- 25 -
daar komen we nog op terug. Wanneer? Ik wil op zijn minst in tweede termijn
van u weten wanneer u op deze opmerkingen terug gaat komen.
Radio Soest. U zegt: laten we er maar even niks over besluiten, behalve
40.000,= ter beschikking te stellen en het bij de voorjaarsnota gaan
doen. Het is een beetje in tegenspraak met datgene wat we vorig jaar bij de
begroting hebben gezegd. Toen zeiden we: laten we eerst een luister
onderzoek doen en als we dat dan binnen hebben, dan weten we wat we met
Radio Soest willen. Nou, nu hebben we het luisteronderzoek binnen en nu
zegt u: laten we er maar mee wachten tot de voorjaarsnota. Ik vind het niet
erg, want het maakt het mogelijk om voor 1 januari 1996 een eventuele
verhuizing of verplaatsing mogelijk te maken, maar het is natuurlijk niet
helemaal wat we met elkaar hebben afgesproken.
Een klein stukje onderwijs nog. Die andere voorzieningen onderwijs, daarvan
hebt u gezegd: ja, dat gaat inderdaad wat meer geld kosten dan we hadden
gedacht. Het staat ook keurig in de risicoparagraaf, maar er staat alleen
maar op A.23: we zullen tot 1 januari 1995 komen met een beschouwing over
het verloop van de reserves. Ja, een beschouwing vind ik wel boeiend, maar
mijn vraag was hoe u had gedacht dat te dekken. Ik vind dat toch net iets
anders
Dan nog even een paar opmerkingen naar collega-fracties in de gemeenteraad.
We proberen het maar te beperken. Ik hoorde de fractie van BAM op een
gegeven moment zeggen: we moeten beslist geen dure projecten ondernemen in
Soest, want dat is niet verstandig in de huidige financiële situatie, niet
te veel lastenverhoging, geen dure projecten en dus ook geen rondweg. Tot
nu toe is het logisch. Wel in Soest-zuid, lees ik in de algemene
beschouwingen van BAM, moeten we een oplossing vinden voor de Ossendamweg/
Vondellaan. Dat ben ik trouwens helemaal met de fractie van BAM eens, maar
ik heb de indruk dat dat ook behoorlijke financiële consequenties heeft.
Als ik de fractie BAM hoor zeggen dat hoogbouw in Soest-zuid ook vooral
niet moet gebeuren, dan denk ik: dan hebt u de volgende financiële
consequentie zelf al aangegeven, ik ben heel benieuwd waarvan u dat dacht
te betalen.
Nog een reactie op een opmerking die de heer Meilof heeft gemaakt, ik zal
me daar maar toe beperken. Hij zegt: beton is niet goed in het college, de
manier waarop dit college samenwerkt mag niet één machtsblok zijn dat met
de meerderheid in de hand dicteert wat er in dit dorp gebeurt. Daar hebt u
misschien wel volkomen gelijk in, maar dat is de andere kant van de zaak.
Op het moment dat we als collegepartijen, deze drie partijen die het
college steunen, wel eens tegen elkaar zeggen: we willen toch iets anders,
dan zie ik veel partijen in deze raad opstaan en zeggen: zie je wel, het is
een rommeltje, ze zijn het nu al met elkaar oneens. Ik verwijs maar even
naar de algemene beschouwingen van de heer Visser. Daartussen bevindt zich
denk ik, de gemeentelijke politiek. Maar ik denk dat dat op die manier het
probleem een beetje is. Enerzijds wil je met dit college, met het college
programma in de hand, een aantal dingen in dit dorp bereiken waarvan je
vindt dat ze nodig zijn -ik heb u gewezen op verkeer, dat voor onze fractie
een belangrijk item is, veiligheid- en daarvoor is het belangrijk dat deze
drie collegepartijen met argumenten elkaar de hand vasthouden tot er
bepaalde besluiten komen. Daarbij kan je het best eens met elkaar oneens
zijn, dat moet ook kunnen. Maar daartussen bevindt zich, denk ik, onze
visie op dit college.
Ik ben vast wat vergeten, want ik kreeg net een briefje voorgeschoteld.
Even kijken. Ja, over de woonruimteverdeling. Een vraag die ik nog aan de
heer Van Logtenstein wil stellen: u hebt wel een keurig antwoord gegeven
over hoe een deel valt onder de oude bedeling, zou ik haast zeggen, 56%
gaat nog via overgangsrecht, maar u hebt niet aangegeven hoe de indicatie
is hoe het dan met die 32% gegaan is, of mensen dat bevalt, hoe ze erop
reageren, enzovoorts. Er komt een evaluatie, dat weet ik, maar ik had u om
een eerste indruk gevraagd.
Hier wil ik het voorlopig maar bij laten.
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter. Even kijkend naar de
antwoorden van het college. De politie, daarvan hebt u gezegd dat u erop
terugkomt met het project om woninginbraken tegen te gaan en om een
overeenkomst te krijgen met het bedrijfsleven van Soest. Ik wacht daarop.
In november, hebt u gezegd, geloof ik.
10 oktober 1994