20 januari 1994
- 18 -
VOORZITTERDat had ze wel degelijk, dus laten we ons beperken tot het
onderwerp dat bij dit agendapunt aan de orde is.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Dan vraag ik nu de wethouder van verkeer hoe zij
reageert op het feit dat ze binnenkort parkeerplaatsen moet opofferen, omdat
daar een grote kraam komt te staan op donderdag en vrijdag, net als het in
die straat ook het drukst is. En hoe reageert ze binnenkort als er mensen
zijn die zeggen: mevrouw, we hebben te weinig parkeerplaatsen, kunt u ervoor
zorgen dat er meer komen?
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, ik vind de beantwoording van de vragen
geheel onbevredigend. Ik vind het tegenvallen. U gaat in op het gegeven dat
we een zekere bescherming noodzakelijk vinden. Geen enkel probleem, terecht.
Je kunt praten over hoe ver die bescherming moet, u legt dat vast. Het enige
is, u doet veel meer dan die bescherming. U dringt het aantal dagen terug, u
dringt het aantal plaatsen terug, dringt het zover terug dat als we over
een tijdje zover zijn dat een aantal mensen mogen blijven tot iemand ermee
stopt -voorlopig zorgen dat er nog wat plaatsen zijn, maar langzamerhand
neemt dat terug- en er komt op dat moment iemand met een kraam van een type
dat we zeer wenselijk vinden, waar de burger heel blij mee is, waar de
winkeliers met plezier naar zullen kijken, dan moet u nee zeggen, omdat u
voor uzelf een zeer beperkende maatregel hebt getroffen die geen enkel nut
afwerpt voor dat doel. Oftewel, u doet veel meer in dit standplaatsenbeleid
dan wat u wilt. U wilt enkele winkeliers beschermen, maar u haalt een
hoeveelheid nuttige commercie uit Soesterberg weg. Dat vind ik een fout
besluit. Ik vind het ook zwak van andere partijen die daar niet op ingaan.
Heer EBBERS (WD)Voorzitter, ik wil nog even iets zeggen over die
parkeerplaatsen. In mijn fractie zijn we ervan uitgegaan dat het aantal
parkeerplaatsen niet met vijf, zoals mevrouw Stekelenburg zegt, verminderd
wordt, maar hooguit met twee of misschien drie. Maar niet op de wijze waarop
het destijds onder andere aan het Dorpsplein stond, waar zowat de hele
zijvleugel van het Dorpsplein bezet was door één kraam, die nog alle
mogelijke automobielen daar neerzette. Dat zou verkeerd zijn. Ik neem ook aan
dat de plaatsbepaling van die standplaats ook inhoudt een zekere beperking
van de oppervlakte, althans tot een zekere kraam en niet compleet met
automobielen en al. want dan neemt het inderdaad vijf, zes plaatsen in
beslag. Ik geloof dat je dat ook in de standplaatsvergunning moet regelen.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Ja, maar, voorzitter, dan gaan we het nog meer
inperken. Dat wordt nog te dol voor woorden.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Voorzitter, één van de argumenten die in het
stuk naar voren komt, is de koopkrachtafvloeiing naar Zeist. Dat zou een
argument zijn om ervoor te kiezen het aantal plaatsen terug te dringen en op
deze manier de zaak vorm te geven. Ik snap hier helemaal niks van.
Koopkrachtafvloeiing is een economisch belang voor de middenstanders en de
standplaatshouders die daar actief zijn. Maar er kan wel degelijk een belang
zijn vanuit de consument om in Zeist te gaan winkelen of juist om in Soester
berg te blijven winkelen. Ik denk dat de wijze waarop de wethouder om is
gegaan met de inspraak wel zó passief is en zó minimaal -ik zeg het maar
gewoon zo, anders is het weer niet duidelijk en praten we er weer omheen- dat
je hier niet kunt spreken van een inspraak waarin het belang van de consument
voldoende naar voren is gekomen. Hij heeft er gewoon helemaal geen gelegen
heid toe gehad. Ik deel inderdaad de mening van mevrouw Stekelenburg dat op
deze manier een inspraakavond organiseren natuurlijk helemaal geen hout
snijdt. Op die manier kun je niet peilen wat men als een belang ervaart op
dat punt. Ik denk dat u daarin verder tekort schiet en ik vind dat ik daarom
tegen dit voorstel moet zijn.
Wethouder MENNEVoorzitter, de heer Meilof zegt: nuttige commercie uit
Soesterberg halen. Bij afweging is dit nu juist de maatregel die er in ieder
geval toe leidt dat de zelfstandige speciaalzaak in Soesterberg blijft. Stel
u voor, gezien de landelijke gegevens, dat bij zoveel inwoners, bij zoveel
draagvlak de zelfstandige specialist daar met zijn assortiment de deuren moet
sluiten. Dat heeft tot gevolg dat men dan dus op de momenten dat de