18 mei 1995
- 12
dingen moesten komen. Ik woon er vlakbij en ik moet zeggen dat ik met het
uiteindelijke resultaat verrassend blij ben, dat dat voldoet aan een aantal
normen zoals wij die de laatste tijd ook gesteld hebben binnen de struc
tuurvisie. Ik vind dat een heel belangrijk gegeven. Binnen de structuurvi
sie zijn wij tot de conclusie gekomen dat Soest nog een beperkt aantal
buitenruimtes heeft waar we kunnen bouwen. We zijn tot de conclusie gekomen
dat het nog belangrijker is om in eerste instantie inbreidingsplannen te
hanteren, dat we door optimaal gebruik te maken van inbreiding moeten
voorkomen dat we nog meer buitengebieden annexeren. We weten dat er een
geweldige behoefte aan woningen is voor mensen die in Soest willen wonen,
Soesters die in Soest willen wonen en mensen die hier nog niet kunnen
wonen, maar wel hier en in de omgeving werken. Dat betekent nu in de
praktijk dat we een tweede gebied bij een winkelcentrum hebben, zoals dat
ook bij de Van Weedestraat het geval was, waar weer een plan ligt met een
grotere concentratie van woningen. Het past exact in de gedachtengang van
onze structuurvisie, het is bijna noodzakelijk na een ellenlange en
ellendige discussie over de financiële zaken met degene die de huidige
eigenaar is, het past in het beeld van de milieuproblematieken van mensen
die in Soest grote afstanden moeten rijden om te kunnen winkelen -grotere
concentraties rond de winkels betekent minder verkeersafstanden-, het past
in het feit dat we hopen dat er minder gebouwd kan worden in de buitenge
bieden. In de commissie milieu is gesproken over de getallen, de bouwaan-
tallen van de laatste jaren en dat die boven de getallen uitgaan die we
gesteld hebben.
Ik sta achter het aangaan van deze artikel 19 procedure, ik vind dit een
nuttig bouwplan, ondanks dat ik persoonlijk het graag anders zou willen,
maar dan wel met de strikte wens en eis eraan toegevoegd dat dit niet het
zoveelste plan is waarvan wij zeggen: ja, maar dit is gewoon een extra iets
dat er bovenop komt. Nee, het moet voor de periode van realisering afgaan
van andere bouwplannen, anders vind ik dat we ons werkelijk bespottelijk
maken ten aanzien van de zaken die we met elkaar besproken hebben in de
structuurvisie, anders vind ik dat we niet realistisch zijn ten aanzien van
het bezien van die zaken die we zelf gezegd hebben op dat moment, dat we
werkelijk vinden dat we zuinig met de ruimte in Soest om moeten gaan. We
weten dat het betekent, als we meer bouwplannen realiseren dan we afgespro
ken hebben, dat er meer mensen van buiten Soest een plek krijgen in Soest
die hier niet per se op dat moment hoeven te wonen. In die zin wil ik deze
inbreiding goedkeuren, deze artikel 19 procedure ingaan, maar tegelijker
tijd daaraan gebonden de eis dat we andere plannen vertragen.
Heer JANSEN (D66): Voorzitter, mag ik even aan de heer Meilof vragen of hij
met zijn voorstel in wezen niet-betaalbare woningen bereid is in te ruilen
voor betaalbare elders? Want zo zie ik dat. Voor de rest -dat heb ik de
vorige keer ook al gezegd- kan ik een heel eind met zijn betoog meegaan.
Mijn betoog was in dezelfde richting: dat je in die buurt iets moet bouwen
voor de mensen. Maar als het onbetaalbaar wordt, te hoog en te massaal,
moet je het dan doorzetten?
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF): Wij hebben in Soest velen wonen die in grote
huizen wonen, die in dure huizen wonen, voor wie deze woningen die wij daar
bouwen -hier zitten minder en meer betaalbare woningen tussen- zeer
betaalbaar zijn. Wij zijn er vóór dat er een gezonde doorstroming is, zodat
in de grotere woningen in Soest ook weer grotere gezinnen kunnen komen,
zodat dat evenwichtiger is. Dat betekent dat op dit moment dit plan een
reële vorm van doorstroming creëert, waar de heer Jansen onder andere op
doelt
Heer KRIJGER (WD): Mevrouw de voorzitter, het is goed dat burgers, kiezers
zeggen wat zij vinden. Het is goed dat kiezers weten wat politieke partijen
willen c.q. vinden. Het is goed dat vorig jaar bekend was, zonder alles in
detail geregeld te hebben, wat de politieke partijen in Soest-zuid wilden.
Burgers mogen alles zeggen, maar ook raadsleden zijn burgers en mogen ook
alles zeggen. Daarbij zijn een paar uitgangspunten, een paar spelregels van
belang, die de laatste weken wat schade hebben ondergaan, die spelregels.
Wij vinden dat een aantal zaken zijn aangepast door het college en ook tot
gisteren toe zijn er een aantal aanpassingen gedaan, gebaseerd op meningen
van burgers, op de insprekers bij commissievergaderingen en ook wellicht