7 juli 1994 - 4 - wij dan onze sportvelden -die er overigens vrij fatsoenlijk uitzien- blijkbaar van elk smetje vrij willen houden en daar maar middelen voor gebruiken. Ik denk dat het een slecht voorbeeld is. Het is ook een beetje een principiële kwestie, want de burger zal alles wat wij doen op dat gebied uitleggen van: zie je wel, de gemeente doet het ook, die zegt dan wel dat ze zo natuur- en milieuvriendelijk zijn, nou, dam kunnen wij het ook wel doen. Dus, wat dat betreft, gewoon niet doen! Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Voorzitter, we werken nu vier jaar zonder gif in deze gemeente. Ik hoorde net de collega vam D66, die suggereerde dat het waterleidingbedrijf kennelijk subsidieert als je niet met gif spuit in dit soort gebieden. Ik zou van u willen vragen of u voor ons ter inzage wilt leggen hoeveel subsidie wij al ontvangen hebben vam het waterleidingbedrijf de afgelopen vier jaar onder dat bewind. Mevrouw SWINKELS (D66)Het is een nieuwe regeling. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Oh, het is heel nieuw. Goed, demk u wel. Het tweede punt waar wij problemen mee hebben en waar wij ook voor overstag zijn gegaan, is het feit dat wij ons eigen commissie milieubeheer altijd heel hoog inschatten, dat wij kennis nemen van hun adviezen en ze serieus nemen. Zij hebben mede hier positief geadviseerd. Het verbaast mij dan ook van deze partijen die altijd roepen dat we naar hen moeten luisteren, dat hier nu een andere mening komt. Ik weet dus ook niet meer -ter linker zijde van mij- hoe ik in het vervolg met dat soort adviezen moet omgaan. VOORZITTER: Andere leden van de raad? U bent al geweest, mijnheer Joustra, u krijgt straks in tweede termijn weer het woord. Dan is het woord aan de wethouder. Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, natuurlijk, het blijft overeind dat wij als gemeente het voorbeeld moeten geven. Daar wordt ook niets van teruggenomen, ziet ook vanavond bij raadsvoorstel 9 dat wij opnieuw u een voorstel doen om door te gaan met de mechanische onkruidbestrijding en daar hebben we geld voor over, dat blijkt wel. Maar we moeten ook met onze voeten op de grond blijven staan en dat betekent dat waar je moet constateren dat je alles hebt gedaan om het onkruid dat zich in bepaalde situaties toch als meester gaat tonen van velden en dat zou ten aanzien van kosten zo aanzienlijk ingrijpen, dat je daar iets anders moet doen. Ik kan u toch uitdrukkelijk -ook namens het college, ondanks de woorden van de heer Visser- laten weten dat we dit beleid blijven voeren en dat we zeer zorgvuldig hiermee zijn omgegaan. We hebben niet alleen op een aantal plaatsen die informatie ingewonnen, ik zal u de formulering nog even voorlezen van de laatste commissievergadering, die overigens nog niet door de commissieleden zijn gesanctioneerd, maar ik wil het toch even laten zien omdat dat ook gezegd is. Er staat in de laatste alinea: "De voorzitter concludeert dat in meerderheid het beleid om een toelaatbaar middel zo beperkt mogelijk in te zetten, wil steunen. Als er biologische middelen zijn, zullen die gebruikt gaan worden. Zodra nadere gegevens beschikbaar zijn met name over experimenten in Wageningen, worden die ter inzage gelegd.Ik wil u een tweede stuk niet onthouden, dat is namelijk uit de Staatscourant, dat is toch een in Nederland bekend en toonaangevend blad. Daar staat een artikel in over Staatsbosbeheer. Staatsbosbeheer heeft zoveel mogelijk het toepassen van bestrijdingsmiddelen -dat is iets anders dan de gifspuit, bestrijdingsmiddelen zijn heel andere middelen- afgezworen. Maar zij moeten constateren dat 5% ongeveer toegepast moet blijven worden, omdat je situaties hebt die namelijk op andere manieren met normale kostenverhoudingen absoluut niet in de hand kunt nemen. Dat wilde ik u ook niet onthouden. Ik heb begrepen dat er een aantal fracties zijn die daar nog niet gelukkig mee zijn, ook niet gelukkig mee zullen worden, wat ik ook zal doen. Maar neemt u van ons aan dat wij er uitermate zorgvuldig mee omgaan en dat wij veranderingen van beleid bij u zullen blijven melden. VOORZITTERWie wenst in tweede termijn het woord?

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1994 | | pagina 236