10 oktober 1994 - 21 - vanavond ook in tweede termijn op uw vragen reageren. Eén uitzondering maak ik daarvoor, dat is voor de moties en amendementen, die zullen wij meenemen om ze morgen in het college te bespreken. Evenals vorig jaar maken wij een keurig overzicht en dat zullen we u tijdig met ons standpunt, net als vorig jaar, weer aanbieden. Het woord is aan de raad in tweede termijn. Ik hanteer dezelfde volgorde en begin bij de WD-fractie. Heer KRIJGER (WD): Mijnheer de voorzitter, als je begint, zo'n avond, dan heb je na een aantal sprekers het idee: het wordt weer saai. Dat idee hadden we zelf ook, misschien hebben we ook wel bijgedragen aan dat idee. Maar toch, op een gegeven moment vonden wij dat een aantal zaken leuker gingen worden, of misschien zouden worden, als iedereen gewoon had opgelezen en gewoon gezegd had wat hij had willen zeggen. Daarom een paar opmerkingen, ook naar collega-raadsleden en ook een paar vragen via u naar andere fracties. Daarbij een aantal reacties op voorstellen van het college waar we niet helemaal gelukkig mee zijn. Het is wat tam, het is wat voorzichtig, dus wij willen u wat prikkelen om toch wat meer kreten naar voren te brengen, kreten die worden gevolgd door concrete voorstellen. Maar één ding zit ons een beetje dwars, dat is het woord «machtspolitiek» dat Gemeentebelangen Groen Soest heeft willen gebruiken en ook heeft gebruikt. Ik vind dat nogal wat, omdat het eigenlijk een stijl is die men de laatste dagen is ingegaan, waarvan ik ze oproep om daarvan terug te komen. Want wat gebeurt er? Men roept een paar dingen, net als de heer Visser -maar ik heb begrepen dat de heer Witte bij de Visser in de klas heeft gezeten- die anderen nooit kunnen controleren. Als je gaat roepen uit een besloten vergadering, kunnen anderen het nooit weerleggen, want dan zouden ze dezelfde fout moeten maken. Dus je kunt onder het mom van «besloten vergadering» de grootste onzin roepen, want de rest is zo netjes om niet te reageren. Maar even richting GGS, die roepen een paar dingen waarvan wij zeggen: dat is pertinent niet waar. Er wordt gesuggereerd dat er -en dat zou dan de steun moeten hebben van mijn fractie- al gelobbied wordt, gemanipuleerd, dat ambtenaren bij de provincie bewerkt worden, om bepaalde plannen voor te bereiden, voor te koken om het later makkelijker goedgekeurd te krijgen. Ik daag Gemeentebelangen Groen Soest uit, aan te geven welke plannen dat zijn. Wij werpen dat ver van ons, wij zijn niet op de hoogte van die plannen, om te suggereren dat er plannetjes zijn rondom een viaduct dat misschien gemaakt moet worden. Dus, ik nodig graag de heer Witte uit om het te gaan doen. Het mag zometeen ook, het mag ook woensdag, als het maar komt. VOORZITTER: U komt straks aan het woord, mijnheer Witte. Heer WITTE (GGS): Ja, voorzitter, maar ik vind het zo paradoxaal, eigenlijk een beetje Kafkariaans, als wij beschuldigd worden dat wij uit besloten vergaderingen klappen, waar ik mij absoluut niet van bewust ben. Heer KRIJGER (WD) Nee, ik heb gezegd: een voorbeeld van dingen roepen die anderen niet kunnen controleren, mijnheer Witte. Heer WITTE (GGS)Voorzitter, en dan vervolgens dingen gaan vragen die ik dan alleen maar kan beantwoorden door niet-openbare stukken te gaan citeren, dat lijkt me toch een beetje precies wat de heer Krijger juist niet wou. Heer KRIJGER (WD): Nou, dan is er één weg, denk ik, die past in onze werkwijze. Als u meent te begrijpen dat ambtenaren voorbereidend werk doen voor zaken die u niet wilt bij de provincie, dat u dit college -uw college ook, we hebben het niet allemaal gekozen, maar het is toch het college van onze gemeente- vraagt te bevestigen of te ontkennen, zwart op wit, of bepaalde zaken in gang zijn gezet. Iedereen kan dan meepraten en als dan later blijkt dat het wél gebeurd is, kijk, dan hebt u wat om op te reageren. Ik heb niet gezegd dat u uit besloten vergaderingen klapt, ik heb gezegd: het zijn van die ongrijpbare dingen en dat is dan vergeleken met het uit de school klappen van de heer Visser, want niemand kan die dingen weerleggen. Al praat je de grootste onzin, of uit een besloten vergadering, het is niet te bewijzen. Dat wilde ik alleen maar aangeven. Dus, als er

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1994 | | pagina 322