15 september 1994
- 20 -
GPV/SGP/RPF model 2. Ik heb in de commissievergadering geprobeerd duidelijk
te maken wat het gevaar was dat naar ons idee kleeft aan model 3. Het
gevaar dat je bovenop het besteedbare van een bepaald jaar een bedrag vrij
krijgt en dat je dat in een bepaalde periode dient af te schrijven en dat
je om die reden zou kunnen gaan zoeken, van: hé, we hebben dat geld nu
extra beschikbaar, we kunnen nu mooi dat doen; we hadden dat anders niet
kunnen doen, maar nu kunnen we dat mooi doen. Het plan van GPV/SGP/RPF
behelsde vooral het gewoon toevoegen aan de algemene middelen en ook geen
afschrijvingstermijn daaraan koppelen, zodat je dat risico minder liep. Van
uw zijde, van ambtelijke zijde is toen heel erg expliciet duidelijk vermeld
dat dat risico er niet in hoeft te zitten en dat het ook niet de bedoeling
mag zijn van model 3. In die zin wil ik het voluit steunen, want als we dat
hardop tegen elkaar zeggen dat dat niet de bedoeling is dat we er ook niet
op die wijze gebruik van zullen maken, dan is dat risico voor mij ook niet
meer aanwezig.
Heer BAKS (BAM)Voorzitter, onze fractie kan instemmen met model 3, zoals
voorgesteld door het college.
Mevrouw TOMASSEN (GL/PS)Voorzitter, wij kunnen instemmen met de
voorstellen zoals die gedaan zijn. Wat betreft de opheffing van het
vervangingsfonds huisvuilwagensals we willen gaan sparen voor diftar, dan
zal dat zulke grote investeringen eisen, ik denk dat we dan gewoon een
keuze moeten maken en daarom zijn wij toch voor het opheffen van het fonds.
VOORZITTER: Andere leden van de raad? U bent al geweest, mevrouw Swinkels.
De heer Jansen dan.
Mevrouw SWINKELS (D66): Ik wou nog even zeggen dat wij voor model 3 zijn,
dat wou de heer Jansen deze keer ook zeggen. Wij wisselen dat om, zoals u
gemerkt heeft, als we maar de tijd krijgen. Ik weet niet of u wel eens naar
de notulen kijkt, maar die twee stapels notulen die er deze keer bij waren,
als je dan eens kijkt wie daar het langste het woord had, dan was het toch
de burgemeester.
VOORZITTER: Wat wou u daarmee zeggen?
Mevrouw SWINKELS (D66): Dat ik de tijd wil hebben. Voorstel 3 akkoord en
opheffen van het fonds huisvuilwagens ook akkoord.
Wethouder BLOMMERS: Voorzitter, zoals mevrouw Swinkels al opmerkte, is deze
nota in twee termijnen behandeld toen we hem moesten samenstellen, en ze
dacht dat het in de raad waarschijnlijk ook een goede methode was. Ik denk
dat dat op zichzelf niet zo erg is, als we er dan maar goed, op hetzelfde
punt met elkaar uitkomen. Ik proef toch een hele duidelijke meerderheid
voor model 3, nadrukkelijk met de kanttekening zoals die door de heer
Meilof is geplaatst. Ik hoop ook dat u de notulen van deze raadsvergadering
meeneemt naar de begrotingsvergadering, zodat we ons dan nog allemaal
herinneren dat we ook weer wat geld gingen sparen en niet uit gingen geven.
In zijn algemeenheid denk ik dat hier niemand helemaal verspeeld is.
Wat betreft de naam van de reserve structuurvisie. Zoals in de toelichting
staat en zoals ook mevrouw Swinkels aantoonde, was die reserve, mijnheer
Witte, bedoeld voor grote zaken, bovenwijkse zaken. Bij de structuurvisie
zijn een aantal zaken ingebracht, die zijn voor een groot gedeelte
verwezenlijkt. We gaan nu naar een nieuwe planperiode. Het is uitdrukkelijk
niet de bedoeling dat deze reserve gebruikt wordt voor zaken die binnen een
normale exploitatie-opzet kunnen. Daarom is gekozen voor de naam reserve
infrastructurele voorzieningen. Het gaat dus duidelijk om bovenwijkse
voorzieningen, dat is ook de voeding van het fonds. Maar ik heb bij de
anderen geen bezwaar gehoord en ik stel voor dat we nu eens proberen om
vier jaar lang de namen van de fondsen dezelfde te laten zijn, want dat is
ook wel prettig.
Dan is er een opmerking gemaakt over de huisvuilwagens. Het CDA zegt:
bewaar nu toch nog wat geld, want je weet maar nooit. Ja, dat is waar. Maar
daar komt direct tegenover wat mevrouw Tomassen zei: we weten absoluut niet
wat diftar gaat kosten, we weten zeker dat de verwerkingskosten van het