15 december 1994 - 14 - heid in beperkte mate gebruik gemaakt is. Desalniettemin zal het college ernaar blijven streven om alle beschikbare feitelijke informatie onder de aandacht van de burgers te brengen, zodat een ieder daarvan kennis kan nemen en zijn oordeel kan vormen, zodat we met z'n allen tot zo goed mogelijke beslissingen komen. Dan kom ik nu tot de wat meer inhoudelijke kant van de vragen. Ik heb ook in de commissie al gesignaleerd dat de structuurvisie in de discussie nogal eens een rol speelt. Mijn conclusie is dat de verkeersproblematiek in de discussies rond de structuurvisie wel is gesignaleerd, maar voor een belangrijk deel is vooruitgeschoven. Toen ik vanmorgen als voorbereiding op vanavond de notulen van de raad van 16 december 1993 nog eens doorlas, toen werd daar bijna unaniem door alle fracties gezegd: we zijn nu al drie jaar aan het praten en wanneer gaan we nu eindelijk eens wat doen? Ik denk dat dat een bevestiging is van mijn eerdere constatering. Ten aanzien van de Van Weedestraat denk ik dat de problematiek niet is dat wij meer auto's willen hebben. Door de heer Witte werd gezegd: elke honderd meter weg levert 25% meer auto's op. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Nee, dat heeft TNO gezegd, dat heeft niet de heer Witte gezegd. Wethouder TEN HOVEHij heeft dan TNO geciteerd en ik neem aan dat hij dat niet voor niets gedaan heeft. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Als u mevrouw Stekelenburg goed kunt herhalen, dan kunt u misschien ook proberen de heer Witte goed te herhalen. Wethouder TEN HOVE: Het gaat erom dat we de Van Weedestraat en het nieuwe tracé gebruiken om verkeers- en verblijfsfunctie van elkaar te scheiden. Natuurlijk verliezen we daarbij de parkeermogelijkheden in en rondom de Van Weedestraat bepaald niet uit het oog. Er zijn vragen gesteld naar aanleiding van de opmerkingen in onze brief ten aanzien van het uit te voeren onderzoek. Wat de bedoeling is, is dat we zo snel mogelijk van start gaan met het vastleggen van de huidige verkeers stromen die door Soest gaan, ook in samenhang met de problematiek van de N221, dat we aan de andere kant ook maatregelen gaan nemen in de Van Weedestraat zelf en dat we telkenmale op bepaalde momenten metingen verrichten om te kijken wat de effecten zijn van die metingen en op basis daarvan verdere beslissingen te nemen. Dat bedoelen we met het meewegen van de effecten die de beslissingen hebben teweeg gebracht. Ten aanzien van het bouwen wil ik nog eens nadrukkelijk zeggen dat als er gebouwd wordt, het alleen binnen het verblijfsgebied is zoals dat nu gedefinieerd is. Mijn opmerking in de commissie dat de provincie ons opgedragen zou hebben 250 woningen te bouwen, wordt denk ik onjuist gebruikt. Wat ik heb gezegd is, dat de provincie van oordeel is dat ze de Jachthuislaan als locatie kunnen laten vallen, omdat ze verwacht dat Soest in staat moet zijn op andere plaatsen 250 woningen te kunnen realiseren. In dat verband heb ik gezegd dat we het gebied dat ontstaat wellicht in dat verband nog wel eens hard nodig zouden kunnen hebben. Heer WITTE (GGS): Voorzitter, bij interruptie. Daar klopt toch helemaal niets van? Die 250 woningen zijn bij de provincie bekend, die staan al in het woningbouwprogramma 1994/1995 van de gemeente Soest. Er is geen extra vraag van de provincie. Wethouder TEN HOVE: Nee, dat heb ik ook helemaal niet gezegd. Maar de provincie heeft gezegd: we laten bij Soest de Jachthuislaan 175 woningen Heer WITTE (GGS): Voorzitter, de wethouder Wethouder TEN HOVE: Als u mij even laat uitspreken? 175 woningen vallen, omdat we ervan uitgaan dat Soest in staat is om op andere plekken 250 woningen in te breiden. In dat verband heb ik ook gezegd dat de locatie die nu mogelijk ontstaat, daarvoor wel eens hard nodig zou kunnen zijn. Heer WITTE (GGS): Voorzitter, dan toch bij interruptie. Dat is niet nodig,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1994 | | pagina 447