12 oktober 1994
- 43
die hele zaak rond Spullenhulp achter de rug en dat was dus een zaak waar
we maandelijks een bedrag bovenop moesten zetten om het toch te kunnen
realiseren. Dat is hartstikke goed en fijn dat het ook gelukt is, dat het
er staat, het enige is dat het werkelijk te gek is om in dit stadium dit
geld er weer in te steken. Ik ben ook blij dat ik hoor dat het er al
gebeurt, dus in die zin hebben ze die extra ruimte ook niet nodig. In ieder
geval, het geld zou voor een deel onttrokken dienen te worden aan datgene
wat in ieder geval moet gebeuren en waar wij ons als overheid direct
verantwoordelijk voor voelen: milieu-educatie aan de kinderen aan de
Molenstraat. Dat moet gewoon gebeuren, dat moet er komen en deze zaak wil
ik duidelijker bij het particulier initiatief neerleggen.
Dan komt er nog een riolering. Voorzitter, ik heb altijd wat moeite met
deze hele discussie, als je reageert op drie harde buien in een jaar,
waarvan er normaal wat minder zijn. Ik kan het me voorstellen, het is een
brok ellende dat er gecreëerd wordt en het is in die zin een zaak waar je
als gemeente natuurlijk ook verantwoordelijk voor bent, want jij hebt je
riolering neergelegd en in een bepaald gebied voldoet dat niet helemaal, of
de bebouwing is wat geconcentreerd en dan zou je eigenlijk net wat meer
willen hebben. Dus er zijn gewoon wat ongelukkige factoren. Als het in alle
redelijkheid mogelijk is dat dingen iets naar voren geschoven kunnen
worden, zonder al te ellendige financiële gevolgen, waarmee het ook reëel
zo is dat we veronderstellen dat het voor deze problematiek een zekere mate
van oplossing geeft en dat we niet onszelf in de vingers snijden omdat, als
we het vijf jaar later hadden gedaan, dat we dan op die plek wat gescheiden
rioleringen betreft enzovoorts, een beter systeem hadden kunnen aanleggen,
als dat allemaal in het onderzoek meegenomen wordt, dan kan ik dit steunen.
Ik ben vuur bang voor het te snel zomaar een maatregel nemen omdat het nu
eventjes dit jaar drie keer fout is gelopen, een hele uitzonderlijke
situatie. Dus, met alle voorzichtigheid zou ik dit willen ondersteunen.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, ik wil eerst dat vuiltje van de
riolering even wegwerken. Ik merk dat u dat allen toch zeer ondersteunt en
daarmee bevestigt u dat het een onderkend probleem is. De heer Meilof zegt
dan wel: drie harde buitjes in een jaar. Nou, je zult maar drie keer je
bedrijf onder water hebben staan of je vloerbedekking moeten vervangen,
waar de verzekering dan moeilijk over gaat doen. Los daarvan, ik denk dat
we gewoon de verplichting hebben aan de bevolking om zaken die we toch al
gezien hadden, die we op langere termijn in onze planning hadden zitten en
daar ook de financiën voor hadden uitgetrokken, indien het mogelijk is, om
ze nu aan te pakken en op te lossen. Ik denk dat je dat alleen maar goede
doelen dient, want a) ben je het probleem aan het oplossen en b) zijn we in
wezen bezig met investeringen die alleen maar ten nutte van de werkgelegen
heid kunnen zijn. Als ik naar de heer Boerkoel kijk en hij vraagt mij: is
dit technisch mogelijk om dat allemaal versneld te doen en dan 1997 ook
naar voren te trekken? dan zeg ik toe dat wij bij het raadsvoorstel -ik
denk dat dat in december kan zijn- zeker alle aspecten van het naar voren
trekken zullen bezien. De technische aspecten moeten we bezien, de
capaciteitsaspecten, financieel is het geen probleem blijkbaar, en we
moeten dus bezien hoe we dat in de rij gaan zetten zonder dat we heel Soest
op de schop hebben staan en we gelijk een circulatieplan voor het verkeer
hebben gecreëerd. Dus in feite moet het een realistisch uitvoerbaar, in de
tijd gezet plan zijn en dat krijgt u van mij op het moment dat het raads
voorstel er komt
Mevrouw Swinkels zegt: die twaalf gulden in 1999. Ja, ik had achter het
stukje van mijzelf nog een vertaling van het rioolfonds op basis van deze
gedachte. Feitelijk hadden wij als raad al besloten dat we tot 2005 de
verhogingen jaarlijks twaalf gulden additief zouden invoeren. Dat blijft
dan zo, alleen, het naar voren trekken van het oplossen van deze proble
matiek betekent dat wij in 1999 tot een extra verhoging moeten geraken
waarvan de orde van grootte zoals gezegd ook een twaalf gulden zou kunnen
zijn. Ook die cijfers komen in december uit de computer rollen en dan
krijgt u daar hele concrete informatie over.
Dan ga ik naar Spullenhulp, maar eigenlijk ga ik liever naar mijn raads
voorstel van 200.000,= te besteden binnen milieu. Laten we één ding
duidelijk stellen: het gaat over milieugelden, het gaat over 200.000,= te
besteden aan het milieu. Dat hebben we hoog staan, dat blijven we hoog