerd- en een vierde wethouder te creëren en een evenwichtige
portefeuilleverdeling toe te passen. Ik nodig de heer Van Gent uit om deze
motie uit te delen. Voorzitter, dank voor uw aandacht, ik hoop dat u het met
luide en gedragen stem zelf zult voorlezen.
VOORZITTER: Terwijl de motie wordt rondgedeeld, zal ik de zojuist door de
heer Visser aangekondigde en mede door de andere fracties, zoals ze door hem
genoemd zijn, ondertekende motie nu voorlezen.
De gemeenteraad van Soest, in vergadering bijeen op 12 april 1994,
overwegende
dat door de WD, het CDA en de PvdA bij de collegevorming te weinig
rekening is gehouden met de uitslag van de gemeenteraads
verkiezingen;
dat dit drie-partijen-college een te klein draagvlak vormt in de
gemeenteraad (het tegendeel was toegezegd) ,-
dat een college met duidelijk meer bestuurlijke ervaring tot de