12 oktober 19 94
- 26 -
Motie 12a. Het is natuurlijk een compleet overbodige motie. Er staat: bij
de voorjaarsnota een voorstel te doen, hoe gegeven de uitkomst van de
kerntakendiscussie het verzoek om een tweede intensieve taalcursus
structureel te maken, na 1995 alsnog gehonoreerd kan worden. Ik bedoel, dat
kunnen we dus ook gewoon afspreken. We gaan daar bij de voorjaarsnota nog
een keer naar kijken, daar heb je geen motie voor nodig. Dat is gewoon een
soort afspraak: we stellen het daar weer aan de orde, omdat je zo'n besluit
eigenlijk pas goed kan nemen na de kerntakendiscussie. Maar als de
Democraten 66 graag een geheugensteuntje willen hebben in de vorm van een
aangenomen motie, dan kan die wat dat betreft onze steun best wel hebben.
Motie 13 vond ik een hele aardige. Mijnheer de voorzitter, op het moment
dat we inderdaad gehouden zouden gaan worden om deze bedragen over te
hevelen naar het RWA, op het moment dat we daartoe gehouden zouden zijn,
dan denk ik dat we gewoon in gesprek moeten met het RWA hoe die middelen op
een goede manier weer voor Soest ingezet kunnen worden. Dan zou in het
kader van een wijkgerichte aanpak daar een hele goede besteding voor
gevonden kunnen worden. Ik moet daar overigens wel bij aantekenen dat het
aanharken van Nederland, zoals D66 bepleit in het laatste stuk van de zin,
niet direct bij ons een gevoel geeft van: hè, hè, we zijn weer bezig op een
lekkere manier. Ik bedoel, iedereen zijn eigen idee daarover.
Motie nummer 17, als laatste. Ik denk dat het verstandig is om inderdaad de
besluitvorming met betrekking tot het convenant aan te houden totdat de
kerntakendiscussie is afgerond en ook inderdaad voor wat betreft de sport
die discussie tot een einde is gekomen.
Heer JANSEN (D66) Voorzitter, even in het algemeen over WEL/ZORG. Dat kan
in grote lijnen onze instemming hebben. Ik denk toch dat we een paar
opmerkingen nog even willen maken. Ik heb al eens eerder gezegd, we willen
graag het zwakke en de zwakkeren in dat kader wel beschermen en we rekenen
cultuur en kunst tot het zwakke dat bescherming verdient. Dat wil niet
zeggen dat -om duidelijk te zijn- mensen die op de een of andere manier
kunst kopen of lenen en die genieten daarvan, dat heel gemakkelijk kunnen
betalen, dat we op grond van die gedachte dat dan zouden moeten
subsidiëren. Dat is natuurlijk niet zo. Wat wel belangrijk is, hebben we
tot dusver steeds gezegd, er moet laagdrempeligheid zijn voor de toegang.
Dat betekent, als je laagdrempeligheid in het algemeen toepast, dat het
ertoe leidt dat je omwille van mensen met een krappe portemonnaieook
mensen met een ruime portemonnaie moet subsidiëren. Dat is dus een probleem
dat wij in de kerntakendiscussie moeten tackelen. Om die reden, voorzitter,
kunnen wij niet akkoord gaan met het voorstel voor de nieuwe categorie-
indeling, want in de nieuwe categorie-indeling, in de nieuwe definitie van
categorie C, daar zit de laagdrempeligheid niet meer in. Met andere
woorden: er is geen criterium meer om aan de slag te gaan hoe je met
laagdrempeligheid omgaat. Er moet dus een nieuwe vorm voor gecreëerd
worden. Ik denk dat we dat ook moeten doen, dat het een absolute voorwaarde
is om te zorgen dat de mensen die bepaalde voorzieningen die wij waardevol
achten, moeten kunnen verkrijgen, dat dat gerealiseerd moet kunnen worden.
Als we aan de andere kant de eigen bijdrage van de mensen willen verhogen
straks, dan moet dat probleem op de een of andere manier opgelost worden.
Dat is het op dit moment niet en daarom willen wij vragen of u dat voorstel
wilt terugnemen tot na de kerntakendiscussie helder is hoe de categorie
indeling moet worden. Als u dat niet wilt, dan vragen wij u op dit punt te
noteren dat D66 dat punt van het WEL/ZORG voorstel niet onderschrijft.
Dan wilde ik nog naar voren brengen dat het wat ons betreft heel belangrijk
is, bijvoorbeeld zoals bij de sport en ook de SWOS in het algemeen, dat we
naar budgetfinanciering toegaan. Dat houdt in dat je dan niet moet gaan
betuttelen, zoals wel eens ter sprake is geweest in de sport van: die moet
met die samen, of bij de SWOS van: waar men bepaalde activiteiten en met
wie ze dat samen moeten doen. Dat moet je dan niet doen, je moet dat aan
die organisaties zelf overlaten. Uiteraard moet je wel zorgen dat er goede
randvoorwaarden zijn wat taakstelling en doelstelling betreft, in de
afspraken die je over die budgetten maakt en dat ook handhaven.
Dus, die aantekening bij wat we nog lezen in dat geheel wat betreft de
sport hebben we een motie ingediend, inderdaad om te zeggen: laten we toch
het convenant dat op de rol stond om op korte termijn vernieuwd te worden,
nog even uitstellen. Het tijdstip waarop het vernieuwd moet worden stond al