12 oktober 1994 44 - houden en in principe is dat nu verdeeld in twee stukken, 60.000,= is gehonoreerd voor doeleinden die iedereen al kent, dus die kunnen we in wezen nu door laten gaan, de andere 140.000,= blijven ten dienste van het milieu, maar worden even aan de hand van de motie van de WD, ondersteund van verschillende kanten, afgehouden. Dat betekent: wij houden dat raads voorstel aan, in die zin dat wij Ik moet u zeggen, ik ben na de commissievergadering met een open mind daarnaar gaan kijken en we hebben daar toen ook over gesproken. Ja, mijnheer Visser, dat is een Engels woord, ik begrijp dat dat moeilijkheden geeft. Maar in principe vond ik het, toen ik daarover nadacht, niet goed, wetende wat we bij het college-overleg hebben afgesproken en hoe alle partijen erover dachten, om nu ten aanzien van milieu-investeringen niet eensgezind te zijn. Ik denk dat vanuit die optiek het ook gezien moet worden dat wij als college zeggen: wij nemen de suggestie uit de motie heel uitdrukkelijk mee en we gaan onderzoeken wat wij dan het beste milieurendement vinden met die investering. U hebt een aantal gebieden aangeduid, daar is de Kwekerij niet van uitgezonderd, dat wil ik heel duidelijk boven tafel houden, de Kwekerij is niet uitgezonderd. Wij gaan bekijken: wat kun je nou in deze fase van het milieubeleid doen, ook wetende wat de afvalproblematiek is in Nederland en in Soest en ook wetende wat voor aspecten van milieubeleid je zou willen accentueren. Welke investeringen kunnen we daar het beste voor gaan doen? Nu zijn er een aantal vragen heen en weer gegaan en de meeste zijn intern al opgelost. Gaan we nou bij Spullenhulp geld investeren vanuit het milieu? Dat was een angstige vraag van een van de leden. Wij hebben niet die inten tie gehad vanuit het college. Wij willen wel oog hebben voor de problema tiek van Spullenhulp. We weten dat er een parkeerprobleem is, we weten dat er een opslagprobleem is en die moeten we gaan oplossen, die moeten we gaan aanpakken, dat is ook doorgesproken met de mensen van Spullenhulp. Nu is alleen de vraag: gaan we daar milieugeld aan besteden? Ik denk dat dat niet verstandig is en dat dat ook niet de bedoeling is. We gaan de zaken die wij voor Spullenhulp oplossen, toerekenen aan Spullenhulp. Dat hebben we in het verleden gedaan, dat blijven we doen. Er is een deel verkapitaliseerd zelfs in de afvalstoffenheffing. Ik denk dat we Spullenhulp, als stichting zijnde, op die manier moeten blijven benaderen, maar dat we wel moeten kijken: welke problematiek is er en kunnen we die gezamenlijk aanpakken en oplossen? Daar in combinatie mee: kun je dan eventueel vanuit de milieu- gelden de doeleinden die het milieu dienen gaan institueren, dus iets nieuws doen om daar het milieu mee te dienen? Nou, ik denk dat dat de uitleg is die wij vanuit het college aan die motie geven. Het onderzoek kan niet supersnel en het is ook geen A-viertje, maar dat onderzoek zal die velden bestrijken. Wij kijken: wat is het beste te doen met die middelen? Ik denk dat we het daarop moeten houden. Andere vragen zijn feitelijk niet gesteld, dacht ik. VOORZITTER: Even naar de WD-fractie: handhaaft u de motie? Die handhaaft u, dat is duidelijk. Wie wenst in tweede termijn het woord? Heer GLASTRA (BAM)Voorzitter, wij hebben nog niets gezegd over het verhaal over de riolering. Daar wil ik toch even iets over zeggen nu. We krijgen in december een raadsvoorstel en dan zal duidelijk zijn wat er gaat gebeuren. We hebben nu een voorstel dat meer een financieel voorstel is, hoe een en ander betaald gaat worden, maar dan wil je natuurlijk ook wel weten wat er gedaan gaat worden en dat staat er niet zo heel erg duidelijk in. We hebben onlangs gehoord dat er een onderzoek is geweest naar de riolering en daar zou hier en daar mogelijk sprake kunnen zijn van veroudering, wat eventueel vervangen moet worden. Die vervangingen zullen uit het rioolfonds betaald moeten worden. Wanneer je nu met dit verhaal dat we op tafel krijgen het hele rioolfonds leeghaalt, dan vraag ik me af wat er overblijft voor onderhoud en renovatie. Misschien dat de wethouder daar nog iets over kan zeggen? VOORZITTER: Geeft u nu alvast dat antwoord, dan kunnen de anderen dat meenemen? Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Ja, voorzitter, ik ben gaarne bereid om een nieuwe partij wat te helpen bij het vinden van informatie. Als u dat

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1994 | | pagina 393