16 juni 1994 - 8 -
nog wel eventjes benieuwd hoe het dan wel opgelost zou worden, maar die
duidelijkheid is gekomen, waarvoor mijn dank.
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, ik heb in de commissie gevraagd of het soms
zo was dat in het buitengebied aan de A.P. Hilhorstweg inmiddels de kabels
waren gelegd. In uw antwoord in de brief van 7 juni zie ik inderdaad dat de
kabel reeds gelegd is, maar dan vind ik het toch wel wat kryptisch dat er
in het gewijzigde voorstel nog steeds staat: "Met betrekking tot de
werkzaamheden onder b. en c. zal eerst tot uitvoering worden overgegaan
indien tevoren is gebleken dat de onrendabele aansluitingen A.P. Hilhorst
weg en tenminste twee aansluitingen Heezerspoor Westzijde ook daadwerkelijk
zullen worden gerealiseerd". Dat vind ik dan een beetje verwarrend, want
als de kabel er al ligt, is de investering volgens mij al gedaan en hoeven
we er eigenlijk niet eens meer over te praten. We praten dus volgens mij
over een voorstel dat al gepasseerd is.
Ik wil er nog wel iets aan toevoegen, ik heb ook in de commissie heel
duidelijk gezegd dat mijn fractie af wil van aansluitingen van onrendabele
percelen. Wij vinden het echt ongehoord dat midden in het bos kabels worden
gelegd en wij denken dat een schotel daar een veel rendabeler oplossing is
dan overal de kabel naartoe te slepen.
Wethouder VAN LOGTENSTEINVoorzitter, het is zoals het in de begeleidende
brief stond. Als ik acht jaar terug ga, moet ik vaststellen dat toentertijd
de discussie was -dat was een algemene discussie in de commissie openbare
werken toentertijd- dat men zich elke week weer verbaasde over het feit dat
het ene moment de PUEM, het volgende moment het gasbedrijf en drie weken
later de CAI door een straat trok. Ik moet eerlijk zeggen, sinds die tijd
is er ontzettend veel veranderd en dat houdt per definitie in dat in deze
tijd men uitgaat van de één-sleuven-theorie, er wordt één keer gegraven,
dat zijn over het algemeen de grootste kosten en dan worden alle kabels
gelegd. Ik kan u zeggen dat hetgeen hier staat, het risico voor de Remu is.
Dat betekent gewoon daadwerkelijk dat indien daar op dat perceel geen
aansluiting door de bewoner gewenst zou zijn, wij totaal geen verplichtin
gen hebben ten aanzien van wat daar ligt. Dat is de tegenwoordige
benadering en ik heb zeker gesteld in een overleg met de Remu dat wij ook
het voordeel hebben van die theorie, anders zou het natuurlijk erg ongelijk
verdeeld worden.
Wat betreft de aansluitingen in het buitengebied, we hebben een bepaalde
aansluitingsplicht en daar heeft de raad in het verleden heel duidelijk aan
geappeleerd. Ik heb begrepen wat u zei, maar ik zie eigenlijk nog geen
noodzaak om dit te veranderen.
Het voorstel (RV 94-63) wordt gedeeltelijk -voor zover het punt c. betreft-
zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De punten a. en b. van het voorstel
zijn teruggenomen.
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van aanleg
rioleringen buitengebieden.
Mevrouw SWINKELS (D66)Voorzitter, misschien over uw hoofd een vraag naar
de heer witte. Wat denkt hij van die riolering in de bossen?
Mevrouw HUBERTS (WD)Voorzitter, ik begrijp de vraag van mevrouw Swinkels
niet helemaal, want in de commissie hebben wij het daar ook al uitgebreid
over gehad. In de commissie is ook toegezegd dat bij bepaalde percelen in
het buitengebied gekeken zal worden naar alternatieve oplossingen,
bijvoorbeeld een eigen zuiveringsinstallatie. Die toezegging vinden wij
heel plezierig, mocht u daartoe besluiten, dan willen wij daar uiteraard
graag over geïnformeerd worden.
Voor het overige gaan wij akkoord met het voorstel
Heer BAKS (BAM)Eén vraag, voorzitter. In de commissie heb ik van de
wethouder begrepen dat we, als we het krediet beschikbaar stellen, pas uit
gaan voeren op het moment dat we zeker weten dat we van de provincie een
subsidie-uitkering krijgen toegewezen. Mijn vraag: had het niet correcter
geweest om dat dan ook in het raadsvoorstel erbij te vermelden?