15 december 1994
- 24 -
aannemen van die motie. Ik zou haast zeggen: als het college geloofwaardig
wil overkomen over wat in het eerste deel van de brief geschreven wordt,
dan moet u de motie zoals die nu gecorrigeerd er ligt, overnemen.
Heer KROL (CDA): Nou, een hele waslijst nog van dingen, voorzitter. Ik zal
proberen het te beperken.
Even beginnend maar in de richting van een aantal vragen die heel concreet
op het bordje van het CDA zijn gelegd door Progressief Soest. Ik heb even
verwezen in mijn eerste termijn naar het verkiezingsprogramma van het CDA,
waarin gezegd wordt dat met voortvarendheid de mogelijkheid van een rondweg
moet worden uitgezocht. Zo heeft de groep leden binnen onze partij ook ons
inderdaad gevraagd om daaraan te gaan werken. U weet, we zijn met z'n
zessen in deze gemeenteraad als CDA-fractie. Als ik dan zie dat dit college
van drie partijen zegt in punt 2: te besluiten tot onderzoek van twee
opties, waarvan er één is het aanleggen van een noordelijke rondweg langs
de spoorlijn, in eerste instantie aansluitend op de verlengde Dalweg en
eventueel in latere instantie via een nieuw aan te leggen wegdeel op de
Birkstraat. Dan zeg ik u: dit is mijn programma, dit is het raadsbesluit en
dat zeg ik tegen mijn achterban. Dan komt u maar eens praten, dan zullen ze
u zeggen of ze vinden dat wij als CDA-fractie hebben voldaan aan datgene
wat ze ons hebben opgedragen of niet.
Het tweede punt is, voorzitter, waarom willen wij nou zo graag dat u
toezegt hier vanavond: doe nu niets onomkeerbaars voordat die N221-discus-
sie is afgerond. Dat zeggen we niet vanuit de optiek zoals de heer Witte
dat zegt. Hij zegt: doe nou eigenlijk voorlopig even liever niks, want dan
hopen we dat er ook eigenlijk niks komt, als het gaat over deze infrastruc
turele voorzieningen. Dat is een andere optiek. Wij zeggen dat omdat wij
weten dat we met een aantal overheden, de provinciale overheid en een
aantal buurgemeenten in regioverband met elkaar gaan praten over: wat doen
we met die N221, wat vindt u van het tracé dat we ons nu voorstellen, als
het gaat om wel of niet langs de spoorlijn, vindt u dat het achter de
bebouwing moet lopen, wat vindt u van onze Koningswegdiscussie? Daar komt
uiteindelijk een resultaat uit, uit dat overleg. En ik heb alleen maar
gezegd hier vanavond: u krijgt van ons, als u toezegt dat die N221-discus-
sie moet zijn afgerond, de ruimte om daarmee aan de slag te gaan. Want als
u de afronding van de N221-discussie niet afwacht en allerlei zaken
onomkeerbaar in gang zou hebben gezet en u zou door de provinciale of
regionale discussie gedwongen worden om een andere kant op te gaan, dan
zijn we misschien een kant opgegaan waar we dan spijt van hebben. En
natuurlijk weten wij geen van allen hoe die discussie afloopt, dat heeft de
heer Krijger ook al aangegeven. En natuurlijk zullen we moeten afwachten
wat provincie en regio met onze voorstellen willen. Maar dat ontslaat ons
niet van de verplichting om daarmee verder te gaan. Met alle respect, alle
partijen die nu het herinrichten van de Van Weedestraat omarmen: met een
plantenbak los je de verkeersproblemen daar niet op.
Mevrouw SWINKELS (D65): Dat woord heeft niemand in de mond genomen,
mijnheer Krol.
Heer KROL (CDA)Jazeker, dat woord heeft de heer Visser in de mond genomen
en ik heb het even geciteerd.
Mevrouw SWINKELS (D66): De heer Visser is helemaal niet geïnteresseerd in
planten en ook nooit geweest.
Heer KROL (CDA): Dat had ik niet durven zeggen, mevrouw Swinkels.
Heer VISSER (GL/PS): Ik weet niet eens hoe je het schrijft, met een n of
zonder een n?
VOORZITTER: Dat weet ik ook niet, mijnheer Visser, het woord is aan de heer
Krol
Heer KROL (CDA): Daarom, als laatste, voorzitter, u hebt in uw tijdschema
aangegeven in medio 1995 met een herinrichtingsplanvoorstel voor de Van
Weedestraat te komen, met een bestemmingsplan op zijn vroegst in 1996 te
komen en u hebt ook toegezegd dat u dan de N221-discussie al zal hebben