26 mei 1994 - 20 Ik denk dat we daar bij de begroting wel op terugkomen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Raadsvoorstel van de commissie voor de beroepschriften tot het ongegrond verklaren van de bezwaarschriften van de vereniging Soesterbergs Belang en de heer J.G.M. Vestering te Soesterberg tegen het besluit van de raad tot wijziging van het standplaatsenbeleid m.b.t. Soesterberg. Heer GLASTRA (BAM)Voorzitter, er wordt ons gevraagd de bezwaren ongegrond te verklaren en akkoord te gaan met een ambulante plaats in de Rademaker- straat tegenover nummer 17. De bezwaren van appellanten zijn deels zakelijk en deels van algemene aard en deze werden door de commissie voor de beroepschriften ongegrond verklaard. De commissie voor de beroepschriften heeft mijns inziens onvoldoende stilgestaan bij de verkeersaspecten ten aanzien van het verkeer in deze straat. In de Rademakerstraat is tweerich tingsverkeer en ter plekke tegenover nummer 17 is er een wegverbuiging. Bij mijn overleg met de heilige Hermandad werd deze plaats voor ambulante handel als gevaarlijk gekenmerkt. In het bijzonder dacht de politie aan kopers die de stand verlaten en onvoldoende letten op passerende auto's in twee richtingen. In het bijzonder zou een gevaarlijke situatie ontstaan bij weglopende kinderen. Bij navraag is gebleken dat een positief advies aan B&W van de afdeling bijzondere wetten en verkeer van de politie Eemland ontbreekt ten aanzien van de standplaats tegenover nummer 17 in de RademakerstraatWij verzoeken u deze zaak terug te verwijzen naar de commissie ruimtelijke ordening om alsnog de verkeerssituatie in samen werking met de politie opnieuw te beoordelen. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Voorzitter, ik realiseer me dat het hier een bezwaarschrift betreft en dat maakt het altijd wat moeilijk om via u te spreken. Ik weet ook eigenlijk niet goed tot wie ik me nu moet richten. VOORZITTERDe heer Witte is de enige in de huidige raad die daarin zat, dus ik wou hem als laatste het woord geven. Mevrouw STBKELENBURG (PvdA)Dan praat ik via u even naar de heer Witte toe. Voorzitter, zoals u weet hebben wij ons in het verleden kritisch opgesteld ten aanzien van de wijziging van die standplaats. We begrepen dat er procedureel geen fouten zijn gemaakt, toch blijven wij van mening dat er juist op dat punt waar nu voor gekozen is, problemen zouden kunnen gaan ontstaan. De heer Glastra merkte daarnet op dat hij contact heeft gehad met de politie daarover, zover zijn wij niet gegaan. Toch, vanuit de praktijk, we zijn er toevallig van de week nog eens langs gegaan toen wij een rondje met de vertegenwoordigers van de sport maakten langs sportaccommodaties en daarbij ook Soesterberg aandeden. Je ziet dan hoe druk het op dat moment in die straat is. Als je je realiseert dat het niet zo is dat een standplaats alleen maar die standplaats is, maar dat hij ook klanten moet trekken, die snel een visje willen halen of de bekende loempia van de heer Meilof kan ik mij nog herinneren, dan denk ik: laten we nou toch vooral voorzichtig zijn, ten eerste om parkeerplaatsen op te heffen die we waarschijnlijk heel hard nodig hebben en ten tweede om de verkeerssituatie die al niet veilig is nog onveiliger te maken. Daarnaast -en dan even naar de beroepschriftencommis sie- het argument van luchtjes op terrassen en dat soort dingen, neem me niet kwalijk, je kunt de milieuregelgeving niet zo maken dat de viskraam die naast je deur komt te staan de lucht op jouw terras niet afgeeft. Dat kan gewoon niet. We weten het allemaal, waarom gaan we vis kopen? omdat we het bij wijze van spreken op een kilometer van tevoren al ruiken: hé, gebakken vis! en dan gaan we het nog kopen ook. Dus als je daar een terras naast hebt, kan ik me voorstellen dat het niet aantrekkelijk is om daar dan even gezellig een glaasje te drinken. VOORZITTERIk koop ook wel eens vis zonder dat ik het ruik. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Nou, dan heeft u zeker geen goeie. Heer BAKS (BAM)Zeker diepvriesvisvoorzitter.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1994 | | pagina 201