15 september 1994
- 8 -
hebben aangegeven: de rechtszekerheid, dat was de afweging in juni.
Heer VAN DEN BREEMER (CDA)Ja, voorzitter, het bestemmingsplan is
uiteraard de rechtszekerheid voor dè burger, maar dat neemt niet weg dat in
zaken waar het bestuur het wenselijk en goed vindt dat daar een wijziging
op komt, dat daar de mensen inderdaad hun mening over kunnen geven. Dat wil
niet zeggen dat daarmee -dat zegt ook de heer Krijger- een politiek
beslissing uit voort kan vloeien. Onze fractie is van mening dat het wel
kan daar. We zullen het verder afwachten.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, we hebben het aldoor benaderd
vanuit de visie dat het hier ging om een voorbereidingsbesluit en op een
gegeven moment is daar een bouwplan aan gekoppeld. Op die wijze hebben we
ook in de laatste commissie ruimtelijke ordening erover gesproken. We
hebben toen te kennen gegeven dat wat betreft het voorbereidingsbesluit we
er geen problemen mee zouden hebben. Als het zou moeten gaan -ik proef dat
een beetje dat daar een meerderheid voor is- dat er een bouwkundige
aanpassing komt, zodanig dat het wel past binnen het bestemmingsplan, dan
zou ons dat wel lief zijn.
Wethouder TEN HOVE: Voorzitter, er is niet zo bar veel aan toe te voegen,
in de commissie is er zelfs tweemaal uitgebreid over gesproken en zijn alle
bezwaren ten aanzien van de bouwhoogte en andere stedebouwkundige aspecten
geuit. De interpretatie van artikel 19 lijkt heel schokkend, maar het gaat
uiteindelijk om een afwijking van 17 centimeter. Dat laat onverlet dat de
toepassing van artikel 19 toch allerlei procedures kent, waar de rechts
zekerheid van de burgers voldoende in is vastgelegd en beveiligd. Zo waren
er ook bezwaren ten aanzien van de volkshuisvestingsachtige aspecten, de
woningmarkt is onder andere bekeken, en de milieu-aspecten zoals geluid,
parkeren en bomen. Het college is tot de conclusie gekomen dat het wat ons
betreft toch een alleszins aanvaardbaar bouwplan zou kunnen zijn.
Heer VISSER (GL/PS): Het is om die geringe afwijking dat wij er voor zijn
om dit raadsvoorstel aan te nemen. Het gaat om een voorbereidingsbesluit,
dat is nog maar het begin en daarna blijkt wel, als er nog dingen veranderd
kunnen worden, dat we dat doen. Maar ik heb tegen dit raadsvoorstel geen
bezwaar.
Heer JANSEN (D56): Voorzitter, ik heb gevraagd, uitdrukkelijk gevraagd en
begrepen dat tegemoet komen alleen aan die hoogte van 17 centimeter, het
niet onnodig zou maken om de artikel 19 procedure te volgen. Het gaat om de
stapeling van de bouw, dat was het belangrijke punt waarom het voorberei
dingsbesluit noodzakelijk is. Ik denk dus dat je dat punt zeker niet mag
vergeten.
Heer KRIJGER (WD): Een korte opmerking, mijnheer de voorzitter. In
tegenstelling tot wat het college zegt, dat het maar 17 centimeter is,
zeggen wij: nee, die 17 centimeter kan wel binnen de afwijkingsmarges
zitten, dat is niet het punt. Maar het is een heel ander type woning dat
daar gaat komen, anders dan wat men zich had voorgesteld toen men daar ging
wonen. We vinden het in de werkwijze niet zo galant richting burgers dat
als je gaat kijken op een kaart, dat je moet uitkijken zoals bij een
verzekeringsmaatschappij, dat je de kleine lettertjes moet gaan lezen om te
zien wat er ook nog kan gebeuren. Dat is onze hoofdreden om te zeggen: zo
kan het niet. Daarbij komt ook -we zullen daar misschien vaker over moeten
praten- dat als je de verklaring van geen bezwaar vraagt -dat is een
voorbereidingsbesluit- of je dan automatisch ook de bouwvergunning
verleent. Dat zijn discussies die gaan spelen, ook bij het vorige punt
stond ertussen al iets en hier hebt je het weer: vind je wat er gaat komen
juist of niet juist. Wij vinden het daar niet passen. Dat is een afweging
waarvan je kunt zeggen: die is subjectief, objectief, politiek. Het is een
afweging. Wij zeggen dus nu: geen akkoord op het voorbereidingsbesluit, een
groot deel van mijn fractie.
VOORZITTER: Iemand anders nog in tweede termijn? Wethouder Ten Hove niet?
Dan stel ik voor dat we overgaan tot hoofdelijke stemming, omdat ik niet