26 mei 19 94 - 13 We ontwikkelen dan ook een discussie over kerntaken. Dat hebben we eigenlijk in de afgelopen periode al gedaan met betrekking tot welzijn en alles wat daarmee samenhangt. Wij kunnen op dit moment in deze regeling niet een kerntaak van de gemeente zien. Dus, willen we consequent zijn, dan kunnen we ook niet het amendement steunen. De ouders hebben bewust gekozen voor de desbetreffende school en deze principiële keuze vergt in de nieuwe situatie een ruimer financieel offer, een offer van degenen die verant woordelijk zijn voor die keuze. Dat is vervelend, maar we zullen dat nog wel vaker moeten doen, denk ik, in de toekomst, omdat verworven rechten moeten worden aangetast vanwege de schaarser wordende middelen. Maar gelet op de financiële speelruimte van de gemeente is het niet verantwoordelijk van de gemeente om eigenlijk nu een verkapte subsidie te gaan geven. Wij zijn dan ook van mening dat we deze regeling, die dus een aanscherping betreft van de criteria voor de rijksvergoeding, in dit voorstel moeten steunen Heer BAKS (BAM)Mag ik dan toch bij interruptie een vraag stellen, voorzitter? De heer Lokker zegt namens het CDA dat hij het vervoer van leerlingen waarvan de ouders kiezen voor een ander soort onderwijs dan er in Soest wordt gegeven, niet ziet als een kerntaak. Het is maar goed dat we 13 juni dan een discussie hebben over wat we verstaan onder het begrip «kerntaak». Maar als we van de overheid iets opgelegd krijgen om iets te regelen, zoals de verplichte verordening leerlingenvervoer, kun je naar mijn oordeel niet zeggen dat het geen kerntaak is. Maar daar begint dus blijkbaar de begripsverwarring al. Dus zou ik graag dan toch van het CDA, wellicht in tweede termijn, willen horen wat zij dan verstaan onder het begrip «kerntaak» Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Voorzitter, het voorstel dat voorligt, heeft onze instemming. Daar begin ik mee. Maar ik wil het wel toelichten waarom het onze instemming heeft. Het gaat hier inderdaad om een principezaak. Als ouders een principe erop nahouden, dan is dat naar onze mening, omdat wij menen vanuit onze optiek dat er in Soest een voldoende ruime keuze is aan mogelijkheden voor het volgen van onderwijs, hun zaak. Daarmee raak ik natuurlijk de essentie van het principe waar de heer Meilof in zijn inleiding en ook in zijn motie over spreekt. Wij bieden in Nederland die keuze van het levensbeschouwelijk onderwijs, alleen, het ligt niet altijd in je eigen gemeente of om de hoek. En als je dan die keuze maakt -en ik denk niet alleen aan de vormen die nu voorliggen, maar we hebben natuurlijk meerdere scholen, we hebben inmiddels Islamitische scholen gekregen, we hebben vrije scholen- als alle mensen op die manier gaan kiezen en terugvallen op ons budget, want daar komt het op neer, ons aller budget, waar we het totale onderwijs uit moeten dekken, dan krijg je natuurlijk een hele vreemde situatie. Te meer daar we openbaar onderwijs ooit hebben bedacht met elkaar om tegemoet te komen aan die mensen die het om de hoek niet konden vinden. Aangezien we dat voorlopig in Soest nog in voldoende mate hebben, moeten wij voor uw voorstel zijn. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Mijnheer de voorzitter, ik vind het bijzonder spijtig -en ik kijk hem ook maar aan- te moeten constateren dat daar waar de heer Meilof toch vaak een nuance weet aan te brengen in de discussie, hij die hier juist helemaal heeft weten te verwijderen. De suggestie zoals die hier op tafel is gekomen als zou de commissie onderwijs onzorgvuldig zijn omgesprongen met dit voorstel en in reactie daarop, werp ik ver van mijIk heb in de vorige commissie denk ik aangegeven dat naar mijn mening er een breed maatschappelijk draagvlak is voor een prima vergoeding van openbaar vervoerskosten aan de ouders die dit betreftIk denk dat ook de suggestie van: waarom maken we dit mogelijk dat ze meer betalen? ook ruimschoots in de commissie aan de orde is geweest. Er is daar al ingegaan op de onmogelijkheid om zoiets te creëren, er is rechtspraak over en er zijn wettelijke onmogelijkheden. Dus om er nu dan weer op deze manier op terug te komen, denk ik dat het een volkomen verkeerde zaak is Mijnheer de voorzitter, ik heb vorige keer aangegeven waarom uw voorstel mijn steun heeft, de steun van mijn fractie heeft en daar blijf ik bij Mevrouw SWINKELS (D66)Voorzitter, ik vraag mij eigenlijk even af of de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1994 | | pagina 194