28 april 1994
ik ook bedoeld zou kunnen hebben dat ik dit plan niet goed genoeg vond. Maar
ik ben tot nog toe duidelijk geweest dat ik gewoon niet geloof in dit plan.
Dat is toch wel een verschil, omdat ik er niet in geloof dat een plan waar
Centraal Nederland al veel aan gedaan heeft voor die tijd en die dus als
bestaande lijn geen bestaansrecht bleek te hebben en daarom opgeheven moest
worden vanwege de getalsciteria in een toen bestaand sluitend systeem, nu
bestaansrecht kan krijgen, zeker niet tijdens een korte proef. Dat vind ik
droevig en dat vind ik ook wel slecht omgaan met geld. In die zin ben ik het
helemaal met de heer Visser eens, alleen, wat droevig eigenlijk, dat de heer
Visser het zo met mij eens is en dat hij ook zo overtuigd is van het
mislukken en dat hij er dan vóór stemt. Dat heeft toch wel wat afwijkends.
Maar goed, op zich heb ik dat meer meegemaakt, mensen zijn het heel vaak met
mij eens en stemmen dan iets anders dan ik gestemd heb. Ja, daar wen je aan,
aan die gedachte. Zou er misschien een soort politiek luchtje aan zitten? zou
je dan denken.
Nou, ik wil dan toch ook nog iets moois tegen deze raad zeggen. Op zichzelf
is het buitengewoon te waarderen dat u allemaal, 26 van de 27, voor stemt
voor iets waarvan u weet dat er ongeveer 25 Soesters van de 41.000 u dankbaar
zullen zijn, dus dat u zó weinig rekening met meerderheden houdt. Dat is wel
eens een van de zwakke kanten in onze politiek, dat we ons zo laten leiden
door groeperingen die druk op ons zetten, dat zouden dan getalsmatig grote
groeperingen zijn. Maar hier is echt werkelijk geen groepering te bedenken
zelfs die hier vóór is. We hebben wel ontzettend veel opmerkingen van diepe
spot over ons heen gekregen over het feit dat we op deze manier over
busplannen dachten zoals tot nu toe, en dat waren dan goed renderende lijnen.
En toch doet u dit! Wat mooi eigenlijk, hè?
Ik ben gewoon faliekant tegen, omdat een bus een zaak van milieu is, een zaak
van dienstverlening en milieu. Dienstverlening zit er niet in, want er zijn
geen mensen die er gebruik van maken en omdat er geen mensen gebruik van
maken is het een slechte zaak voor het milieu.
Heer VISSER (GL/PS)Even, als reactie op de heer Meilof. Waarom stemmen wij
voor? Omdat wij toch de dingen positief willen benaderen. Het is een experi
ment, dat betekent dat je iets probeert. Nou, veronderstel dat het lukt, dat
al die mensen in Soesterberg toch s avonds de bus pikken naar SoestWaarom,
begrijp ik niet, maar goed. Maar veronderstel dat het wel lukt, met al die
mensen die een bezoek brengen aan MolendaelHoe lang kan dat nog? Twee jaar?
Dus vanuit die grondhouding, die positieve grondhouding, omdat het om een
experiment gaat, daarom zijn wij er vóór. Maar ik heb u gezegd wat ik erop
tegen heb.
Heer KROL (CDA)Voorzitter, er was een vraag wat het criterium voor succes
zou moeten zijn van dit verhaal. Ik denk dat het criterium in eerste
instantie moet zijn dat we op dit moment voor een zeer beperkte periode een
beperkt bedrag ter beschikking hebben gesteld en dat we daarmee beginnen. We
zeggen: laten we met z'n allen dit bedrag uitgeven, dit bedrag bestemmen voor
dit experiment en dan kijken of het werkt. Dat is één. Dat is eigenlijk exact
hetzelfde criterium dat we toegepast hebben voor het busplan zoals het op dit
moment binnen de gemeentegrenzen van Soest functioneert. Dat is het eerste
criterium.
In de richting van de heer Meilof: uiteindelijk verbaast het mij een beetje
dat iemand die altijd de zaken zo positief benadert, op dit moment de indruk
heeft dat iets dat we nog niet geprobeerd hebben op deze manier Dat is
toch een essentieel verschil, het is niet een complete buslijn met de daaraan
verbonden kosten, maar het is een verhaal twee keer Soesterberg, twee keer
Soest, op die momenten dat er vraag bleek te bestaan, vraag vanuit de
Soesterbergse samenleving, een vraag zoals we die meerdere malen op ons af
hebben gekregen. Dat is een fundamenteel verschil met het hele busplan in
Soest, dat is een fundamenteel verschil met de discussie die u op dit moment
voert. Ik denk dat het jammer is dat u niet inziet dat er wel eens wat
verandert in de samenleving. Ik had u op dat punt anders ingeschat.
Heer KRIJGER (WD)Mijnheer de voorzitter, via u richting de heer Meilof.
Het is best leuk om te horen hoe de heer Meilof zich ontwikkelt de laatste
jaren tot iemand die zeer gevat op een aardige manier kan zeggen of hij voor
of tegen is. Maar ik vind het toch wat triest. Triest in die zin, dat het een