nr08
en
us
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente
Soest op donderdag 16 juni 1994, aanvang 19.30 uur.
Voorzitterde heer J. de Widt, burgemeester;
Secretarisde heer J. van Gent, loco-secretaris
Aanwezig de leden: B.D. Anderson, J.A. Baks, mevr. A. Blommers -
Biezeno, C. Boerkoel, A.W. van den Breemer, S.H. Brunekreef, mevr. B.M.
Gerritse - van Ee, T. Glastra, mevr. L. Hartering - van den Broek, P.V.
ten Hove, mevr. E. Huberts, F.L. Jansen, R. Joustra, A.F.M. Krijger,
R.W. Krol, R.A. van Logtenstein, J.P.J. Lokker, G.A.W.G.A. Plomp, mevr.
W.A.A. Stekelenburg -Ruitenburg, mevr. J.M. Swinkels, mevr. A.D. Tomassen
- Holsheimer, J. Visser, H.L. Witte, J.B. van Wuijckhuijse en J.A.
Zwaanenburg
Afwezig met kennisgeving de leden: W.A. Blaauw en W.R. Meilof.
at
ht
VOORZITTER: Dames en heren, ik open deze raadsvergadering. Ik zal het even
zonder hamer moeten doen, want die is net gesneuveld. Hartelijk welkom
allemaalWe hebben berichten van verhindering ontvangen van de heren
Blaauw en Meilof en de gemeentesecretaris, vandaar dat u de heer Van Gent
als loco-secretaris naast mij ziet zitten.
1. Spreekrecht.
Er hebben zich geen insprekers gemeld.
2. Vaststelling van de notulen van de openbare vergadering van 28 april 1994.
Deze notulen worden ongewijzigd vastgesteld.
3. Ingekomen stukken en mededelingen van de voorzitter.
VOORZITTER: Ik heb één mededeling. Bij agendapunt 8 ziet u staan: Voorstel
tot voorlopige vaststelling Dat is nog gebaseerd op de oude gemeente
wet, de oude situatie; wij zijn nu volledig bevoegd om de jaarrekening vast
te stellen, althans, u als raad. Dus als u het woordje «voorlopige» in de
agenda wilt doorstrepen, dan klopt het weer.
4Vragenhalfuurtje
VOORZITTER: Wij hebben vragen gekregen op grond van het reglement van orde
van de fractie van D66, ondertekend door mevrouw Swinkels. Wilt u de vragen
eerst nog toelichten, of kunt u ermee instemmen dat wij de vragen voorlezen
en het antwoord meteen geven?
Mevrouw SWINKELS (D66) Voorzitter, het lijkt me goed dat u de vragen
duidelijk voorleest. Ik meen dat ze zo gesteld zijn dat het geheel duide
lijk genoeg is. Wij maken ons ernstig zorgen over het feit dat, hoewel een
raadsbesluit terecht wordt uitgevoerd, er toch na dat raadsbesluit een
verandering in de feiten is ontstaan. Wij verzoeken u daar wat duidelijk
heid over te geven.
Wethouder TEN HOVE: Voorzitter, misschien is het goed als ik ook nog even
een inleidende zin uit de brief van de D66-fractie voorlees, omdat die
aangeeft waar het over gaat.
Op 2 juni 1994 heeft het ministerie van Verkeer en Waterstaat door
middel van een brief van het Directoraat-Generaal voor het Vervoer
NOTULEN