15 december 1994 - 40 - gekeken of in dat gebied een golfaccommodatie mogelijk is, waarbij we dus in ieder geval die rapportage kunnen gebruiken. We kunnen dan ook nader bepalen waar en hoe. Bovendien is het ook zo -en dat staat ook duidelijk in de brief naar de Raad van State- dat wij daarmee een ander doel nastreven, namelijk een buffer tussen Amersfoort en Soest, dat is punt één. Punt twee is dat je een geheel aan recreatie- en toerisme-accommodatie daar krijgt. Wij zijn dus van mening dat inderdaad dit stuk moet uitgaan en dan merken we te zijner tijd wel of in de procedure bij de afwijkingsbevoegdheid die de provincie nu eenmaal heeft, of wij dan in de prijzen vallen. Heer VAN DEN BREEMER (CDA): Voorzitter, dit voorstel golft een beetje heen en weer. Wij zijn overigens voor het collegevoorstel. Wethouder TEN HOVEVoorzitter, in de commissievergadering heb ik ook al gezegd dat er sprake is van een kip-en-ei-situatie. Als je de heroverweging leest van de bezwaarschriftencommissie, dan wordt er gezegd: er kan geen golflocatie in het streekplan worden opgenomen omdat er nog geen beleids voornemen is en er is aanvullend daarop en aansluitend daarop ook nog geen m.e.r. uitgevoerd. Anderzijds is tot op heden het standpunt in dit huis geweest: we gaan pas een m.e.r. starten en het beleidsvoornemen verder uitwerken als we weten dat het in het streekplan mogelijk wordt gemaakt. Om nu te voorkomen dat we in een later stadium de situatie krijgen dat wij het beleidsvoornemen en de m.e.r. hebben uitgevoerd en er vervolgens wordt gezegd: ja maar dan had u maar beroep moeten aantekenen bij de Raad van State om alsnog uw belangen veilig te stellen, zijn wij van oordeel dat we dit beroep moeten aantekenen. In de commissie is inderdaad, mijnheer Visser, gesproken over een kaartje. Ik heb ook gezegd dat zodra dat kaartje beschikbaar zou zijn, u het zou krijgen. Het overleg daarover heeft tot op heden niet plaatsgevonden. Het was de bedoeling dat dat in de afgelopen dagen zou geschieden, maar daar is het nog niet van gekomen wegens agendaproblemen, maar u houdt het uiteraard tegoed Heer WITTE (GGS): Voorzitter, de wethouder doet hier een aantal uitlatin gen, ik was niet van plan om de vergadering nog langer te laten duren, maar dit roept toch wel weer een reactie op. Hier wordt weer een beleidswijzi ging gecreëerd. De wethouder identificeert zich met een m.e.r. en hij identificeert zich met het hele project. Even afgezien van hoe we hier als raad tegenover staan, dat er verschillende gedachten over zijn of het wel of niet moet, dacht ik dat in ieder geval duidelijk moet zijn dat we tot nu toe voortdurend hebben gezegd: het is een particulier initiatief. De partijen die dat inderdaad willen zijn dan voorwaardenscheppend bezig, maar de gemeente gaat geen m.e.r. doen. VOORZITTER: Dat heeft de wethouder ook niet gezegd, mijnheer Witte. Wethouder TEN HOVEIk kan dat ook bij deze, om de heer Witte gerust te stellen, ontkennen. De agendaproblemen lagen juist bij de Stichting Wolfduin, omdat zij als initiatiefnemer ook verantwoordelijk en financieel verantwoordelijk zouden zijn voor het laten uitvoeren van een m.e.r. De gemeente is in deze dus voorwaardenscheppend bezig. Ten aanzien van de vraag van mevrouw Stekelenburg over de Raad van State. Het is alleen mogelijk om beroep aan te tekenen als je ook al eerder in de procedure daar bezwaar tegen hebt aangetekend. Dus ik denk dat ik daarmee uw vragen beantwoord heb. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Maar dan zou ik van u willen weten, voorzit ter, van de heer Visser via u, of hij dat al gedaan heeft. Heer VISSER (GL/PS): Dat zeg ik niet. Dat hou ik voor me hoe ik dat doe, dat gaat niemand wat aan. Heer KRIJGER (WD): Voorzitter, is dat de openbaarheid die wij zelf nastreven en de heer Visser niet meer? Heer VISSER (GL/PS): Nee, ik bedoel, wij gaan naar de Raad van State. Klaar.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1994 | | pagina 473