17 november 1994 - 4 - een kaartje dat het Soesterveen als stadsrandzöne open aanduidt en de Dorresteinweg als stadsrandzöne dicht. Dat laatste pleit ervoor, zoals gezegd, dat voor dit perceel een bouwvergunning mogelijk moet zijn. Er moet dan wel aan strikte voorwaarden voor wat betreft het bebouwingspercentage en het karakter van de woning worden voldaan. Mevrouw SWINKELS (D66)Voorzitter, ik kan het betoog van mijn fractie genoot vrijwel geheel onderschrijven. Alleen bij de afweging van de belangen gaat de weegschaal bij mij iets de andere kant op. Ik zal u ook zeggen waarom. Het college zegt in het voorstel heel duidelijk dat de structuurvisie hiermee gerespecteerd wordt en dan worden de landschappe lijke waarde en de natuurwaarde die zijn vastgelegd in het bestemmingsplan naar voren gehaald. Juist omdat ik van dit college de geste om de structuurvisie zo hardnekkig te handhaven wil honoreren, stem ik in ieder geval met het college mee deze keer. Heer PLOMP (WD): Mijnheer de voorzitter, ik denk dat onze fractie een eensluidend standpunt inneemt. Wij zijn tegen uw voorstel, omdat wij vinden dat het op gespannen voet staat met het beginsel van gelijke behandeling. Heer VAN DEN BREEMER (CDA)Voorzitter, zoals al blijkt uit de vorige sprekers, is het onderhavige punt best wel een beetje discutabel. Ook in onze fractie hebben we er nogal diepgaand over gesproken. Het perceel staat aangegeven als agrarisch met landschappelijke waarde. Dat is op zijn zachtst gezegd wel twijfelachtig wat betreft de waarde die het als zodanig zou hebben. Echter, vanwege het feit dat het zo dicht gelegen is aan het gebied de Wieksloterweg, waar wij in het bestemmingsplan en tot op heden ook in ons beleid volstrekt proberen vast te houden aan een zo groot mogelijke openheid van het gebied, hebben wij gemeend ons uiteindelijk oordeel naar die kant te moeten laten afhangen. Wij zeggen dus dat wij met het collegevoorstel akkoord gaan. Heer VISSER (GL/PS): Voorzitter, ook mijn fractie is unaniem van mening dat zij tegen dit voorstel moet stemmen. Niet omdat wij geen waarde hechten aan de structuurvisie, want die staat bij ons bovenaan, maar omdat hier toch al een precedent geschapen is door het feit dat daar de heer Van Doorn ook toestemming heeft gekregen. Nou was dat een hele bijzondere zaak, maar dat heb je met bijzondere zaken, dan moet je toch heel voorzichtig zijn. Wij vinden niet dat deze mevrouw daar de dupe van moet zijn en ook wij vinden dat die rand daar met wat daar gebeurd is, niet datgene aantast waar wij zoveel waarde aan hechten. Wij stellen u voor om wel een voorbereidings bes luit aan ons voor te leggen de volgende keer, waarin u toch nog eens nadrukkelijk dan vastlegt dat het nu dan ook echt afgelopen moet zijn en dat wij die natuur- en landschappelijke waarden die daar toch nog steeds aanwezig zijn, dan ook echt nu aftimmeren, anders blijven we aan de gang met dit soort dingen. Wat dit geval betreft zijn wij van mening dat wij tegen uw voorstel moeten stemmen. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, ook wij hebben in de fractie hier uitputtend over gesproken en na ampele overwegingen besloten om met uw voorstel mee te gaan. Als reden voeren we daarvoor aan dat wij vinden dat het bestemmingsplan voorlopig nog maar even moet blijven gelden. De argumenten die ook de heer Van den Breemer genoemd heeft, de openheid van het achterland, het gebied richting Wieksloterweg, hebben inderdaad voor ons de doorslag gegeven. We hebben geprobeerd een selectieve benadering te vinden en, nogmaals, na ampele overwegingen gekozen met uw voorstel mee te gaan. Heer JOUSTRA (BAM): Voorzitter, wat betreft het raadsstuk dat voorligt, volgen wij het college. Wethouder TEN HOVE: Mijnheer de voorzitter, het punt van de gelijke behandeling, dat kennelijk een belangrijke rol speelt bij de beoordeling voor sommige fracties, is naar de mening van het college niet van toepassing. In het geval van Van Doorn ging het om een verandering binnen het gebied om te komen tot een betere benutting in het algemeen belang van dat gebied. In het onderhavige geval gaat het om een individueel belang van

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1994 | | pagina 425