20 januari 1994
17 -
om gaat. Niet alleen uit Spakenburg, natuurlijk, ook uit alle andere
gemeenten uit Nederland
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Nou, voorzitter, ik heb niet terug van de vrije
marktgedachte van de heer Menne, hoor.
Wethouder MENNEHet is vrijheid in gebondenheid, daar komt het eigenlijk op
neer.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)In gebondenheid op de momenten dat het u uitkomt
en op het moment dat u denkt: nu moet ik erop letten. Consequent, mijnheer
Menne, consequent. Dat is iets wat ik vaak genoeg van u heb moeten horen en
waarvan ik hier constateer dat het niet consequent is.
Wethouder MENNEBesturen, mijnheer Van Wuijckhuijse, is af en toe iets geven
en iets nemen, maar wel de hoofddoelstelling in de gaten houden.
Dan nog even met betrekking tot de consumenten. Het is zo natuurlijk, dat wij
de zaak, zoals die hier ook door u is aangetroffen, dertig dagen ter inzage
hebben gelegd. Wij hebben ook een hoorzitting gehad, daar zijn ook mensen
geweest, zoals u hebt kunnen zien in de stukken. Ik moet u zeggen dat de
adviezen toch eigenlijk allemaal één kant opgaan.
Nu nog voor wat betreft de plek. Er is gezegd: waarom niet de aanvankelijke
plek. Dat is inderdaad juist, in de stukken hebt u kunnen zien dat dat dan
was pal voor een bepaalde supermarkt. Dat is toch in overleg naar een plek
gegaan en dat is dan zoals u zegt bij een restaurant. Nu is het zo met een
restaurant dat de standplaatshouder in het algemeen vertrokken is als dus de
parkeerplaatsen daar worden ingenomen. Wij hebben dat inderdaad verder zo
gelaten, wetend dat daarmee toch een goede verdeling is bereikt. De winkels
hebben hun parkeerplaatsen. Waar hij aanvankelijk stond, hadden wij geëist
van de supermarkt dat daar een aantal parkeerplaatsen zouden worden gerea
liseerd. Dat was eigenlijk niet zo slim van ons om daar dan een standplaats
pal op die parkeerplaatsen te zetten, die daar dus net nieuw waren aangelegd.
Vandaar dat we de plek wat hebben verschoven naar het plekje bij een
restaurant, waar overigens als het restaurant open is natuurlijk nog
verschillende andere parkeerplaatsen zijn, het is niet alleen deze. We
dachten dat dit wel op deze wijze zou kunnen.
Even naar de heer Ebbers toe. Inderdaad, we zijn hier al jarenlang mee bezig.
Het is echter zo, dat nog niet zolang geleden de richtlijnen zijn gewijzigd
en dat er dus wat meer mogelijk is dat drie jaar geleden. Het is inderdaad
juist dat we drie, vier jaar geleden daar ook al eens over gesproken hebben.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Voorzitter, de heer Van Wuijckhuijse zei:
consequent. Nou de wethouder is inderdaad consequent, maar niet naar de
consument. In die zin denk ik dat het toch een gemis is dat er in die zin
niet gewoon is gevraagd in Soesterberg. Ik denk dat je dan overleg pleegt met
de bevolking, niet door een hoorzitting. Die mensen weten niet eens wat een
hoorzitting is en er zijn ook nog maar drie mensen geweest, waarvan er nog
maar één bezwaar had, dus dat zegt helemaal niks.
Ik zou een andere vraag willen stellen, voorzitter. Wij hebben het heel
dikwijls over parkeerplaatsen bij winkels, we rekenen dat tot op de vierkante
centimeter na hoe dat moet. Ik zou aan de wethouder van verkeer willen vragen
hoe zij reageert op het feit dat er in deze straat nu vijf parkeerplaatsen
minder komen en dat zij dus waarschijnlijk binnenkort de klachten op haar
bordje krijgt: wij kunnen in die straat niet meer parkeren. Ik denk dat dat
toch cruciaal gaat worden, want het is er nu al heel erg druk en er zijn al
parkeerplaatsen vervallen door allerlei bouwactiviteiten die daar hebben
plaatsgevonden. Ik denk dat we ervoor moeten waken met elkaar. Dan moeten we
misschien toch kijken of er een andere locatie gevonden kan worden waar dit
probleem niet aan de orde is.
VOORZITTER: Ik kan daar meteen op antwoorden. Het is een collegevoorstel, dus
ook de wethouder van verkeer staat achter dit voorstel.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Jawel, maar ik kan mij voorstellen dat de
wethouder van verkeer het misschien niet helemaal scherp voor ogen heeft.