16 juni 1994 - 2 - laten weten niet langer akkoord te willen gaan met de tijdelijke situatie bij de overweg bij Soest-zuid. Naar aanleiding daarvan zijn de volgende vragen gesteld: Welke actie heeft het college ondernomen met betrekking tot dit schrijven? Zijn er stappen gezet om tot grotere duidelijkheid of zekerheid te komen over de vereiste aanpassing van de infrastructuur bij de overweg? Antwoord: bij de brief S-40435 d.d. 2 juni 1994 attendeert de Directeur- Generaal voor het Vervoer erop dat de handhaving van de huidige situatie van de overweg vanuit het oogpunt van overwegveiligheid niet verantwoord is. Als oorzaak hiervan wijst men op de slinger voor het autoverkeer en de busstrook die als tijdelijke situatie is aangebracht. Men verklaart zich bereid een nadere toelichting te geven. Bij telefonische navraag inzake de gevolgen deelde de aanwezige Rijksinspecteur voor het spoorwegtoezicht mede dat aan de betreffende waarschuwing geen directe gevolgen verbonden zijn. In geval van een ongeval op de desbetreffende overweg zei men niet na te zullen laten naar de betreffende constatering te verwijzen. Deze feiten zijn aan ons college gerapporteerd en worden door ons schriftelijk bevestigd Waarom heeft het college niet onmiddellijk maatregelen getroffen om te voorkomen dat de insprekers, waaronder veel fietsers (die ons zo na aan het hart liggen) om de tuin of nog erger «om het park» worden geleid nu er geen zekerheid is dat de huidige situatie rond de overweg in de nabije toekomst zo kan blijven? Het antwoord hierop is: de inspraak vindt plaats op grond van uitvoering van de raadsbesluiten van 17 maart jl. Deze besluiten zijn mede gebaseerd op de in de voorafgaande commissievergadering geuite wens voor fietsen stallingen aan de zijde van de Bosstraat. Tijdens de inspraak zal blijken of en in welke mate het als voorlopig standpunt uitgewerkte voorstel aan deze wens tegemoet komt. Hoe denkt het college achteraf met de betrokkenheid van de insprekers om te gaan indien, zoals te verwachten, het collegevoorstel niet in de huidige vorm ten uitvoer gebracht kan worden? Zoals gesteld zal de inspraak duidelijk maken welke wensen onder fietsers leven. Naar aanleiding van de inspraak zal de daadwerkelijke uitvoering mogelijk nader beoordeeld moeten worden. Wat zijn de financiële gevolgen indien zowel het huidige college voorstel als de door het ministerie gewenste infrastructurele aan passingen moeten worden uitgevoerd? Zoals uit de beantwoording van de eerste vraag blijkt, zijn er geen directe gevolgen verbonden aan de brief van de Directeur-GeneraalHet is derhalve niet opportuun nu uit te gaan van uitvoering van de door het ministerie gewenste aanpassing naast uitvoering van het raadsbesluit van 17 maart. Derhalve hebben wij ons niet verdiept in de financiële gevolgen van deze theoretische mogelijkheid. Overigens gaat zowel het raadsbesluit van 17 maart als de passage in de programmatische afspraken voor de raadsperiode 1994-1998, opgenomen inzake het tracé Koningsweg-Ossendamweg-Vondellaan, uit van eventuele maatregelen die op korte en lange termijn genomen kunnen worden om tot verbetering van de verkeerssituatie op de Ossendamweg en Vondellaan te komen. Daartoe moet ook de overweg worden gerekend. Hoe denkt u het meerdere te kunnen dekken? Gelet op het voorafgaande antwoord is van «het meerdere» geen sprake. Komt de toegezegde subsidie van 1,8 miljoen in gevaar ten gevolge van het niet voldoen aan de eisen van de rijksinspectie? Op dit moment worden de laatste financiële gegevens verzameld van de infrastructuur die onderdeel is van de subsidie-aanvraagNa de toetsing daarvan inzake een correcte en doelmatige besteding is de uitbetaling eind dit jaar gepland. De overweg zelf is door het ministerie, onder verwijzing naar nader overleg, buiten de subsidietoekenning gehouden. Bent u niet met ons van mening dat het uit een oogpunt van zorgvuldig bestuur beter is de inspraakprocedure pas plaats te laten vinden nadat er absolute zekerheid is verkregen bij alle instanties, ook de Nederlandse Spoorwegen, omtrent de situatie rond de overweg? Insprekers worden dan niet vergeefs opgeroepen en de gemeenteraad krijgt achteraf geen rekening waarvoor de kredieten niet zijn

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1994 | | pagina 205