12 oktober 1994
3 -
reactie op de commissie hebben, kunnen daar onderlegger voor zijn. Op dit
moment steunen wij uw voorstel.
Heer KRIJGER (WD): Mijnheer de voorzitter, uw reactie op het advies van de
commissie geeft twee antwoorden. Een deel -het is al door de inspreker
genoemd- is een technische reactie. Het lijkt ons niet juist om nu op
technische details te gaan discussiëren in deze raad. Het tweede element:
kun je de investering uitstellen en als we die niet uitstellen, wat voor
gevolgen heeft dat later voor oplossingen? daar willen we wel op reageren.
We hebben begrepen dat je best een paar dingen kunt gaan doen, dat zijn de
niet de grootste kosten die daarmee te maken hebben, om in ieder geval de
komende maanden een paar objectief onveilige situaties weg te nemen, c.q.
te verminderen. Terug naar die technische discussie. Waarom dat niet zo
even tussendoor kan, dat wil ik benadrukken, is dat als men zegt dat het
bestemmingsverkeer eigenlijk de wijk uit moet -en dat zegt men, dat mag
iedereen vragen- dan kijken we naar een gemeente hier vlakbij, een
kilometer of dertig verderop, de gemeente Houten, daar kent men in de
wijken geen bestemmingsverkeer. We kijken ook naar de structuur die
daarvoor nodig is. Die structuur van rondwegen past ons ook niet. Dus, als
wij gaan praten over «verkeer uit de woonwijken» kan dat nooit los worden
gezien van discussies over andere wijken. We hebben afgesproken, vastge
legd, c.q. we houden in de gaten dat we dat zullen doen, dat er over een
aantal maanden echt intensief gediscussieerd moet worden over die
hoofdwegenstructuur. Daarin past een oplossing van het weren van niet-
bestemmingsverkeer uit de woonwijken. Het gaat ons te kort door de bocht om
tussendoor proeven te gaan nemen, want we weten dat proeven op dat moment
verwachtingen wekken en we weten ook dat als je in een buurt wat gaat doen,
er meer onderzocht moet worden dat één op zichzelf zeer actieve, deskundige
groepering. Je moet goed uitkijken dat iedereen in de wijk zijn mening kan
geven, kan reageren en betrokken wordt bij de uitwerking. Dat betrokken
worden bij de uitwerking en het kunnen reageren, dat staat ook in het
geschreven stuk van de Bewonersvereniging Soest-zuid, dat men dat ook wil,
wat betreft dus op één lijn. Op dit moment vinden wij dat het voorstel van
het college onverkort kan doorgaan, wel een aantal afspraken, dat bij de
hoofdwegenstructuur belangrijke dingen gezegd moeten worden.
Heer WITTE (GGS): Voorzitter, ik zal er kort over zijn. Wij vinden dat deze
bewonerscommissie een heel goed stuk werk heeft gedaan en wij vinden het
een plan dat in ieder geval meegenomen moet worden op het moment dat we de
hoofdwegenstructuur gaan vaststellen in Soest-zuid. Daar staan ook gelden
voor in wat u tegenwoordig het infrastructurele fonds noemt. Dat zou dan
meegenomen moeten worden. Voor de rest kunnen wij uw voorstel volgen.
Heer JOUSTRA (BAM): Voorzitter, allereerst wil ik toch mijn waardering
uitspreken voor de Bewonersvereniging Soest-zuid, niet alleen voor hun
vasthoudendheid, want vaak is het toch vechten tegen de bierkaai of niet,
maar vechten is het wel, maar ook voor hun goede gedocumenteerdheid. Dat
zie je niet altijd en ik vind dat een compliment naar deze bewoners
vereniging in ieder geval waard. Voor het overige wil ik me aansluiten bij
het standpunt van het CDA. Dat heb ik in de commissievergadering ook
gedaan, met één restrictie, dat is de opmerking die de heer Krijger heeft
gemaakt. Als blijkt dat er daadwerkelijk sprake is op dit moment van
gevaarlijke situaties, om dat dan hiervan even los te zien en direct
maatregelen te treffen. Maar dat ligt eigenlijk zo voor de hand. Voor de
rest zou ik dit inderdaad mee willen betrekken bij de discussie over de
hoofdwegenstructuur, want je kunt inderdaad de ene wijk niet los zien van
de andere. Wel vinden we dat de situatie in Soest-zuid zodanig zorgelijk is
dat het wel voldoende aandacht moet krijgen bij de discussie over de
hoofdwegenstructuur.
Heer VISSER (GL/PS): Voorzitter, ik zal de waardering niet herhalen die al
zoëven uitgesproken is voor deze bewonerscommissie. Ook wij vinden dat in
Soest-zuid wel wat moet gebeuren. Ik begrijp uit de reacties dat het niet
haalbaar is om dat te doen wat zij graag willen. Toch hoop ik ook dat wij
dit niet zullen vergeten met elkaar, maar dat we de resultaten van de
onderzoekingen nog eens uitvoerig zullen bediscussiëren en dat te zijner