15 september 1994
- 15 -
gemeenteraad was akkoord met dit plan en blijft dat ook.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF): Voorzitter, er is zoveel gezegd dat ik nog maar
weinig hoef te zeggen, dat scheelt altijd. Ik kan me geheel aansluiten bij
wat van de kant van D65 en van het CDA is gezegd.
Voorzitter, een enkele opmerking daarbij gevoegd. Wij hebben als raad dit
voorjaar een besluit genomen, de Raad van State heeft er een beslissing
over genomen dat dit plan erdoor kan, dat het goed is, heeft alle
bezwaarschriften ongegrond verklaard. Wij zitten hier nu weer als raad bij
elkaar, er is niets veranderd, er ligt geen enkel nieuw gegeven en we
dreigen nu te beslissen dat het niet doorgaat. Daar zit het afschuwelijke
stuk onduidelijkheid, ook naar de burger. Ik hoor dan de heer Krijger
zeggen: er zijn randvoorwaarden gesteld en daar is niet aan voldaan. Dat is
nu juist exact het probleem. We hebben heel lang onvoldoende duidelijk
randvoorwaarden gesteld. Er is heel lang planvorming geweest op grond van
te weinig en te onduidelijke randvoorwaarden. Dat heeft procedureel de zaak
behoorlijk dwars gezeten, dat is ook een duidelijke zwakte van deze raad
geweest dat we dat niet vroegtijdig gedaan hebben, waardoor er eerst
plannen kwamen waarvan eigenlijk niet duidelijk was hoe we ze moesten
afkeuren, want we waren zelf niet helder geweest over de randvoorwaarden.
In het voorjaar zijn we tot heldere randvoorwaarden gekomen, de raad is
toen op grond van die randvoorwaarden, waaraan wel voldaan werd, tot een
besluitvorming gekomen dat deze zaak door kon gaan, dat dit plan goed
gekeurd moest worden. Nu is er niets veranderd en nu zouden we dreigen
zover te komen dat we het weer gaan afkeuren. Onduidelijker kan het niet!
Duidelijker de rechtspositie van burgers in het gedrang brengen, kan niet!
Ik vind het triest.
Heer VISSER (GL/PS): Voorzitter, de heer Krol zegt: het is inderdaad een
puur politieke strijd geworden. En mevrouw Blommers bevestigt dat. Ze heeft
daar 25% van de kiezers mee achter zich gekregen. Maar als je bestuurt en
je zit dus aan de andere kant van de tafel, dan moet je gewoon alle dingen
afwegen en dan moet je je partijpolitieke voorkeur laten varen, want dan
gaat het gewoon om besturen. Sommige sprekers hier hebben al gezegd dat het
nu gewoon gaat om rechtszekerheid. Er is totaal geen nieuw aspect bij
gekomen. We hebben er ja tegen gezegd, de provincie heeft alle bezwaren
bekeken en ongegrond verklaard, de procedure is de afgelopen twee jaar
zorgvuldig gevoerd, daar is iedereen het over eens. Kortom, als dit
raadsvoorstel wordt verworpen, dan wordt de rechtszekerheid van de burgers
met voeten getreden.
Voorzitter, sommigen zeggen dat het al acht jaar duurt. In de brief van
Stibas leest u in de eerste zin dat het al veertien jaar geleden is dat dit
bestuur probeerde bouwplannen op tafel te leggen. Veertien jaar worden dus
deze mensen aan het lijntje gehouden.
De miljoenen-schadeclaim. Kunnen wij, met de gesprekken die we gaan voeren
in de kerntakendiscussie, met de bezuinigingen die boven ons hoofd hangen,
ons een miljoenen-schadeclaim permitteren? Ik denk het niet. Daarom vind ik
de brief van 7 september die u geschreven hebt, zo laf, als u zegt -want
daar komt het op neer-: nou, raad, zeg nou maar nee tegen het raadsvoor
stel, dan kunnen de cliënten van ons in beroep gaan, dan wordt het
voorgelegd aan een beroepschriftencommissie, dan komt er een deskundig
jurist van buitenaf dan wel vertellen
VOORZITTER: Even bij interruptie, ik denk dat u de brief verkeerd gelezen
hebt. Een meerderheid van het college is voor het voorstel.
Heer VISSER (GL/PS): Nee, ik citeer de brief van 7 september. Het komt erop
neer dat u zegt: dan gaan ze in beroep, dan zal die commissie een voorstel
doen en mevrouw Blommers zegt vanavond dat ze zich daar dan bij neerlegt.
Nou, u hebt alle tijd gehad de afgelopen weken om welke jurist dan ook te
raadplegen in dit huis, waar ambtenaren rondlopen die zelfs les geven aan
de bestuursacademie en die weten donders goed hoe het in elkaar zit, wat er
moet gebeuren als er een verkiezing geweest is en een vorige raad een
besluit heeft genomen, zodat een volgende raad daar dan wel of niet op moet
inhaken. Ik ben ontgoocheld door de mening van mevrouw Blommers. Ik denk
niet dat dit kan en ik dien dan ook een motie van ontgoocheling in, die ik