15 december 1994
- 6 -
suggesties, vraag ik u? Wie verandert voortdurend van mening en stelt
cijfers naar beneden bij met een vreemde verwijzing naar Braamhage en het
slachthuis? Een kleine gemompelde vijftig woningen extra zal nooit enige
relevante opbrengst genereren tegenover de enorme investeringen. Bovendien
is er een notitie van november dit jaar over het fonds bovenwijkse voorzie
ningen, waarin op pagina 12 een hoeveelheid exploitatiegebied wordt
aangegeven. En ja hoor, daar staat het: Rondweg (het bouwplangedeelte)
77.000 m2Volgens de berekeningen wat we hooguit van de provincie Utrecht
kunnen krijgen, of op mogen rekenen in zon fonds is het dan opbrengst maal
vijftien gulden 1.15 5.000,00. Ter vergelijking, voor de vijftig
woningen in de nieuwe Albert Heijn hebben we het over 24.700 m2Wie speelt
er nou in 's hemelsnaam oneerlijk? Wie probeert de bevolking iets op de
mouw te spelden? Wie goochelt er hier met cijfers? Dan werd er ook nog
geroepen dat de heer Witte met gegoochel met cijfers de inwoners van Soest
wilde bang maken voor een verhoging van de OZB en daar was allemaal niets
van waar. Waar haalt die lelijke meneer Witte dat toch allemaal vandaan,
als die lasterpraatjes? Nou, voorzitter, voor een berekening van de
gemiddelde stijging van de OZB door deze plannen is een hele simpele
methode voorhanden. Je kijkt in de begroting 1995 naar de inkomsten van de
OZB, vervolgens neem je de nota over de tarieven van de OZB in Soest en sla
je de gestegen financiële lasten van de gemeente om over het gemiddelde
aantal OZB-plichtigenEn wat daaruit komt is het bedrag van de heer Witte,
niet zo heel veel op te aan te merken, dunkt mij, in ieder geval voor
iedereen te volgen. En wie hier in de raad durft te beweren dat zulke
grootscheepse plannen geen verhoging van de OZB tot gevolg hebben, zeg ik:
lees pagina 4 en 5 van de nota fonds bovenwijkse voorzieningen, want daar
staat verhoging van de OZB vermeld als een van de bronnen voor het fonds.
Of luister naar de heer Boerkoel, die de kerntakendiscussie vooral goed
vindt om de benodigde gelden voor de nieuwe infrastructuur te vinden.
Voorzitter, hoe hoog of hoe laag dit college ook springt en hoe alle
voorstanders zich ook in de meest onwaarschijnlijke bochten wringen, dit
plan gaat sowieso leiden tot meer nieuwbouw in de polderrand, tot meer
interregionaal verkeer door Soest en tot een verhoging van de OZB voor de
burgers in Soest.
Voorzitter, ging het alleen om een weg, dan zou u vol kunnen houden, met
verwijzing naar de verkiezingsprogramma's en het beleidsprogramma, dat er
niets nieuws onder de zon is. Maar bij de verkiezingen hebben partijen als
WD en CDA de kiezer verteld dat er geen OZB-verhoging komt hoger dan de
inflatiecorrectie. Tegelijkertijd is de afronding van de structuurvisie als
maximale uitbreiding opgenomen en is er geen enkele keer sprake geweest van
bouwen in de polder. Voorzitter, dit zijn nieuwe, ingrijpende zaken die u
niet in gang kunt zetten zonder dat u de inwoners van Soest in de gelegen
heid stelt om zich door middel van een referendum uit te spreken. En
alstublieft, laten de collegepartijen nu niet weer als slangen met gesple
ten tongen gaan praten en kronkelen om een volksraadpleging uit de weg te
kunnen gaan.
Heer JANSEN (D66): Voorzitter, zoals u schrijft, inderdaad is er over dit
onderwerp veel gepraat en geschreven. Je zou kunnen zeggen, alles is al
gezegd. Wat valt hier nog aan toe te voegen? Wel, het college juicht dat
toe uit democratisch oogpunt. Maar wat daar democratisch aan is, als er
alleen maar gepraat wordt en het college niet luistert en niet discussieert
op basis van argumenten? Ik gebruik eigenlijk dezelfde woorden als de heer
Krijger met een precies tegengestelde conclusie en ik denk dat ik het
evenzeer meen als hij dat mogelijk doet. Ik denk ook dat alles wat de heer
Witte net gezegd heeft, heel veel is wat ook al opnieuw gezegd is, maar ook
nieuwe dingen heeft hij gezegd, waarvan ik denk: ja, daarin -vind ik- heeft
hij gelijk.
Dit raadsvoorstel -dat heb ik ook eerder gezegd- is de eerste stap op weg
naar het opgeven van het landschap achter de brinkwegen. Het schept de
mogelijkheid tot het ontstaan van twee rondwegen die met hun aantakkingen
de polder in stukjes hakken, waardoor ook zonder verdere bebouwing de
landschappelijke waarde al ernstig wordt aangetast. En stellen dat er
nauwelijks gebouwd zal worden, is vriendelijk gezegd naïef en realistischer
uitgedrukt komt het neer op bagatelliseren en misleiden.
In de commissiebehandeling is gebleken dat de meerderheid van de raad
ontkent dat dit op de kop zetten van de structuurvisie, het landschapsbe-