10 oktober 1994 - 29 - Heer JOUSTRA (BAM): Voorzitter, als laatste en dan wil ik graag doorgaan, ik heb van dit college geen enkele zakelijke, inhoudelijke noodzakelijkheid gehoord in de discussie omtrent het aanleggen van een rondweg. Ik behoud me het recht voor om het dan gewoon een prestige-object te noemen. VOORZITTER; Het college heeft nog niets voorgesteld op dat gebied en heeft nog geen enkel standpunt daarover ingenomen. Heer JOUSTRA (BAM): Nee, voorzitter, maar wij hebben een aantal standpunten in onze algemene beschouwingen neergelegd en daar is niet op ingegaan. Vandaar dat wij denken dat u gewoon doorgaat op de ingeslagen -ons inziens heilloze- weg. We willen dat u afziet in ieder geval van de plannen voor de aanleg van een rondweg en de gelden en uw energie besteedt aan de activiteiten rond een verkeerscirculatieplan. We zullen daarvoor ook een motie indienen. Dan, voorzitter, voor wat betreft de Soester afvalberg. We hadden willen pleiten en we hebben ook een beetje gepleit voor het instellen van een werkgroep. Als ik het goed heb begrepen dan is toch bij de besprekingen de middenstand betrokken, dat doe ons deugd. Dat betekent dat we op dat punt voorlopig af zullen zien van een motie. Ik heb alleen nog een vraag daarover en dat is of ook het afvaloverlegorgaan in deze discussie mee is betrokken. Dan ten aanzien van «de Soesterbergse plassen»Mevrouw Blommers heeft gezegd dat de afvoer van huishoudelijk water ongeveer 3% is van het totaal en dat die andere 97% zou bestaan uit hemelwater. Ik denk dat dat niet helemaal correct is, want ik denk dat ook de industrie het nodige water loost. Wat is dat dan voor percentage? Daar zou ik graag nog een antwoord op willen hebben. Dan ten aanzien van ons voorstel dat we hebben gedaan om de hondenbelasting af te schaffen. Mevrouw Blommers zei: dat doen we nou al jaren, dus laten we het voorlopig maar even zo laten. Even al of niet een grapje: in 1950 ontstond de hondenbelasting in die zin, dat alle honden die geen penning droegen zouden worden afgeschoten en om dat te kunnen financieren moesten de honden een penning dragen. Nu dragen alle honden een penning en is de hondenbelasting er nog steeds. Daar ging het ons niet om, voorzitter. Waar het ons om gaat is dat er op oneigenlijke wijze belastingen worden geïnd, die niet voor het doel worden geïnd waarvoor ze bestemd zijn. Honden belasting is er één van, er zullen er mogelijkerwijs nog meer zijn. Dan zeggen wij dat u dit principieel in de kerntakendiscussie moet betrekken, of u dit soort belastingen Mevrouw SWINKELS (D56): Voorzitter, bij interruptie. Ik begrijp niet waarom de fractie van BAM onlangs in een van de raadscommissies voorstelde om kattenbelasting in te stellen. Ze zijn al tegen de hondenbelasting! Heer JOUSTRA (BAM)Dat heeft u niet begrepen, dat is dezelfde onzin- belasting. U heft belastingen voor iets waar het niet voor wordt bestemd. Dan kun je ook roepen: kattenbelasting, kanariebelasting, weet ik veel. Mevrouw SWINKELS (D56): Nee, het was een serieus voorstel van uw fractie genoot Heer JOUSTRA (BAM): Voorzitter, ik blijf bij mijn stelling -misschien is dat het vuurwerk dat beoogd wordt- dat belastingen die u int en vervolgens niet bestemt voor het doel waarvoor u suggereert dat ze bestemd zijn, oneigenlijke belastingen zijn. Ook hier zullen wij een motie voor indienen. Voorzitter, ten aanzien van welzijn en WEL/ZORG, met name de ouderenbonden in Soest, sluiten wij ons graag aan bij de opmerkingen van PvdA en CDA. Het antwoord van het college bevredigde ons niet en wij zullen ten aanzien van de ouderenbonden eveneens een motie indienen. Tot slot, voorzitter, gaat het om het uitje van de raadsleden. Wij gaan niet mee, principieel niet. Tenzij we allemaal zelf betalen, natuurlijk, dan gaan we wel mee. Het gaat ons erom, voorzitter, dat de komende jaren de gemeenten fors worden betrokken bij bezuinigingen. Ook de burger zal er fors worden bijbepaald. Ik heb als voorbeeld de ouderenbonden genoemd, maar er zijn natuurlijk veel meer groeperingen in onze Soester samenleving die

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1994 | | pagina 330