nr06
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente
Soest op woensdag 14 juni 1995, aanvang 19.30 uur.
Voorzitteri mevr. A. Blommers - Biezeno, loco-burgemeester;
Secretaris; de heer W.P. de Kam.
Aanwezig de leden; B.D. Anderson, C. Boerkoel, A.W. van den Breemer,
S.H. Brunekreef, mevr. B.M. Gerritse - van Ee, T. Glastra, mevr. A.
Hugen - Strijker, P.V. ten Hove, mevr. E. Huberts, F.L. Jansen, R.
Joustra, A.F.M. Krijger, R.W. Krol, R.A. van Logtenstein, J.P.J.
Lokker, mevr. W.A.A. Stekelenburg - Ruitenburg, mevr. J.M. Swinkels, J.
Visser, H.L. Witte, J.B. van Wuijckhuijse en J.A. Zwaanenburg.
Afwezig de leden; W.A. Blaauw, mevr. L. Hartering - van den Broek, W.R.
Meilof, G.A.W.G.A. Plomp en mevr. A.D. Tomassen - Holsheimer.
VOORZITTER; Ik open de raadsvergadering en deel u mede dat afwezig zijn
mevrouw Tomassen, mevrouw Hartering, de heer Blaauw, de heer Plomp en de
heer De Widt. De heer Meilof heeft geen bericht van verhindering gestuurd,
dus die verwacht ik nog.
1. Spreekrecht.
Er heeft zich niemand aangemeld.
2. Ingekomen stukken en mededelingen van de voorzitter.
VOORZITTER; Gemeentebelangen Groen Soest heeft een brief geschreven, u
vindt die allemaal op uw tafel, waarin zij verzoeken om mededelingen rond
de situatie bij het Soester Natuurbad. Zoals u misschien uit de collegebe-
sluiten hebt kunnen vernemen, heeft het college afgelopen dinsdag besloten
nogmaals duidelijk te maken aan alle betrokkenen dat permanente bewoning
niet is toegestaan en dat dat ook zal moeten blijken uit de koopcontracten.
Daarbij heeft het college besloten dat over alle zaken die nu nog moeten
worden afgehandeld -u kent het dispuut over de grenzen, u kent het dispuut
over de padvinders, het zwembad zelf- nu integraal moet worden verder
onderhandeld. Het kan niet zo zijn dat het ene al voortgang vindt, terwijl
andere zaken nog niet zijn afgerond. U kunt zich voorstellen, juist omdat
die onderhandelingen dus weer gewoon verdergaan, dat er verder van onze
kant geen mededelingen op dit moment te doen zijn. Ik zeg u wel toe dat we
in de commissie financiën hierop terug zullen komen, of in de commissie
ruimtelijke ordening als daar aanleiding toe is.
Heer WITTE (GGSVoorzitter, naar mijn overtuiging heb ik binnen de
termijn die volgens het reglement van orde van deze gemeenteraad daarvoor
staat, met een beroep op artikel 38 gevraagd om inlichtingen. Dat moet,
gezien de toelichting, opgevat worden als zijnde wat men vroeger interpel
latie noemde. Ik vind het daarom vreemd dat u het nu zou willen afdoen met
de twee mededelingen die u net doet. Het lijkt me toch niet helemaal
conform de manier waarop wij hier normaal gesproken met het reglement van
orde omgaan.
VOORZITTER; Wat had u nog verder van mij willen vernemen dan?
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, het lijkt me duidelijk dat een zaak die op
deze manier verloopt, waarvan wij stukken ter inzage krijgen en er op een
of andere manier in de pers allerlei dingen verschijnen, dat als wij daar
dan een interpellatie over willen doen, dat u dat gewoon toestaat. Het