10 oktober 1994 - 38 - hebben gemaakt. Ik ben blij dat het zo goed is overgekomen. Hier, die luistert ook al niet! VOORZITTER: Gaat u maar verder, mijnheer Visser. Heer VISSER (GL/PS): Waar had ik het over? Ik had het erover dat ik het zo jammer vind dat u niet op die dingen bent ingegaan. Ik heb bijvoorbeeld gemist dat hij vanavond zijn spijt niet heeft betuigd over de gifspuit die hij weer tevoorschijn heeft gehaald. Ik heb ook geen enthousiast verhaal gehoord over de rioleringsproblematiek die we in Soest hebben meegemaakt en die hij eigenlijk ook naar ons toe afschuift zonder zelf met voorstellen te komen, laat staan dat ik iets gehoord heb over de fietspaden die in Soest steeds slechter worden. Maar misschien komt het nog in de volgende ronde. Mevrouw Blommers heeft iets gezegd over de exposities in dit huis. Nu ligt het initiatief weer bij de raad, zegt zij, want de verlichting was zo slecht. Daar kwam het op neer. Eind augustus stond in de Soester Courant: "dat geëxposeer moet maar eens afgelopen wezen, want al die bruidsparen hebben er last van, het staat allemaal in de weg" en nou ligt het ineens aan de verlichting. Nou, ik kan u vertellen, de laatste expositie -die zo'n enorm succes is geweest, ik heb zaterdag de prijzen mogen uitreiken van de fotowedstrijd- was een initiatief dat helemaal uit de bevolking is opgekomen om die oude prentbriefkaarten te exposeren. Dat is een grandioos succes geweest, vraag het maar aan bode Bos. VOORZITTER: U bent niet helemaal volledig. Het was best aardig als u had gezegd dat de eerste prijs bij het college gevallen was. Heer VISSER (GL/PS): Ja, maar dan denken ze dat het een onderonsje is geweest tussen de heer Van Logtenstein en mijMaar dat is absoluut niet zo. Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Daar leent u zich toch niet voor? Heer VISSER (GL/PS): Precies. Maar de voorzitter wil weer stoken, begrijp ik en mij van mijn apropos afbrengen. Ik wilde zeggen dat ik het allemaal een beetje flauw vind van mevrouw Blommers om nu te gaan zeggen: ja, we hebben dat maar afgeschaft, want het licht is zo slecht op die exposities. Wethouder BLOMMERS: Hou nou toch op, ik heb veel meer gezegd dan dat. We kunnen er best eens rustig over praten, maar zit u nou niet te zeuren alleen over die lampjes. Heer VISSER (GL/PS): U bent ermee begonnen, over die lampjes. En op die rolstoelen die nu aan de muur hangen is nog geen spotje te zien! Mevrouw SWINKELS (D66): Dat mag niet van de ARBO-wet, mijnheer Visser. Heer VISSER (GL/PS): Ik ben nog niet aan mijn kwartiertje en ik heb nog een paar vragen staan van onder andere de heer Boerkoel. Hij zegt: ik heb daar zomaar gezegd dat er dingen uit WELzijn zal ons een ZORG zijn zijn teruggedraaid. Inderdaad, mijnheer Boerkoel. Het halfbakken gedoe rond de weger, bijvoorbeeld. Weet u waar ik het over heb? Ik vind dat dat helemaal wordt teruggedraaid, dat wordt toegeschoven naar de commissie gezond heidszorg. Die hele multifunctionele instelling waar we het over gehad hebben, wat in WEL/ZORG al min of meer was vastgelegd, daar wordt nu van gezegd: laten we maar eens kijken hoe ze kunnen samenwerken. Terwijl het veld best te vinden is voor die multifunctionele samenwerking, hè, mijnheer Krol? Voorzitter, het fluorspoelen, het vrijwilligerswerk, de notitie die daarover beloofd is in WELzijn zal ons een ZORG zijn, daar voelt het college eigenlijk helemaal niets voor. Nou, dat zijn enkele voorbeelden. Maar de vraag die ik zelf aan de heer Boerkoel gesteld heb, hoe hij denkt nog een aantal fabrieken of industrieterreinen in Soest te vinden om de werkgelegenheid op te krikken, daar geeft hij geen antwoord op. Dus wat dat betreft zou ik nog wel eens wat van hem willen horen. Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, mag het misschien even? Ook

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1994 | | pagina 339