15 september 1994 - 7 - Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor een perceel op de hoek Koningsweg/Eigendomweg, sectie C, nrs. 4302, 8208 en 8211. Heer JANSEN (D66): Voorzitter, in de commissie hebben we uitgebreid al naar voren gebracht dat dit plan wat ons betreft niet in overeenstemming is ook met de doelstelling in het bestemmingsplan. Wij vinden de bezwaren redelijk en hebben gevraagd om pas een voorbereidingsbesluit te nemen nadat er overeenstemming is met de omwonenden en de makers van de plannen. Derhalve zullen wij tegen dit besluit stemmen. Heer WITTE (GGS): Voorzitter, wij kunnen ons compleet conformeren met datgene wat de heer Jansen net naar voren heeft gebracht. Ook onze fractie zal tegen stemmen, om dezelfde reden. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF): Voorzitter, ik heb in de commissievergadering vermeld dat ik de zaken wegend tot een beoordeling kwam dat het niet echt duidelijk was, niet echt overtuigd wat we hierin zouden moeten kiezen. Ik heb toen gemeld: ik ben er een voorstander van dat dit bouwplan op deze wijze door kan gaan. Ik ben er nog een keer wezen kijken en heb met burgers gesproken. Het is altijd politiek vervelend als je zoiets moet doen, maar ik ben toch tot de conclusie gekomen dat als je een vrij vers en nieuw bestemmingsplan hebt en er komt een bouwplan dat niet past in de kaders van dat nieuwe bestemmingsplan, dat het dan naar die burgers die daar tegenaan, daar vlakbij wonen een wel erg onzuivere indruk maakt als je al zo snel een bestemmingsplan moet gaan wijzigen, een artikel 19 procedure moet gaan starten, met daarmee op het oog een plan waarvan je ook nog weet dat die burgers daar werkelijk grote moeite mee hebben. Ik kan dus nu in tweede instantie niet anders dan concluderen dat ik het toen verkeerd beoordeeld heb. Ik vind dat politiek gezien niet zo netjes, maar ik denk dat het beter is om jezelf te corrigeren dan op een verkeerd standpunt te blijven staan. Ik had ook gewoon kunnen zeggen: laten we deze artikel 19 procedure door laten gaan, want het resulteert nog niet tot iets, we moeten daarna de bouwplannen nog goedkeuren. Maar als politieke richting, als richting van besluitvorming wil ik toch zeggen dat ik dit niet zal steunen, dit besluit en dat ik uiteindelijk tegen zal stemmen, omdat ik in die afweging vind dat het recht van de burgers hier is dat we ons houden aan het bestemmingsplan en dat we hen niet die overlast bezorgen die dit nieuwe plan hun zal bezorgen. Binnen de marges van het bestemmingsplan zullen we een nieuw plan moeten ontwikkelen. Heer BAKS (BAM)Voorzitter, in de commissie ruimtelijke ordening hebben wij op grond van dezelfde argumenten als D66 genoemd heeft, gezegd tegen dit voorstel te zijn. Er doen zich geen nieuwe feiten voor, dus zullen wij ook vandaag tegen dit voorstel stemmen. Heer KRIJGER (WD): Mijnheer de voorzitter, als al aangegeven bij de behandeling in juni, heeft een aanmerkelijk deel van mijn fractie bezwaren tegen dit voorstel. Het is al verwoord voor een groot deel door de heer Meilof, hij is nog een keer gaan kijken, wij zijn daar voor gaan kijken. We vinden dat de afweging niet is geweest op een manier die wij waarderen. Het is wat onduidelijk: is er informatie, is er inspraak, zijn de perioden daarvoor ruim voldoende en is het wel een zekere rechtszekerheid die wij wensen bij het vaststellen van plannen, dat burgers weten waar ze aan toe zijn? Daar is de twijfel in juni bij ons begonnen, het kan eigenlijk niet wat daar wordt gedaan. We hebben nog gekeken naar de stand van zaken, de duur van hele proces, de besluitvorming en de planvorming. Nu komt op een laat moment dan de politieke afweging en -als gezegd- een aanmerkelijk deel van mijn fractie zegt: die afweging is niet juist geweest, we zijn tegen dit voorstel. Heer VAN DEN BREEMER (CDA)Voorzitter, de heer Krijger geeft zojuist al aan dat het een politieke afweging is en voor de CDA-fractie heeft het toch een andere Heer KRIJGER (WD): Mijnheer de voorzitter, mag ik interrumperen? De heer Van den Breemer zegt: politieke afweging. Dat zou alles kunnen zijn. We

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1994 | | pagina 276