nr10
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente
Soest op donderdag 15 september 1994, aanvang 19.30 uur.
Voorzitter: de heer J. de Widt, burgemeester;
Secretarisde heer W.P. de Kam.
Aanwezig de leden: B.D. Anderson, J.A. Baks, W.A. Blaauw, mevr. A.
Blommers - Biezeno, C. Boerkoel, A.W. van den Breemer, S.H. Brunekreef,
mevr. B.M. Gerritse - van Ee, T. Glastra, mevr. L. Hartering - van den
Broek, P.V. ten Hove, mevr. E. Huberts, F.L. Jansen, R. Joustra,
A.F.M. Krijger, R.W. Krol, R.A. van Logtenstein, J.P.J. Lokker, W.R.
Meilof, G.A.W.G.A. Plomp, mevr. W.A.A. Stekelenburg - Ruitenburg, mevr.
J.M. Swinkels, mevr. A.D. Tomassen - Holsheimer, J. Visser, H.L. Witte,
J.B. van Wuijckhuijse en J.A. Zwaanenburg.
VOORZITTER: Ik open de raadsvergadering en heet u allen van harte welkom.
Spreekrecht.
Er hebben zich geen insprekers aangemeld.
Vaststelling van de notulen van de openbare vergaderingen van 16 juni 1994
en 7 juli 1994.
De notulen van beide vergadering worden ongewijzigd vastgesteld.
Ingekomen stukken en mededelingen van de voorzitter.
We hadden een ingekomen stuk. U ziet dat als wijziging van de agenda, leden
van de raad, op uw tafel. Ik zal het voorlezen. De heer Pothuizen van de
Stichting Wolfduin heeft meegedeeld dat alle brieven, gericht tot de raad,
zijn ingetrokken. Daarmee komt de behandeling van deze brieven bij het punt
ingekomen stukken te vervallen.
Een andere brief die is ingetrokken, is het verzoek van de BAM-fractie tot
wijziging van de samenstelling in de commissies. Daarmee komt agendapunt 34
van onze agenda van vanavond te vervallen.
Dan wat de mededelingen betreft, heb ik van twee leden van de raad, te
weten de heer Baks en de heer Joustra het verzoek gekregen of zij op grond
van artikel 19 van het reglement van orde vanwege een persoonlijk feit een
verklaring mogen afleggen. Ik heb daar ja tegen gezegd. Ik zal hun zo
dadelijk in deze volgorde het woord geven. Het is u allen bekend waar het
over gaat. Ik kan mij voorstellen dat, nadat deze verklaringen zijn
afgelegd, er behoefte bestaat bij u als leden van de raad om ook over dit
onderwerp iets te zeggen. Daar voorziet het reglement van orde niet in, in
die mogelijkheid, tenzij ik artikel 48 van toepassing verklaar, dat is: bij
twijfel, of waar niet is voorzien, leg ik een voorstel aan u als raad voor.
Mag ik aannemen dat u ermee kunt instemmen dat desgewenst, als er behoefte
is, ook door leden van de raad het woord kan worden gevoerd nadat de twee
verklaring zijn afgelegd? Akkoord, dan zullen wij dat doen.
Heer BAKS (BAM)Mijnheer de voorzitter, leden van de raad. Wat was het
makkelijk geweest om het advies van het seniorenoverleg van donderdag,
1 september direct op te volgen. Dat zou een heleboel kritiek, commentaar,
vragen en opmerkingen, krantekoppen en meningen van lezers hebben bespaard.
Echter, hier in deze raadzaal, voorzitter, dienen wij elkaar te beoordelen
op politieke betrouwbaarheid. Voor mij zou een dergelijke stap het weglopen
voor de confrontatie zijn geweest. De consequentie van het vervullen van de
functie van raadslid heb ik ten volle willen trekken. Prettige en