15 december 1994
- 15 -
omdat er al 250 woningen aan inbreiding in procedure zijn. Als die nog niet
bekend zouden zijn, dan was er een probleem. Maar die zijn bekend!
Wethouder TEN HOVEHoe kunt u dat nou zeggen, mijnheer Witte? De Jacht
huislaan was bedoeld voor na het jaar 2000. Die woningen kunnen toch
onmogelijk nu al in de inbreiding in de planning staan?
Heer WITTE (GGS): Voorzitter, er is een notitie Volkshuisvesting Soest
1994. Ik zou willen vragen of die wethouder die eerst eens wil bestuderen
voordat hij dit soort dingen zegt.
Wethouder TEN HOVE: In antwoord op een opmerking van de BAM-fractie over
supermarkten langs het tracé van de rondweg, kan ik u meedelen dat de
eigenaar van de supermarkt A&P dat weliswaar in de krant zet, maar dat dat
uiteraard voor zijn rekening is. Ik heb afgelopen maandag met hem een
gesprek gehad en nadrukkelijk te kennen gegeven dat daar geen sprake van
kan zijn.
De studie van de N221, dat was een andere vraag van BAM, die vindt plaats
in regionaal verband, dat wil zeggen, samen met Baarn, Amersfoort, de
provincie en de vervoerregio
De CDA-fractie en D66 hebben gevraagd geen onomkeerbare zaken uit te voeren
voordat de problematiek betreffende de N221 voldoende onderzocht is. Ik
denk dat daar geen enkel gevaar voor bestaat en wel om de volgende redenen.
In de planning van het hele traject zitten een aantal momenten waarop de
raad beslissingen heeft te nemen. Ik noem er een paar. Er zal medio 1995
een kredietvoorstel moeten komen «herinrichting Van Weedestraat»medio
volgend jaar verwachten we de uitkomst van de studie N221 zelf en voor het
realiseren van het tracé zal er in welke vorm dan ook een bestemmingsplan
of een bestemmingsplanwijziging of -aanvulling moeten komen. De beslissing
daarover, als u die planmatig bekijkt, kan door de raad op zijn vroegst
halverwege of in het najaar van 1996 genomen zijn. Ik mag aannemen dat we
in die tussenliggende periode ruimschoots de gelegenheid gehad zullen
hebben om over de N221 al of niet langs de spoorlijn, al of niet langs de
Ossendamweg/Vondellaan in voldoende mate gesproken te kunnen hebben.
Heer VISSER (GL/PS): Voorzitter, als de wethouder het heeft over een
wijziging van het bestemmingsplan, welk bestemmingsplan bedoelt hij dan?
Wethouder TEN HOVE: Dat zou kunnen betekenen het bestemmingsplan Soestdijk
of een eventueel klein bestemmingsplan te ontwikkelen voor het gebied van
de brinkwegen met het nieuwe tracé.
Heer VISSER (GL/PS): En dat is een stukje van het bestemmingsplan Landelijk
Gebied, dus. Daar wilt u een apart bestemmingsplannetje van maken?
Wethouder TEN HOVE: Daar zou een apart bestemmingsplan, althans, daar is
nog geen uitspraak over gedaan, daar moet het college nog naar kijken
Heer VISSER (GL/PS): Nog geen uitspraak over gedaan? Hoe kunt u dat dan
zeggen?
Wethouder TEN HOVE: Ik zei: dat zou het voornemen kunnen zijn.
Heer VISSER (GL/PS): Van wie?
Wethouder TEN HOVE: Van het college.
Heer VISSER (GL/PS): En daar is nog geen uitspraak over gedaan, zegt u.
VOORZITTER: Het ligt nog in de toekomst of het college met een dergelijk
voorstel komt.
Heer VISSER (GL/PS): Ja, we gaan elkaar toch geen sprookjes zitten te
vertellen? Er is toch een beleid in deze gemeente om zo weinig mogelijk
bestemmingsplannen te produceren en bestemmingsplannen bij elkaar te
voegen? Dan gaan we toch niet een klein apart bestemmingsplannetje creëren
en terug naar de vijftiger, veertiger jaren?