20 -
raad
at
t
te
op
lar
i van
:e.
is er
an de
t we
zen
zegd:
an
nd ik
osten
e
vind
eer
ien
18 mei 1995
- 21
gaat
19
allerlei woningbouwplannen tegenwoordig voeren, leidt er nou niet bepaald
toe dat het allemaal zo geweldig gaat. Ik vind het ook echt onbegrijpelijk
dat u vasthoudt aan die haast, gelet ook op de dingen die ik in eerste
instantie heb gezegd. Het risico dat het buurtcomité de rechter zal
opzoeken, allerlei vertragingen die we niet in de hand hebben en die er
alleen maar toe zullen leiden dat het daar nog veel langer een rotzooitje
zal blijven dan het zou zijn als we wel proberen om in samenspraak met de
buurtbewoners tot een beter plan te komen.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, ik heb niet veel toe te voegen aan
wat ik in eerste instantie heb gezegd. Wat wij hopen is in ieder geval dat,
ook al zijn de mensen hierachter -dat begrijp ik best wel- vanavond boos en
morgen waarschijnlijk ook nog, we met elkaar in gesprek kunnen blijven, dat
zij ons op de hoogte brengen van wat zij menen en willen en dat wij naar
hen in ieder geval kwijt kunnen wat wij nu en op termijn ervan zullen gaan
vinden. Als we dat niet meer doen, dan wordt het echt oorlog en dat kan de
bedoeling niet zijn. Ik denk dat we er best in alle redelijkheid en met
begrip voor elkaar, in ieder geval uit kunnen komen, zodanig dat we op
termijn en waar dan ook elkaar zullen treffen en de zaak af zullen hande
len.
Wethouder TEN HOVE: Voorzitter, even nog een opmerking in de richting van
de heer Visser over de procedure met het voorstel. De procedure die we
gevolgd hebben is afgesproken met de secretaris van deze raad, omdat naar
zijn oordeel het zuiverder was als we eerst de commissie een uitspraak
zouden laten doen over het al of niet door de raad aan zich trekken van
deze artikel 19 procedure. Dat hield in dat we het voorstel pas zouden
versturen nadat de commissie zich in die zin had uitgesproken.
Verder, voorzitter, de haast wordt uiteraard ingegeven door de wens om het
gebied op orde te brengen. Helaas, mede door de discussies over de bouw
hoogte, zien we gebeuren dat een bestemmingsplanprocedure en de inbreng van
de bouwplannen daarmee een half jaar of misschien wel negen maanden
opschuift. Dat is helaas dan gebeurd, maar anders was het betrokken gebied
al een stapje verder geweest.
Verder wil ik nogmaals benadrukken dat het hier om de procedure gaat van
het toepassen van artikel 19 en ook dat het aspect van de beslissingsbe
voegdheid in dit geval bij de raad zelf komt te liggen.
VOORZITTER: Dan concludeer ik dat de fracties van BAM, D66, Gemeentebelan
gen Groen Soest hebben gezegd dat zij niet hun steun aan dit voorstel
kunnen geven en dat de overige fracties akkoord gaan met het voorstel.
Daarmee is het voorstel aangenomen.
Het voorstel (RV 95-55) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, met
de aantekening dat de fracties van BAM, D66 en Gemeentebelangen Groen Soest
geacht willen worden tegen te hebben gestemd.
VOORZITTER: Ik sluit hierbij deze vergadering.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest van
20 juli 1995.
de secretaris,
de voorzitter,
e revue