12 oktober 1994
- 22 -
we zouden willen steunen -daar heb je dan toch een raadsmeerderheid voor
nodig- we het geld daarvoor kunnen gebruiken. Ik denk dat dat een juiste
manier is, waar niks mee mis is. Dan verdwijnt het niet in de algemene
middelen en dan hoef je niet een algehele discussie daarover te voeren,
maar dan kun je het, op het moment dat je het nodig hebt, ook gebruiken.
VOORZITTER: Voordat u verder gaat, geef ik even het woord aan de wethouder,
om wellicht een misverstand de wereld uit te helpen.
Wethouder TEN HOVBJa, voordat de discussie verder gaat over het verdelen
van geld dat er naar mijn idee niet is, mijnheer de voorzitter, lijkt het
mij verstandig om daar even een korte toelichting op te geven.
Mevrouw TOMASSEN (GL/PS)Oh, maar ik kom zo met de dekking, hoor. Maakt u
zich maar niet ongerust.
Heer KROL (CDA)Wiens termijn is dit nu eigenlijk, voorzitter?
Wethouder TEN HOVEMisschien is het toch goed dat ik u even informeer over
het volgende. U haalt aan in uw motie dat op bladzijde A.10 onder punt 5 m
vermeld staat onder het kopje «impulsen betreffende sociale vernieuwing,
milieu en investeringen» 160.000,= vanuit de sociale vernieuwing naar de
algemene middelen zijn gegaan. In de eerste plaats is het zo dat het bedrag
dat extra uit de 50 miljoen van het gemeentefonds naar Soest is gekomen
bestaat uit drie elementen, sociale vernieuwing, milieu en investeringen.
Het heeft dus niet uitsluitend betrekking op sociale vernieuwing. Het
tweede punt is dat tot en met 1993 sociale vernieuwing een doeluitkering
was, dus je kreeg vanuit het rijk gericht middelen voor bepaalde gebieden,
waarin projecten -hetzij op arbeid, hetzij op werkgelegenheid, hetzij op
scholing, hetzij op andere activiteiten gericht- werden uitgekeerd. Per
1 januari 1994 is hiervoor in de plaats gekomen de Tijdelijke wet
stimulering sociale vernieuwing. Daarmee heeft de uitkering een algemeen
karakter gekregen, het is niet meer specifiek doelgericht. De gemeenten
voeren vanaf l januari elk een eigen beleid en dat heeft tot gevolg dat de
vaste relatie tussen de uitkering en de besteding van de middelen is
verdwenen. Bovendien voerde de gemeente Soest binnen de reguliere begroting
reeds diverse activiteiten uit, die vanaf 1 januari onder de Tijdelijke wet
stimulering sociale vernieuwing vallen. Die middelen kwamen voorheen uit de
algemene middelen. Dat betekent dat als je nu al voor het kopje sociale
vernieuwing wilt oormerken, dat je toch moet proberen al die posten uit de
begroting te halen en daarmee te vergelijken als totaal met datgene wat je
uit de pot Tijdelijke wet krijgt. Dat is voor ons gedaan en voor 1994
betekent dat dat we als voorschot uit de Tijdelijke wet krijgen 537.000,=
maar dat aan de andere kant de posten die begroot zijn onder het hoofd
«sociale vernieuwing» in totaal 1.029.000,= bedragen. Dat betekent dus
dat we als gemeente ten laste van de algemene middelen brengen 491.000,=.
Dus die 160.000,= waarvan u zou kunnen veronderstellen dat die weer
teruggehaald zouden kunnen worden uit de algemene middelen, die zijn er al
uitgehaald en besteed.
VOORZITTERWe gaan verder met de heer Krol.
Heer KROL (CDA)Dit was wel een hele aardige interruptie, mijnheer de
voorzitter. Als wij een dergelijke interruptie zouden plegen, dan had u het
niet toegestaan, denk ik.
VOORZITTER: Ik had het ook niet aangekondigd als interruptie, ik heb gezegd
dat de wethouder een toelichting zou geven.
Heer KROL (CDA)Oh, midden in de termijn. Dan geeft u toch wel een vrij
ruime uitleg aan de gang van zaken, denk ik. Maar goed.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)In plaats van dat u nu blij bent dat u bij uw
argumenten geholpen wordt
Heer KROL (CDA)Goed. Laat ik proberen terug te gaan naar datgene wat ik