16 juni 1994 - 15 - bereid bent -mede afhankelijk van het succes van dit project- om vervolg- financieringsmiddelen beschikbaar te stellen of niet. Hij is ook bereid om te bezien of wij al gebruik kunnen maken van de mensen die nu in opleiding zijn als politiesurveillantDat levert in de tijd gezien dus een stuk winst op. De tijd totdat die personen opgeleid zijn of de vacature die wij hier hebben vervuld is, kunnen wij benutten om in de commissie a.b.z. met u de uitwerkingsovereenkomst door te spreken. Als u daar het licht op groen zet, dan kan het project politiesurveillanten in onze gemeente van start gaan. Samengevat, ik moet uw raad ontraden om het voorstel van de Partij van de Arbeid, vermeld onder de letters a. b. en c. over te nemen. Heer BAKS (BAM) Voorzitter, ik wil toch een punt van orde stellen. D geeft antwoord op de brief. Ik moet zeggen, er is geen burgergroepering of een burger die een brief aan de raad en het college zo snel beantwoord ziet als nu de Partij van de Arbeid. De Partij van de Arbeid stuurt ons een brief, die u nu behandelt als voorstel, dus als motie en dat kan ik nergens uit die brief halen. VOORZITTER: Ik praat helemaal niet over een motie, dacht ik. Ik praat over de tekst die hier uitgedeeld is en die verwoord is in de bewoording van de heer Boerkoel hier vanavond. Dan is het een goede gewoonte dat je als college daarop ingaat bij de beantwoording. Dat dat juist is mag ik al constateren, want de raadsleden zijn er zelf ook allemaal op ingegaan. Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, een paar opmerkingen zou ik willen maken, nu ik gehoord heb dat de rest van de raad geen voorstander is van meer politiesurveillanten. Heer BAKS (BAM)Dat vind ik een onterechte conclusie, voorzitter, dat wij niet voor meer politiesurveillanten zouden zijn. Heer BOERKOEL (PvdA)Nou, juist naar u toe, mijnheer Baks, als ik uw woorden juist citeer, zei u: het hoeven er wat ons betreft op dit moment niet meer te zijn, want blauw betekent toch niet dat het veiliger is. Natuurlijk is dat zo, daar heeft de heer Baks gelijk in, meer blauw betekent niet dat het veiliger wordt, alleen, het helpt wel. Heer VAN WÜIJCKHUIJSE (GGS)Dan moeten we maar veel vergeet-mij-nietjes gaan zaaien, mijnheer Boerkoel. Heer BOERKOEL (PvdA)Nou, misschien zou dat inderdaad voor sommigen, mijnheer de voorzitter, niet eens zo slecht zijn, want dan komen er wat gedachten die zij eerder uitgesproken hebben ook wat makkelijker bij hen terug. Maar daar ging nu de vraag niet over. U vroeg mij in tweede instantie te reageren en ik zou dat als volgt willen doen. Ik vind het jammer dat u geld, dat op dezelfde manier als in uw voorstel terugkomt, voor de politie zijnde, 80.000,= niet direct wilt gebruiken voor wat meer surveillanten, zodat de 5,11 mens misschien wel 6 mens zou kunnen worden. Ik vind het ook jammer dat het voorstel dat gedaan is door de meerderheid van deze raad bij de begroting, om een tweede woonomgevingscontroleur in dienst te nemen, op deze manier vertaald tot zo weinig centen leidt in dit voorstel. Dat is de tweede opmerking die ik zou willen maken. De derde opmerking die ik zou willen maken gaat over datgene wat bijgebouwd zou moeten worden. U hebt ons toen in een vergadering verteld hoeveel vierkante meter kantoorgebouw er bijgebouwd zou moeten worden, hoeveel mensen hierheen zouden komen met het team. Relaterend aan datgene wat gebruikelijk is in Soest, namelijk per 50 meter een parkeerplaats, kun je ongeveer daaruit afleiden hoeveel m2 je nodig zou hebben. Nu begrijp ik best dat dat niet betekent dat diezelfde m2's gekocht of verkocht moeten worden bij de gemeente Soest, maar het zal zeker een hoeveelheid m2's zijn. Ik vraag dan ook niet dat geld nu uit te geven, in tegenstelling tot datgene wat Bommigen van u suggereren, nee, ik vraag: oormerk de vrijkomen de middelen, stort het niet in het grondbedrijf, maar oormerk deze middelen dan voor dit doel. Het is van de politie, we verkopen het aan de politie en je gebruikt het nu nog niet, maar je zou het wel kunnen oormerken. Ongeveer

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1994 | | pagina 218