15 september 1994
- 26 -
langzamerhand een golfbaan hebben. Ten slotte heeft u het in uw brief -ziet
u nu wel dat ik het toch over uw brief heb- over een m.e.r. Ik weet niet of
u vorige week in de krant gelezen hebt hoe men tegenwoordig in het land
denkt over milieu-effectrapportages, maar daar moet je heel voorzichtig mee
omgaan, want die schijnen toch niet zo te deugen. Het is natuurlijk maar
precies wie zo'n m.e.r.-opdracht betaalt en wie het aanvraagt, daar
luistert men dan naar. Daarom verbaas ik me erover als ik in de krant lees
dat wethouder Van Logtenstein
VOORZITTER: Wilt u zich beperken tot het agendapunt?
Heer VISSER (GL/PS): Ik doe niet anders, voorzitter.
VOORZITTER: Maar u hebt nog niet aangegeven waar u de tekst van de brief
wilt wijzigen.
Heer VISSER (GL/PS): Iedereen houdt hele verhalen over een agendapunt en ik
mag niks zeggen 1
VOORZITTER: mag uitvoerig spreken over dit agendapunt. Wilt u dan aan
geven waar u onze brief wilt amenderen of corrigeren?
Heer VISSER (GL/PS): Als u me nou uit laat praten, dan zal ik het u zeggen.
U zegt in uw brief dat de milieu-effectrapportage bedoeld is om uit te
maken waar en hoe zo'n golfbaan aangelegd moet worden. Terwijl ik vind dat
een milieu-effectrapportage ervoor is om gewoon uit te zoeken en vast te
leggen óf het eigenlijk wel kan. Nou, dat is allemaal niet zo duidelijk bij
u, hoe dat ligt en hoe u daarover denkt. De heer Van Logtenstein wil het
zelfs niet ter inzage leggen -tenminste, dat lees ik uit de krant- als er
een milieu-effectrapportage wordt aangevraagd. Toch verzoek ik hem om, als
die milieu-effectrapportage op papier staat, het dan niet ter inzage te
leggen -wat aan het eind van het artikel, het was een beetje onduidelijk,
toch weer wel toegezegd wordt- maar het gewoon op een agenda van een
raadscommissie te plaatsen, zodat wij erover kunnen praten en zodat er een
goede milieu-effectrapportage gemaakt wordt, in samenwerking met de
gemeente en niet alleen door degenen die het betaalt.
Kortom, voorzitter, u begrijpt dat ik tegen uw brief ben, dat wij tegen uw
brief zijn. Ik adviseer u dringend om geen blunder te halen bij de
provincie, want die gaan er weer om lachen wat Soest nu doet, dat deden ze
vijf jaar geleden ook vaak.
Mevrouw SWINKELS (D66): Voorzitter, bedankt voor de aanpassing van het
tweede gedeelte van uw brief, die gaat over de milieu-effectrapportage. In
ieder geval staat het toch nog eens duidelijk op schrift hoe we die
bedoelen als raad. Ik zou u -en het hele college- toch ook willen vragen
erop te letten dat het in de uitvoering ook ertoe leidt dat het een
objectieve m.e.r. wordt.
Het eerste deel van uw brief gaat over de restcapaciteit van de woningen in
Soesterberg. Dat kunnen wij niet onderschrijven.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF): Voorzitter, hetzelfde geldt voor mij ten aanzien
van het eerste gedeelte over de restcapaciteit. Ik heb dat reeds eerder
vermeld. Wij vinden ook dat je deze huizen reëel kunt meetellen bij datgene
wat extra in een bepaald jaar toegevoegd wordt aan ons huizenbestand. Even
als in een nieuwe wijk, komt hier een aantal mensen die voor een deel op
wachtlijsten voorkomen, in aanmerking voor een huis. In die zin heeft het
een positieve functie en een positief effect op onze markt. Ik vind niet
dat we dan daartegen moeten protesteren. Ik wil niet de brief verder
blokkeren, maar ik vind het jammer dat dit erin staat.
Heer WITTE (GGS): Voorzitter, wij hebben ook al eerder aangegeven dat wij
niet blij zijn met uw idee om bezwaar te gaan aantekenen tegen het streek
plan, zoals dat nu is vastgesteld. Wij vinden het zelfs jammer dat de
provincie toch op een aantal punten de gemeente Soest is tegemoet gekomen.
Wij vinden namelijk dat er wel degelijk aanleiding is om op dit moment het
aantal nieuwbouwwoningen, zoals we dat in de structuurvisie hebben afge-