18 mei 1995
- 9 -
brengen. De gemeente Soest heeft meerdere keren aan de eigen burgers en de
provincie mondeling en schriftelijk toegezegd, c.g. verklaard dat uitbrei
ding van het winkelcentrum Soest-zuid niet zou leiden tot verdere verstede
lijking van het centrumgebied in de vorm van hoogbouw, grootschaligheid en
verkeersaantrekkende elementen. Als voorbeeld kan ik in dit verband wijzen
op hetgeen u aan de provincie verklaard hebt om een verklaring van geen
bezwaar te krijgen voor de bouw van het busstation in Soest-zuid. Tot en
met eind 1994 hebt u in meerdere situaties tegenover derden te kennen
gegeven dat u in dit gebied een invulling nastreefde van normale woningen
met normale dakhoogten en normale nokhoogten. Er is meerdere keren de
indruk gewekt dat hier woningen in de sociale koopsector gebouwd zouden
worden en met name is gesproken over woningbouw ten behoeve van ouderen.
Van dit laatste is momenteel weinig of helemaal niets meer te merken. Als
ik mij niet al te erg vergis, heeft de gemeente Soest in een zeer recent
verleden in Soest-zuid de bouwplannen van de firma Uyland om vierhoog te
bouwen met succes bestreden, omdat vierhoog niet in Soest-zuid paste. En nu
lijkt het erop dat de gemeente op dezelfde plaats ineens de volle medewer
king gaat geven om nota bene zelfs vier en een half hoog te bouwen. Daar
snap ik echt niks van. In de onderhandelaarsovereenkomst wordt duidelijk
gesteld dat als uitgangspunt van de grondruil steeds heeft gegolden dat
door de firma's Van de Grift en Uyland op bedoeld terrein respectievelijk
10 en 20 eengezinswoningen gebouwd zouden worden. Dat is een heel stuk
minder dan de nu geplande 10 voor Van de Grift en -let wel- 8 woningen en
33 appartementen voor Uyland. De plannenmakers lijken wat dat betreft
vanwege het financiële plaatje volkomen overstag gegaan te zijn. Het is
ongepast en volstrekt ontoelaatbaar als u puur op grond van enge financiële
redenen volkomen voorbij gaat aan eerder gedane toezeggingen en aan eerder
voorgelegde plannen. Zo gaat een fatsoenlijk bestuursapparaat niet om met
zijn burgers.
Mevrouw de voorzitter, kunt u mij mededelen of de nu geplande massale
hoogbouw in Soest-zuid in overeenstemming is met de in het plan Amer
beoogde bouw van woningen in de sociale koopsector, waarvoor de gemeente
een bijdrage van 1,8 miljoen toegekend zou zijn? Ik vraag mij af wat de
gemeente met de artikel 19 procedure denkt te winnen, in een schema waarin
rond medio oktober al het definitieve bestemmingsplan vastgesteld zou
moeten worden. We praten dus slechts over een paar maanden tijdwinst in een
zaak waarin nog steeds hele grote meningsverschillen bestaan, waarvoor
maatschappelijk totaal geen draagvlak bestaat, anders dan alleen de
betrokken projectontwikkelaars en waarin eigenlijk maar één ding heel
duidelijk is, dat is dat de gemeente door de ondertekening van het herenak
koord zich weer en nog steviger financieel met handen en voeten gebonden
heeft aan de firma Uyland, waarmee men al jaren -vooral financieel-
overhoop ligt.
VOORZITTER; Wilt u afronden?
Heer LAMBO: Ja, hoor, bijna. Ik kan op dit ogenblik niet anders dan
concluderen dat men bezig is om te proberen de bouwplannen van Soest-zuid
dusdanig aan te passen dat er zo min mogelijk aan de firma Uyland betaald
hoeft te worden. Er is altijd verklaard dat in de gesloten onderhandelaars
overeenkomst geen r.o.-afwegingen zaten, die zouden later aan de orde
komen. Als de gemeente nu probeert om via ro-procedures te voorkomen dat
er grote financiële problemen ontstaan in privaatrechtelijke overeenkom
sten, dan wordt daarmee natuurlijk wel de wereld op zijn kop gezet. Daar is
artikel 19 niet voor bedoeld, dat kan gewoon niet.
Ik zal proberen de rest samen te vatten. Ik had ook een beetje onvrede dus
uiteraard met de behandeling in de commissie r.o., maar dat zal ik even
overslaan. Ik zal me beperken tot de samenvatting.
Aan de raad verzoek ik dringend mee te nemen de opmerkingen en de vragen
die in de commissie r.o. zijn gemaakt. Ik vraag me werkelijk af, wat anders
kan de reden zijn dan ongepaste halsstarrigheid, gebaseerd op privaatrech
telijke financiële problemen, om via een artikel 19 procedure te proberen
een veel te hoog en massaal bouwplan erdoor te drukken, waarvan in een
interne conclusie van uw eigen gemeentelijk apparaat het volgende wordt
verwoord; "Rekening houdend met de bestaande structuur en omgeving zou ook
voor dit gebouw tot een lagere bouwhoogte moeten worden gekomen."
Dames en heren, als afsluiting vraag ik u nadrukkelijk; stem alstublieft