17 maart 1994
- 14 -
B. Voorstel tot het vaststellen van de "Verordening voorzieningen gehandicap
ten"
Heer LOKKER (CDA)Voorzitter, een paar zaken. Wij vinden dat het gehandicap
tenbeleid niet een beleid moet zijn dat we er even bij doen. Dat moet even
vastgesteld worden. Het gemeentebestuur moet naar onze mening vooral een
sociaal bestuur zijn en dat betekent dat je je sterk moet maken voor burgers
die niet op eigen kracht kunnen deel hebben aan de samenleving. Er bestond
nog wat onduidelijkheid over de eigen bijdrage, met name als het gaat om die
meerdere voorzieningen per persoon, die dus een optelsom krijgt van eigen
bijdragen. Nu hebben we gelezen dat dat nooit meer mag bedragen dan de
berekende draagkracht, die is aangegeven in het voorstel. Die draagkracht is
afgeleid van het inkomen. Het enige probleem kan daarbij zijn -maar misschien
is het mogelijk dat de heer Kingma hier nog een antwoord op heeft- dat de
werkelijke kosten hoger kunnen zijn dan het normbedrag dat per voorziening
wordt uitbetaald. Is het dan mogelijk dat een aanvrager bijvoorbeeld een
beroep kan doen op een regeling minimabeleid?
Dan nog twee korte opmerkingen. We krijgen nog een kostenvergelijking als het
gaat om de uitvoering van deze wet op lokaal of regionaal niveau te doen
plaatsvinden. Zonder al te veel daarop vooruit te willen lopen, is onze
positie dan als volgt: wat lokaal beter kan, moet je lokaal doen, wat
regionaal beter kan, moet ook regionaal gebeuren. Daarbij is het financiële
criterium een criterium, niet hét criterium. De lijn naar de burger moet in
deze naar ons idee zo kort mogelijk zijn. Dat heeft te maken met kwaliteit.
Het laatste kleine puntje. We moeten -en ik hoop dat dat ook gebeurt- letten
op de aangepaste voorlichting. Folders met een groot lettertype, en onze
voorkeur gaan ook uit naar voorlichting in braille.
Wethouder KINGMA: De opmerkingen van de heer Lokker, voorzitter, over de
eigen bijdrage en met name de vragen over als de werkelijke kosten meer zijn
dan de normvergoeding. Mocht zich dat voordoen en het blijkt inderdaad een
situatie te zijn die qua inkomen daar aanleiding toe geeft, dan kan inderdaad
bijstand het geval zijn. Alleen, het voorbeeld dat de heer Lokker noemt, de
werkelijke kosten hoger dan de norm, ik weet niet in hoeverre zich dat voor
kan doen, want we geven bijvoorbeeld een normvergoeding bij vervoer en dat
betekent dat alle meerdere kosten worden geacht betaald te kunnen worden uit
het normaal beschikbare inkomen en het vrij besteedbare deel daarbinnen. Er
bestaat dus geen mogelijkheid, normaal gesproken, om daarvoor iets anders te
doen, behalve als aan de veel strengere voorwaarden van de bijzondere
bijstandswet tegemoet gekomen zou worden. Dat moet als uiterst twijfelachtig
worden beschouwd, want dan is sprake van een voorliggende voorziening, dat is
de WVG in de eerste plaats, in de tweede plaats, omdat de financiële eisen om
voor bijstand in aanmerking te komen aanzienlijk zwaarder liggen dan bij de
WVG, moet er wel van iets heel bijzonders sprake zijn wil dat inderdaad het
geval zijn. Dus in theorie hebt u waarschijnlijk gelijk, in de praktijk denk
ik nauwelijks.
Uw opmerkingen over voorlichting zullen we meenemen.
Ik moet er overigens bij zeggen dat de eigen-bijdrage-regeling in zijn
algemeenheid uit gaat van slechts de helft van datgene wat door de
bijstandswet wordt gehanteerd, dus kent al een forse ruimte, terwijl er ook
nog voor de allerlaagste inkomens tot modaal een gehele of gedeeltelijke
vrijstelling of maximalisering in zit. Dus in dat opzicht denk ik dat er niet
het maximale misschien, maar binnen de wetgeving wel het optimale resultaat
uit is gehaald.
VOORZITTER: Wenst iemand in tweede termijn het woord? U kunt met het voorstel
instemmen? Aldus is besloten.
Het voorstel (RV 94-27) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
9- Voorstel tot aanpassing van het delegatiebesluit van de bevoegdheid tot het
instellen van beroep.
Het voorstel (RV 94-41) wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen