12 oktober 19 94 - 46 - VOORZITTER: De heer Witte, nog behoefte om te reageren in tweede termijn? Heer WITTE (GGS)Eigenlijk niet, maar nu ik zo die verschillende interpretaties van de motie hoor, denk ik dat het toch wel belangrijk is dat even duidelijk is wat we besluiten. Wat GGS betreft hebben we het over het onderzoek naar de mogelijkheden bij Spullenhulp en het parkeren van het geld om te bekijken of zo meteen prioriteit gesteld moet worden aan Spullenhulp ofwel het milieu-educatief centrum. Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, er wordt feitelijk nu gevraagd hoe je de motie zou moeten interpreteren. Dat is op zich best wel moeilijk, want het is een redelijk ingewikkelde motie. Wij hebben juist het accent gelegd op onderzoek. Ik zou dat onderzoek willen zien in de geest zoals ik het net heb toegelicht, een breed onderzoek naar de aspecten die erbij betrokken moeten zijn, zowel het milieu-educatief centrum als afval preventie als het oplossen van de problematiek bij Spullenhulp. Zo heb ik dat gedefinieerd. Als u dat aan ons meegeeft, dan hebben wij voldoende bouwstenen om dat onderzoek te doen. Dan is de voorzichtigheid van mevrouw Swinkels denk ik ook al iets afgezwakt, want dan hebben we ook oog voor hetgeen er al is en zich heeft bewezen, wat een goede functie heeft in het gemeentelijk handelen en zeker aanspreekt ook binnen de samenleving. Ik had nog een vraag van de heer Meilof, namelijk de angst dat, doordat je de riolering gaat aanpakken, je onnodige kosten maakt door wegen open te gooien die feitelijk nog niet aan opengooien toe zijn. Het is gelukkig niet zo dat al onze wegen in dezelfde verhouding als de riolering verbeterd moeten worden, want anders had je een gelukkige samenloop. Dat zal zich altijd voordoen, ook in de normale planning was het zo dat bepaalde wegen opengegooid moeten worden omdat de riolering eronder zit, terwijl de weg in een redelijke staat was. Dat neemt niet toe, het blijft een feitelijkheid. We kunnen er hoogstens oog voor hebben om die twee dingen zoveel mogelijk te laten samenlopen. VOORZITTER: We gaan nu over tot de stemming. Ik constateer dat de WD de motie handhaaft. Als die aanvaard wordt, wordt die geïnterpreteerd door het college zoals de wethouder dat net heeft gezegd. Het lijkt me goed om dat er even bij te vertellen. Mag ik constateren dat de WD voor de eigen motie is? Dan kom ik bij het CDA. Heer KROL (CDA)Voorzitter, met de uitleg zoals u die eraan geeft, zijn wij voor. VOORZITTER: Dan Partij van de Arbeid? Heer BOERKOEL (PvdA)Als de motie uitgelegd wordt zoals u dat doet, zijn wij voor, anders zijn wij tegen. VOORZITTER: Fractie BAM? Voor. Gemeentebelangen Groen Soest? Voor. D66? Mevrouw SWINKELS (D66)Schoorvoetend voor. VOORZITTER: Progressief Soest? Mevrouw TOMASSEN (GL/PS)Met uw uitleg, voor. VOORZITTER: De heer Meilof? Tegen. Dan is deze motie aanvaard met één stem tegen, de rest voor. Ik schors de vergadering tot half zeven. VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Hoofdfunctie 8. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. VOORZITTER: Daarover is één motie ingediend, motie 16 van Gemeentebelangen Groen Soest 16. De gemeenteraad van Soest, in vergadering bijeen besluit

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1994 | | pagina 395