19 januari 1995 12 -
19
VOORZITTER; Hiermee zijn we begonnen aan de tweede termijn- Nog iemand
anders in de tweede termijn het woord? pc
ge
Heer JOUSTRA (BAM)s Voorzitter, ik zal niet op die discussie ingaan. Ik wil cc
toch nog wel iets zeggen en dat meen ik oprecht, dat hebt u ook kunnen pc
horen uit mijn eerste betoog. Als het gaat om de bewoners van de Lindenhof,
dan ben ik voor hen blij dat er een eind is gekomen aan een periode van Hf
heel lang wachten. Dan verwijs ik ook naar mijn oproep die ik daarstraks ht
heb gedaan, mocht het besluit hier vanavond anders zijn uitgevallen, om een
gesprek aan te gaan. Maar dat is inmiddels overbodig. h<
Wat ik nog wel wil zeggen, voorzitter, is dat we in de toekomst zeker bij g<
dit soort dingen moeten voorkomen dat kwetsbare groepen, zoals geestelijk si
gehandicapten, zoals de bewoners van de Lindenhof, in feite als wisselgeld
worden gebruikt om plannen er al of niet doorgedrukt te krijgen. Want dat Hi
is, los van alle juridische argumenten, iets dat ons nog steeds onpasselijk i'
maakt. Dit mag in ieder geval nooit meer voorkomen. D
h
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, ik heb zowel de voorzitter o
van de commissie als ook de twee leden van de commissie gehoord. Ik denk t
dat veel burgers, wanneer ze dit zouden horen, het helemaal niet meer v
zouden begrijpen. Los van het oordeel dat ik heb over datgene wat beide q
leden van de raad, zitting hebbend in de beroepschriftencommissie, hebben
gezegd en los van datgene wat uiteindelijk de besluitvorming zal zijn, stel H
ik u voor om in de volgende commissie van a.b.z. een discussie te hebben h
met betrekking tot de samenstelling van de commissie. Niet dat ik deze twee n
leden ter discussie wil stellen, maar omdat ik voor wil stellen om een
commissie te hebben bestaande uit allemaal onafhankelijke leden, opdat dit M
onverkwikkelijke in de toekomst niet meer zal gebeuren. d
h
VOORZITTER: Andere leden van de raad? Nee, mijnheer Visser, u hebt al in c
tweede termijn het woord gevoerd. c
1
Heer VISSER (GL/PS): Nee, dat heb ik niet. Dat was een interruptie.
c
VOORZITTER: Dat bepaalt de voorzitter.
l
Heer VISSER (GL/PS): Bepaalt u dat? Nee, ik bepaal toch de interrupties?
1
VOORZITTER: Nee, dan moet u het reglement van orde lezen. De voorzitter c
verleent alleen maar het woord dan nadat het gevraagd is door een raadslid.
Ik heb u het woord verleend in tweede termijn.
Mevrouw SWINKELS (D66)Voorzitter, mijn rechter buurman, de heer Boerkoel
heeft een uitstekend voorstel gedaan naar mijn mening. Ik zou er ook graag
in de commissie a.b.z. op willen terugkomen.
Verder wil ik de heer Joustra nog even bijvallen. In zijn eerste termijn
heeft hij iets gezegd over de wijze waarop op het laatste moment nog een
brief binnenkomt. De heer Meilof heeft daar ook op gereageerd. Ik zou de
raad ook nog willen wijzen op datgene wat bij agendapunt 11 aan de orde
komt, daar is eigenlijk hetzelfde gebeurd.
Mevrouw TOMASSEN (GL/PS): Voorzitter, ik heb nog geen tweede termijn gehad
en ik wilde toch even ingaan op wat de heer Blaauw net zei over de juridi
sche kwestie. Ik denk dat besluiten, ook politieke besluiten, die genomen
worden in de raad, alle juridisch onderbouwd moeten zijn, want anders zijn
het waardeloze besluiten, dan kan iedereen ze aanvechten en dan heeft de
burger inderdaad geen zekerheid meer.
Heer KROL (CDA): Even over het laatste wat nu in de discussie komt,
voorzitter. Je kunt natuurlijk twee dingen zeggen over hoe het nu gaat in
de commissie voor de beroepschriften, het feit dat we er zelf twee raadsle
den in benoemd hebben en dat er dus twee mensen een verschillende visie op
het probleem hebben. Daar kun je twee dingen van zeggen. Laat ik het maar
zeggen zoals ik het voel, misschien is dat dan een voorschotje op de
discussie die we inderdaad in a.b.z. erover zouden moeten voeren. De ene
heeft gemeend de zaak eerst juridisch te moeten bekijken, daarna een
juridisch oordeel te geven en dan in de raad terug te komen en daarbij een